Cartografische ontsluiting Hark en noerdijk Gemeentearchief Rotterdam |lLandlenlwater is verricht. Het staat evenwel buiten kijf dat het grote aantal archieven en de aanmerkelijke spreiding meer inspanningen zullen vergen om een optimale toegankelijkheid te realiseren. De geschiedenis van Brabant kan zich verheugen in een grote belangstelling. Vrijwel iedere gemeente heeft een historische vereniging of heemkunde kring en niets ligt meer voor de hand dan dat Brabantse Delta zijn historische schatten deelt met de Brabanders. Ook hier geldt immers het gezegde 'Onbekend maakt onbemind'. Bij de start van het historisch onderzoek, in 2006, waren de waterschapsarchieven in Bergen op Zoom en Tilburg alle geïnventariseerd en ontsloten met behulp van digitale inventarissen op de website van de archiefinstelling. De archieven die onderdak vonden in Oudenbosch en Breda waren slechts gedeeltelijk geïnventariseerd. Beide instellingen hadden al wel de beschikking over digitale inventarissen, maar die stonden nog niet op hun website. Het kostte nogal wat moeite om het verbrokkelde aanbod te doorgronden, maar eenmaal wegwijs kon die kennis worden aangewend om de vindbaarheid voor anderen te verbeteren. Ik nam aan dat Brabantse Delta geïnteresseerd was in een centrale ontsluiting van zijn waterschapsarchieven. Anders gezegd: niet alleen bij de afzonderlijke archiefinstellingen maar ook via de website van het waterschap. Dat bleek een schot in de roos. Waterschapsarchieven staan bol van de poldernamen, maar als je die niet kent kun je ze ook niet vinden. Gezien de sterke lokaalhistorische traditie in Brabant was dat wel gewenst. Zoeken op naam bood daarvoor te weinig perspectief. Zoeken met behulp van kaarten vergroot de kans dat de informatie ook zonder poldernaam vindbaar is. Dankzij zo'n cartografische ontsluiting krijg je meteen een goed idee van de omvang van de polders en hun ligging ten opzichte van het water en de aangrenzende polders. De website beoogt de toegankelijkheid te verbeteren, enerzijds door de archieven cartografisch en in hun samenhang te presenteren, anderzijds door digitale inventarissen vlot beschikbaar te stellen - ook al zijn deze nog niet helemaal up-to-date dan wel zeer voorlopig. De opzet is dat zowel het waterschap als de geïnteresseerde buitenstaander alle beschikbare informatie gemakkelijk kan traceren. Is de gewenste inventaris eenmaal gevonden, dan kan de bezoeker een digitaal exemplaar downloaden. Dat wordt rechtstreeks betrokken van de websites van Tilburg, Bergen op Zoom en Oudenbosch, zodat steeds over de recentste versie kan worden beschikt. Voor de waterschapsarchieven die berusten bij Stadsarchief Breda wordt de digitale inventaris vooralsnog door de server van het waterschap verzonden. Op de website www.jvdn.nl onder het kopje 'Cartografie' zijn enkele andere cartografische ontsluitingen te vinden. Het betreft de archieven van het hoogheemraadschap van Delfland en die van een dertigtal bewonersorganisaties in de Rotterdamse stadsvernieuwings- wijken. Het gevolg van die verbeterde toe gankelijkheid was ook dat fouten en foutjes, die in de chaos nauwelijks opvielen, toen onverbiddelijk aan het licht kwamen. Het ging onder andere om inventarisatieachterstand, anders gezegd om voorlopig geïnventariseerde, slecht geïnventariseerde en niet geïnventariseerde archieven. Maar ook om archieven waarvan de onderdelen over meer dan één archiefinstelling verspreid waren. Samenvoegen of duidelijk verwijzen ligt in de rede. Maar zoiets blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Elders zijn waterschapsarchieven, al dan niet terecht, samengevoegd met archiefverzamelingen van gemeenten. Zonder een duidelijke verwijzing zijn die zo goed als onvindbaar. De website was natuurlijk ook een stille wenk aan de archiefinstellingen om hun toegankelijkheid via internet te verbeteren. Tilburg en Bergen op Zoom hadden hun zaakjes al op orde. Voor Oudenbosch is de digitale toegan kelijkheid nu vrij goed. De waterschaps inventarissen te Breda zijn sedert vorig jaar toegankelijk via internet, maar het resultaat geeft nog reden tot zorg. Breda heeft zijn inventarissen in 2009 gescand en in pdf-bestanden gezet. Met behulp van optical character recognition (OCR) werd het gescande materiaal machinaal gelezen. Daardoor kon aan het pdf-bestand een tekstbestand worden toegevoegd, waarmee het desgewenst kan worden doorzocht. Dat is een goede oplossing, mits met behulp van machinaal lezen een kwalitatief goed tekstbestand kan worden gegenereerd. In de praktijk valt het resultaat nogal eens tegen. Ter toelichting treft u hieronder een stukje gescande inventaris, alsmede het resultaat van OCR: ill—I ihïi. 'jBCLir1 -Ti ma mxr na ■J9n ris umIme m *sn -Jiir -wsüj. Wie alle voorkomens van het woordje 'Mark' en 'Moerdijk' wil aantreffen, moet dus ook zoeken op 'Hark' en 'noerdijk'. Bij pagina's die wat schuiner werden gescand, is de kwaliteit ronduit abominabel. De gebruiker heeft daar allemaal geen weet van. Die verkeert in de waan dat het bestand optimaal word doorzocht. Met correcte OCR-teksten valt heel goed te werken. Maar als correctie achterwege blijft, dan wordt de gebruiker niet geholpen maar gehinderd. Tijdens het digitaliseren van de inventarissen verdwenen dikwijls het titelblad (met auteur, titel en jaartal), de inleiding en de verantwoording. Soms werd een nieuw titelblad voor het oude geplakt, met het gevolg dat menig inventaris nu vier titelbladen heeft met vier verschillende titels. De aange brachte wijzigingen werden zelden verantwoord. Correct verwijzen is dan haast onmogelijk. Kortom: de toegankelijkheid van de West-Brabantse waterschapsarchieven is het afgelopen decennium aanzienlijk verbeterd, maar de klus is nog niet helemaal geklaard. De havenstad staat in het teken van de Rotterdamse Week van de Geschiedenis. Het Gemeentearchief speelt daarop in met verschillende activiteiten die aansluiten bij het thema Land en water. De archiefmedewerkers verzorgen een exclusieve rondleiding door de depots en laten documenten en films zien uit de collectie Holland- Amerikalijn. 28 2010 nummer 8

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 28