De Haarlemse casus De grenzen van de archiefinspectie bij openbaarmaking van een eigen rapport lii Geheim Passieve openbaarheid Redenen voor geheimhouding Geheel niet in control Hans Berende In 2005 en 2010 voerden de provinciale en gemeentelijke archiefinspecteur gezamenlijk de archiefinspectie uit bij de gemeente Haarlem. In 2005 brachten ze samen een kritisch rapport uit over het informatie- en archiefbeheer bij de gemeente. Het college van B&W reageerde daar niet op, ondanks aandringen van beide inspecties. Op 1 februari 2010 brachten de inspecties opnieuw samen een kritisch rapport uit. Dit rapport werd op 21 april 2010 door het - demissionair - college besproken en geheim verklaard. Inmiddels is het rapport openbaar. D'66-fractievoorzitter Haarlem, Louise van Zetten, ook oud-archivaris van Bloemendaal, wilde de reden voor de geheimhouding weten. In september 2010 vraagt ze zich in de pers hardop af of het rapport 2005 in een la verdwenen is. Ze wil van het college uitleg waarom deze informatie de gemeenteraad nooit heeft bereikt. De vragen van Van Zetten pakken gunstig uit. Het Noord-Hollands Archief (NHA), bij monde van directeur Lieuwe Zoodsma, geeft aan Van Zetten dankbaar te zijn: "Door het gebeuren waren plotseling vele raadsleden bijzonder geïnteresseerd in het rapport." De dankbaarheid van het NHA wordt onderstreept door provinciaal archief inspecteur Marianne Loef: "Wanneer Louise van Zetten dus in geval van Haarlem niet aan de bel had getrokken, hadden wij het wel gedaan. Een vraag uit de raad is natuurlijk nog veel mooier!" De lof is mooi, maar is het geen taak van archivarissen actief voor de openbaarheid te streven? Reden genoeg om betrokkenen nader te bevragen over de geheim verklaring van een belangrijk rapport: welke rol kunnen en moeten inspecteurs en archivarissen spelen? Bijzonder in dit geval is dat het een rapport is van de archiefinspecties zelf: wellicht een uitgelezen mogelijkheid dergelijke rapporten zelf te openbaren. Eerste punt is de vraag hoe belanghebbenden kunnen weten dat een dergelijk rapport openbaar is. Archiefinspecteur Loef: "Eens per twee jaar komen onze verslagen uit, waarin de prestaties van alle gemeenten, waterschappen en andere organen in onze provincies in tekst en tabellen worden weergegeven. Daaruit kan iedere geïnteresseerde afleiden in hoeverre ze aan de wet voldoen." Nu is de gemeenteraad van Haarlem niet zomaar een willekeurige geïnteresseerde die zelf achter stukken aan moet zitten. Van Zetten: "Het verhaal in Haarlem begint met te stellen dat een gemeenteraadslid moeilijk kan weten dat een rapport bestaat als daar geen melding van wordt gemaakt. Al was het maar als ingekomen stuk op de raadsagenda. Bij die ingekomen stukken zat wel het jaarverslag van het Noord-Hollands Archief met de cryptische zin dat 'in 2009 archiefzorg zowel als archief beheer van de gemeente Haarlem door de inspecteurs van de gemeente en de Provincie waren geïnspecteerd'. Deze hint leidde naar het archief inspectierapport dat bij opvraag niet werd geleverd vanwege de geheim houding." Kortom, het was niet bij de raad bekend dat dit rapport er was: daar moest Van Zetten zelf achteraan, zoals elke andere burger. Overigens is er weinig cryptisch aan de zin waar Van Zetten naar verwijst. Loef: "Redenen om iets geheim te houden kunnen velerlei zijn, meestal gaat het om politieke gevoeligheid of privacybescherming." Het NHA gaat In de inspectierapporten staat dat de gemeente Haarlem geheel niet in control is over het informatie- en archiefbeheer. Waar Van Zetten een punt van maakt, is dat wanneer het schort aan goed informatie- en archiefbeheer, dat gevolgen heeft voor de inwoners. "Het is slecht voor de democratie. Immers de transparantie van handelen van de gemeente en daarmee de verantwoording naar de samenleving komt in gevaar. En dan heb ik het nog niet eens over de impact op het dagelijks functioneren van de gemeente." specifieker in op het inspectierapport: "Begin 2010 werd het tweede kritische rapport uitgebracht. De toenmalige wethouder [Chris van Velzen, VVD, overleden in september 2010, red.] verklaarde het rapport niet openbaar, met de bedoeling het na de gemeente raadsverkiezingen openbaar te maken. Door ernstige ziekte van de wethouder is dit toen niet gebeurd." Volgens Van Zetten heeft de ziekte van de wethouder er niets mee te maken: "Het rapport is juist na de gemeenteraadsverkiezingen in maart geheim verklaard." Na de verkiezingen werd D'66 van oppositie partij collegepartij, zelfs de grootste van de coalitie. VVD is collegepartij gebleven. Van Zetten stelde in september 2010 schriftelijke vragen, waarop zij het antwoord kreeg dat de inhoud van het rapport alleen op bedrijfseconomische consequenties en risico's kon worden beoordeeld. Dit is volgens Van Zetten de halve waarheid: "Het oordeel van de inspectie was dat niet alleen het functioneren van de organisatie in het geding was, maar ook de transparantie van handelen en daarmee de verant- nummer 10 2010 33

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 33