De archiefervaring van Jac. Biemans Het is fascinerend hoe de petit histoire en de grote wereld geschiedenis elkaar soms kunnen raken. Dat heb ik ervaren bij mijn jarenlange speurtocht naar de historie van een Wassenaarse villa die de naam van mijn geboortedorp in Noord-Brabant draagt. Netherlands Intelligence Department, HUIZE 'MAARHEEZE', RIJKSSTRAATWEG 675, WASSENAAR." Mijn gesprekspartner zei toen met een glimlach: "Dat lijkt me nou net iets voor jou om eens uit te zoeken hoe ze nu in Wassenaar aan een Huize Maarheeze komen!" Ik was meteen geboeid en zei dat ik wel eens in Den Haag kwam en bij die gelegen heid misschien op het bewuste adres in Wassenaar kon aanbellen om bij de huidige bewoners mijn eerste gegevens te verzamelen. Mijn gespreks partner moest nu nog meer lachen en vertelde dat me dat niet zou lukken, omdat in het bewuste pand een 'geheime dienst' gevestigd was. Intussen werd ik ook behoorlijk geholpen door belangrijke ontwikkelingen op internationaal en nationaal gebied. Het einde van de Koude Oorlog vanaf 1989 had ook grote consequenties voor de westerse inlichtingen- en veiligheids diensten. Ook voor de 'geheimste' dienst van Nederland, de Inlichtingendienst Buitenland (IDB) in de Wassenaarse villa. 'Maarheeze' kwam begin jaren negentig volop in de belangstelling na publiciteit rond de geheime organisatie Gladio in Italië en interne spanningen binnen de dienst. Daarop besloot premier Ruud Lubbers in 1992 om de dienst per 1 januari 1994 op te heffen. Zijn opvolger moest later toegeven dat er veel docu menten in de papierversnipperaar waren gegaan; de Pivot-rapportage kwam feitelijk te laat... De villa waar sinds 1945 in alle geheim zinnigheid tientallen spionnen werkzaam waren, werd openbaar verkocht op donderdag 23 maart 1995. Het was precies een week later dat ik tijdens een studiemiddag over het thema 'Archieven 'MAAR' en 'HEEZE'. De oorsprong van die naam kon naar mijn stellige overtuiging slechts gezocht worden bij bouwheer Van Putten. Hierop concentreerde ik de laatste jaren mijn onderzoek. Met de hulp van collega's van de gemeentearchieven van Wassenaar en Den Haag bracht ik gedu rende mijn opleiding aan de Rijks- archiefschool diverse interessante gegevens over de beginperiode van de villa naar boven. Maar de basisvraag werd niet beantwoord, zelfs niet toen een gelukkig toeval me in contact bracht met een kleindochter van de bouwheer. Ook zij moest me het antwoord schuldig blijven waarom de villa in Wassenaar 'Maarheeze' heet. Het past wel bij het gebouw, dat dit tot de best bewaarde geheimen behoort. Het begon allemaal in 1982, toen ik net negentien was. Ik werd toen aange sproken door een kennis over een brief uit 1945. In het briefhoofd las ik: "BUREAU INLICHTINGEN DER NEDERLANDSCHE REGEERING, Villa Maarheeze ten tijde van de familie Van Putten, ingekleurde prentbriefkaart uit de jaren twintig van de vorige eeuw (part. coll.). Dat moest ik dus maar uit mijn hoofd zetten. Aandacht in de lokale pers rond de villa in 1987 hadden zowel een positief als een negatief effect. Aan de ene kant werd bekend dat de villa rond 1914 door architect Co Brandes was gebouwd in opdracht van ene G.A. van Putten, anderzijds leidde de aandacht bij de Gemeente Wassenaar tot een einde aan het verschaffen van inlichtingen uit het oogpunt van 'staatsveiligheid'. Vandaar dat ik mij aanvankelijk, en met succes, richtte op de persoon van de architect. en openbaarheid' luisterde naar de bevindingen van Cees Wiebes, die samen met Bob de Graaff een boek over de IDB voorbereidde. Hij vertelde me dat er op dat moment studenten als anti-kraakwacht in het pand verbleven. Daarop besloot ik ter plaatse eens een kijkje te nemen en de nodige foto's van het exterieur van de net ontmantelde imposante villa te maken, een bijzondere gewaarwording. De naam van de villa trof ik enkel aan op de pilaren aan weerszijden van de eens zwaarbewaakte oprijlaan: Jac. Biemans historicus, medewerker Educatie en Public Relations bij Stadsarchief 's-Hertogenbosch en redacteur Archievenblad. nummer 10 2010 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 5