r Beleidskader Doven in de oorlog Belang en waarde van het materiaal toegankelijk maken van archieven en collecties. Daarnaast zijn verschillende webportals gebouwd en werden de documentaire series en websites van NPS De Oorlog en 13 in de oorlog vanuit het programma gesubsidieerd. In dit artikel besteed ik vooral aandacht aan archieven- en collectieprojecten, aan de vormen van samenwerking die zij met zich meebrengen en aan het nieuwe coördinatiepunt Erfgoed van de Oorlog. Het beleidskader voor de subsidiëring van behoud- en toegankelijkheids projecten werd begin 2007 op veel verschillende manieren bekendgemaakt. Programmamanager Ellen van der Waerden en haar medewerkers hielden lezingen, organiseerden bijeenkomsten en spanden zich in om zoveel mogelijk instellingen op de hoogte te stellen van de subsidiemogelijkheden en -voorwaarden. Het als een boekje uitgegeven beleidskader met praktische informatie over het opstellen van een aanvraag werd op grote schaal verspreid. Bij het aanvragen van subsidie werd meer dan gebruikelijke ondersteuning gegeven. Dit alles was erg inspirerend. De zelfstandigheid van de erfgoed beherende instellingen was een belangrijk element in het programma. Regisseur Willy Lindwer heeft voor het project 'Anna's stille strijd. Doven in de oorlog' enkele dove Joodse Nederlanders die de oorlog overleefden geïnterviewd. Hierbij is vanzelfsprekend de hulp ingeroepen van een doventolk. Lindwer heeft onder andere Anna geïnterviewd, die op bijzondere wijze en met hulp van haar nicht Jettie Auschwitz overleefde. De Stichting DovenShoa uit Amsterdam is nauw bij het project betrokken. Het project maakt deel uit van de nationale oral history collectie Getuigen Verhalen en het interview met Anne is gebruikt voor de documentaire 'Anna's Stille Strijd' van AVA productions. De instellingen bepaalden zelf wat ze in hun collectie opnamen en bepaalden daarom ook zelf welk materiaal zij in aanmerking wilden laten komen voor subsidie. Daarmee lag de verantwoor delijkheid voor de selectie van archieven en collecties die voor subsidie in aanmerking kwamen voor een belangrijk deel bij de instellingen die een aanvraag indienden. Het programma richtte zich nadrukkelijk op particuliere instellingen en particuliere archieven. Overheidsinstellingen kwamen niet in aanmerking voor subsidie als de activiteiten waarvoor die werden aangevraagd tot hun wettelijk vastgestelde taak behoren. De selectie van aanvragen vond plaats bij de subsidiegever, de minister van VWS, die zich liet adviseren door een toetsingscommissie van onafhankelijke deskundigen. De behoud- en toegankelijkheids projecten die het programma Erfgoed van de Oorlog heeft gesubsidieerd kunnen in grote lijnen in twee groepen worden verdeeld. De eerste groep bestaat uit projecten die in eerste instantie appelleren aan herinnering en voorlichting, de nationale collecties. De tweede groep bestaat uit projecten die de rechts- en bewijsfunctie van archieven tot hun recht laten komen. De ene groep is niet belangrijker dan de andere. Beide zijn van maatschappelijk belang, hebben invloed op elkaar en zijn bovendien zo ingericht dat ze ook vanuit een ander perspectief kunnen worden gebruikt. In een interview in het laatste nummer van het Erfgoed Nederland Magazine zegt de Franse historicus Pierre Nora dat in de term 'herinnering', zoals die in het historisch debat wordt gebruikt, de termen 'identiteit' en 'erfgoed' besloten liggen. Die begrippen worden in eerste instantie niet meer aan individuen verbonden, maar zijn de betekenis 'collectief' in zich gaan dragen. "Identiteit", zegt Nora, "is eigenlijk gewoon datgene wat er in je paspoort staat en niet de definitie van je bestaan in een groep". Erfgoed is niet meer datgene wat je eigen voorouders je hebben nagelaten. "Iedereen praat over het collectieve geheugen, ook al weet niemand precies wat het inhoudt. Erfgoed omvat alle sporen uit het verleden en identiteit wordt gebruikt als term voor een groep in relatie tot andere groepen."2 In het waardestellend kader van het programma Erfgoed van de Oorlog, waarin wordt aangegeven welk materiaal van belang is, spelen begrippen als representativiteit, onvervangbaarheid, Op 12 februari 1941 wordt het Joodse stadsdeel in Amsterdam afgezet. Het stadsdeel wordt afgesloten door het ophalen van de Magere Brug over de Amstel. Nederlandse politieagenten helpen bij de afzetting in de Nieuwe Kerkstraat. Deze foto maakt onderdeel uit van de collectie Stapf Bilderdienst. In 1981 ontving het NIOD, via het consulaat in Vancouver, ongeveer 6000 negatieven van opnamen vervaardigd door het voormalige Duitse fotopersbureau Stapf Bilderdienst, dat in Amsterdam gevestigd was. Een Canadese militair wist het materiaal tijdens de roerige bevrijdings dagen mee te nemen. De gehele collectie is opgenomen in de Beeldbank WO2 (foto's coll. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Beeldbank WO2). nummer 7 2010 11

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 11