Maatschappelijke stage in het archief Maatschappelijk nut. Niet alleen archieven krijgen de vraag zich waar te maken als instelling met een vormende maatschappelijke rol, ook op scholieren wordt tegenwoordig een beroep gedaan. Vanaf het schooljaar 2011-2012 lopen leerlingen van het voortgezet onderwijs verplicht een maatschappelijke stage. Veel scholen doen nu al mee. Grote diversiteit Aafje Moonen en Laura Bras Het idee komt van OCW: laat jongeren nou eens kennismaken met vrijwilligers werk. Iets doen voor een ander, zonder daar gelijk iets voor terug te verwachten. Gestuurd vanuit school. Om eindexamen te kunnen doen moet een leerling straks voldaan hebben aan een minimum aantal uren vrijwilligerswerk. Voor het vwo zal dat 72 uur zijn, voor havo 60 en voor vmbo 48. Ook leerlingen van praktijkscholen kunnen gevraagd worden stage te lopen. De school mag zelf bepalen hoe zij die uren invult en het staat leerlingen vrij zelf een stageplek te zoeken. Het gebeurt ook dat een school de stageplek bepaalt. Heeft een leerling moeite om een plek te vinden dan is er de stagemakelaar, iemand die kan helpen vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Vaak zijn deze makelaars ondergebracht bij de plaatselijke vrijwilligerscentrale. In de praktijk blijkt tot nu toe dat het bijna nooit voorkomt dat leerlingen hun stage-uren aaneengesloten volmaken. Vaak worden de uren verdeeld over meer schooljaren en over verschillende, vaak korte stages. Minstens zo divers zijn de stageklussen en stagebieders: de enige eis van het ministerie is dat het om het doen van vrijwilligerswerk gaat, bij non-profit organisaties, of bij non-profit projecten van bedrijven. Instellingen die van oudsher veel met vrijwilligers werken en die ervaring hebben met maatschappelijk werk, zijn de eersten geweest die zich als stagebieder aandienden. Zo lopen veel leerlingen stage bij hun eigen sportclub, bijvoorbeeld als trainer van de E'tjes en F'jes. Scholen hebben ook al gauw de weg gevonden naar zorginstellingen, instellingen die vaak grote groepen stagiairs tegelijk kunnen inzetten. De jongeren maken er een praatje met de bewoners, verzorgen de koffie of een workshop sms'en. Maar zoals er ontzettend veel verschillende maatschappelijke instellingen zijn, zo zijn er ook heel veel verschillende leerlingen. Met verschillende interesses. Er zullen jaarlijks zo'n 190.000 leerlingen op zoek gaan naar een stageplek. Een grote groep jonge vrijwilligers dus, waar ook de culturele sector haar voordeel mee kan doen. Het afgelopen jaar heeft een steeds grotere groep culturele instellingen de maatschappelijke stage ontdekt. Erfgoed Nederland, het sectorinstituut voor de erfgoedsector, stelde een kleine subsidie ter beschikking voor erfgoedinstellingen die met de maatschappelijke stage wilden experimenteren. Dat gebeurde in het kader van het project 'Over de vloer. Jong talent in het erfgoed'. De ervaringen van die instellingen geven een mooi beeld van de mogelijkheden die de maatschappelijke stage de sector biedt. Onder de deelnemers aan het project is ook een aantal archieven. Uit onderzoek blijkt dat jongeren bij een stage in een archief vooral denken aan "iets met computers" en "iets sorteren" (foto's Erfgoed Nederland). 44 y 2010 nummer 6

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 44