Wat vind je het leukst aan ons vak? Dan hebben ze het over het nakomen van oude afspraken. Oké, maar je beroepen op een overeenkomst uit 1830 of nog eerder... Zodra ze in België tol gaan invoeren op de snelwegen ga ik zwaaien met onze tolvrijdom, verleend door graaf Philips van den Elzas in 1180! Het onder water zetten van de Hedwige- polder is naar mijn mening ook geen natuurcompensatie, maar een mooie smoes: de Hedwigepolder moet dienen als buffer bij eventuele waterstijgingen, om de stad Antwerpen te behoeden voor overstromingen. In 1919 wilde België al het land ten zuiden van de Westerschelde, dus Zeeuws-Vlaanderen annexeren. Dat is gelukkig - mede door daadkrachtig optreden van koningin Wilhelmina en de plaatselijke anti-annexatiecomités - niet doorgegaan. Ik zal steeds strijden tegen dergelijke ridicule ideeën, die enige tijd geleden weer eens eventjes werden opgeworpen door de Belgische minister Herman de Croo. Het tegenwoordige Zeeuws-Vlaanderen is als 'stukje Nederland', zoals het zo mooi in ons eigen Zeeuws-Vlaamse volkslied wordt bezongen, pas in 1815 toegevoegd aan de provincie Zeeland. Ik voel me overigens meer Bourgondiër dan Zeeuw. Hier gebruiken we nog wel eens een uitdrukking die luidt: 'Een begrafenis in het Land van Hulst, is plezieriger dan een trouwfeest op Walcheren', om daarmee maar het verschil in volksaard aan te duiden. Mijn antwoord op de vraag is dan ook: ik voel me op de eerste plaats Nederlander, daarna toch Vlaming en eigenlijk helemaal geen Zeeuw. Die Bourgondische levenswijze heeft er trouwens wel toe geleid dat ik iets te zwaar was geworden. Na een maagoperatie in september vorig jaar ben ik al veertig kilo's kwijt geraakt: het is nu meer dansen, minder eten. En het heeft me heel wat complimenten opgeleverd, dat kun je wel zeggen." Hoe ben je in het archiefwezen terecht gekomen? "Na mijn middelbare schooltijd in Hulst en het internaat in Huybergen, nee geen seminarie, volgde ik de opleiding tot tandtechnicus in Brussel. Zo zie je maar, toch weer in België, omdat het dichterbij was dan Utrecht. Toen ik mijn diploma eenmaal had behaald, ben ik gaan Oosterschelde, zomer 1968. Zwemmen, vissen, zonnebaden. werken in een aanleunend vak; ik maakte namelijk individuele oorstukjes voor gehoorapparaten. Voor dat werk, waarvoor geen opleiding bestaat, was mijn tandtechnische kennis heel bruikbaar. Door een fusie van het bedrijf waar ik werkte, in Bergen op Zoom, met een ander bedrijf, werd me gevraagd om naar het hoge noorden te verhuizen, waar een groter en moderner laboratorium was. Daarvoor voelde ik niet veel en dus moest ik op zoek naar ander werk. Ik was al een trouwe bezoeker van de gemeentearchieven en van het toenmalige Rijksarchief in Middelburg. Juist in die tijd hoorde ik toevallig dat de toenmalige gemeente archivaris van Hulst zijn pensioen gerechtigde leeftijd naderde. Ik hakte de knoop door en besloot van beroep te veranderen: ik koos nu voor de 'tand des tijds' en ging stage lopen bij de gemeenten Hulst en Axel. Mijn klas was die van 1989. Overigens was ik al op 13-jarige leeftijd begonnen met stamboomonderzoek in de archieven. Dat kwam door mijn oma. Die vertelde altijd dat haar oma Nassau heette en dat gaf natuurlijk vragen, die ik besloot op te lossen. In het gemeente huis van Kloosterzande begon ik, in een gangetje van een meter breed, met één stoel en één lamp. Dat onderzoek deed ik indertijd samen met een schoolvriendje; helaas liep het vast vanwege ons gebrek aan kennis van de Franse taal. Ik hoor de ambtenaar ter secretarie nog: 'Komde weer stambomen', riep hij altijd tegen ons als we bij hem langs kwamen. Het archief van Hulst bezocht ik volgens het bezoekersregister voor de eerste keer op 16 april 1974. Uiteindelijk, jaren later, heb ik de stamboom van de Buijsrogges tot het jaar 1387 kunnen terugzoeken. Met die Nassau's is het trouwens nooit wat geworden: we bleken geen familie van hen te zijn. Maar wel ligt er zo ongeveer pal naast het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft een Buijsrogge begraven, kaaskoper van beroep. Zijn devies was: maat houdt staat. Dat past wel bij ons: wij Buijsrogges houden nog steeds van een flinke maat!" Hoe belandde je in Terneuzen? "Na het archiefexamen werkte ik eerst een jaar bij de provincie Zeeland en daarna nog tweeëneenhalf jaar bij de archiefdienst in Goes. Omdat ik niet direct een fulltime betrekking kreeg, werkte ik in de zomermaanden ook nog voor de gemeente Axel als badmeester in het zwembad daar ter plaatse. Toen mij toevallig ter ore kwam dat de archivaris zou gaan verhuizen, ben ik naar de wethouder gestapt en vertelde dat ik over de nodige papieren beschikte om de vertrekkende archivaris te vervangen en eventueel op te volgen. Het college deed een voorstel aan de gemeenteraad en die heeft me benoemd. Na de gemeentelijke herindeling van 2003, waarbij Axel, Sas van Gent en Terneuzen werden samengevoegd, kwamen alle ambtenaren van Axel automatisch in dienst van de nieuwe gemeente Terneuzen. Ik ben blij dat er nog steeds twee dagen per week een openstelling van de archiefbewaar plaats in Axel is, zodoende kom ik er nog regelmatig." "Gelukkig kan ik zeggen dat ik van mijn hobby mijn werk heb gemaakt en ook omgekeerd, dat mijn werk een groot deel van mijn hobby is. Het plezierigst vind ik dat je bezoekers een antwoord op hun vragen kunt geven. Of anders geformuleerd: hen op de juiste weg kunt zetten, want als ze zelf iets kunnen opzoeken én vinden is dat natuurlijk het prettigst. 54 2010 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 54