"Boetes zijn bedoeld voor de buiten
wereld. Soms worden boetes gebruikt
voor sancties binnen een organisatie,
maar als een dienst al slecht functio
neert dan werkt het opleggen van
boetes doorgaans averechts."
staat op zichzelf als een ministerieel
besluit. Dat is geen hoge plaats in de
wetgeving, maar ambtenaren moeten
zich er natuurlijk wel aan houden.
Je kunt heel goed uitvoeringsbesluiten
aanpassen aan de digitale
omstandigheden. Formele wetgeving
is moeilijk, duurt lang en er zit veel
politiek dynamiet in een onderwerp
als openbaarheid/geheimhouding.
Kortom: vermijd politieke ruis, dan
kom je verder."
Alexander Pechtold van D'66 bepleit
wat betreft geheimhouding om een
"nee tenzij" te veranderen in een "ja
mits". Het nieuwe kabinet-Rutte zit
meer op de lijn van een aparte
inspectie tegen het lekken van
informatie. Gaat de openbaarheid
zware tijden tegemoet?
"Het 'ja mits' is in ieder geval formeel
juridisch gerealiseerd. Of openbaarheid
onder een volgend kabinet lastiger
wordt kan ik moeilijk beoordelen.
'Lekken' is wel degelijk een probleem,
zie het gemakkelijke gebruik van
laptops en de BlackBerry. Beperking van
de openbaarheid is soms gerecht
vaardigd en ambtenaren, gebonden aan
geheimhoudingsplicht, moeten
natuurlijk niet om privéredenen besloten
informatie naar buiten brengen. Er moet
een sanctie staan op het lekken van
staatsgeheimen. Van de andere kant
hebben klokkenluiders een belangrijke
maatschappelijke functie, die ook door
het Europese Hof voor de Rechten van
de Mens is erkend, maar die functie
moet zonder overtreding van de wet
kunnen worden uitgeoefend."
'30 jaar wobben, 30 jaar tobben.' Graag
overhandig ik u het net verschenen
zwartboek van Roger Vleugels, juridisch
adviseur en docent openbaarheid van
bestuur. De kabinetten-Balkenende
en met name minister Guusje ter Horst
hebben volgens Vleugels sloperswerk
verricht. De Wet dwangsom van Ter
Horst - waarin een boete wordt gesteld
op te trage afdoening van openbaar-
heidsverzoeken - werkt volgens hem
averechts. De boetes zijn zo laag dat
de overheid de boetes op de koop
toeneemt en dus de afdoeningtermijn
overschrijdt. Wat vindt u ervan dat
de overheid zichzelf boetes oplegt
om de eigen regels na te leven?
Volgens Vleugels zit er in ons
bestuursrecht de zeer merkwaardige
constructie dat de bezwaarprocedure
in handen is van het orgaan dat
de primaire beslissing ten aanzien van
openbaarheid nam. Hij bepleit een
onafhankelijk orgaan. Wat vindt u?
"Het onafhankelijk orgaan is feitelijk de
beroepsrechter en de kwestie geldt niet
alleen voor de WOB. Bezwaarcommissies
worden doorgaans wel degelijk samen
gesteld uit mensen die wat meer
op afstand staan of zelfs van buiten de
organisatie komen. De bestuursrechter
die er over oordeelt moet ook vol
doende afstand tot de zaak hebben."
Vindt u dat behalve overheids
instellingen alle organen werkend met
publieke middelen onder de WOB
zouden moeten vallen?
"Ja, daar moet een regeling voor zijn.
In het instellingsbesluit moet iets
worden opgenomen over beschikbaar
stelling en openbaarheid van informatie."
Tot slot: de burger heeft recht op
informatie, het recht om te weten.
De democratische rechtsorde is gebaat
bij een informatiehuishouding die op
orde is. Alleen dan kan de overheid
verantwoording afleggen en worden
gecontroleerd. U heeft bij uw onderzoek
naar de kwestie Irak naar uw zeggen
wat dat betreft geen hindernissen
ondervonden. Eind goed al goed
of heeft u toch nog wat laatste
aanbevelingen?
"In ons geval waren er inderdaad geen
beperkingen, maar er zat dan ook een
enorme politieke druk op de zaak. We
mochten de notulen van de ministerraad
inzien en ambtenaren die met ons
spraken waren ontslagen van hun
geheimhoudingsplicht. En wat 'geheim'
betreft: als verantwoordelijke bestuurder
moet je je vrij kunnen voelen om in een
beraad te zeggen wat je vindt en dat
moet je vervolgens niet je hele leven
worden nagedragen, want dan ontstaat
er 'bloedarmoede' in het debat.
Besluitenlijsten van de ministerraad
kunnen natuurlijk wel eerder openbaar
worden gemaakt. Ons onderzoek inzake
Irak had overigens ook al in 2005
gekund en misschien zelfs beter, want
toen waren sommige geheugens beter
intact. Niet alles staat op schrift."
René Spork redacteur Archievenblad.
nummer 10 2010 23