Het Historisches Archiv Köln een jaar later Precieze registratie Archives without Borders Max Plassmann (vertaling Gabriëlle Beentjes en Rob Graaff) Het instorten van het Historisches Archiv van de stad Keulen op 3 maart 2009 vormde internationaal een van de zwaarste culturele rampen die sinds de Tweede Wereldoorlog hebben plaatsgevonden - nog los van het feit dat de ramp twee mensenlevens gekost heeft. Het is goed mogelijk dat in verband met de bouw van de metro in de straat voor het gebouw een defecte sleufwand of een hydraulische grondbreuk heeft geleid tot de instorting. Een hoeveelheid van circa 30 kilometer archivalia uit meer dan 1000 jaar was hierbij betrokken. Het bergingswerk van de puinhoop stond onder behoorlijke tijdsdruk, doordat binnendringend vocht een hoog risico op schimmelvorming met zich meebracht. Bijna 2000 vrijwilligers uit binnen- en buitenland, waaronder talrijke Nederlanders, hebben het Historisches Archiv bij de verzorging van de geborgen stukken ondersteund. Zij waren direct bij de plaats van de instorting of in het eerstehulpcentrum ermee belast de geborgen archivalia te bekijken, te schiften, grof te reinigen en te registreren en drogen. Of, als ze te vochtig waren, in te vriezen, zodat het mogelijk is deze stukken later droog te vriezen. De droge archiefstukken werden in 19 asielarchieven in Nordrhein- Westfalen, maar ook in Schleswig en Freiburg opgeslagen. Op deze manier kon tot eind augustus 2009 bijna 85% van de archiefbestanden zeker gesteld worden, waarbij ongeveer 35% zware, 40 tot 50% middelmatige en 15 tot 25% lichte mechanische en vochtigheids- schade had. Alle geborgen stukken, ook de licht beschadigde, zijn met betonstof bevuild en moet daarom grondig gereinigd worden voordat ze weer verder behandeld kunnen worden. Een volgende 10% van de archivalia ligt nog in de breuktrechter die zich onder het archiefgebouw gevormd heeft. Om bouwkundige redenen moest de berging hier het laatst plaatsvinden, om de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen te kunnen nemen. De planning is om deze laatste archivalia deze zomer van 2010 te bergen. Behalve door de beschadiging van het archiefgoed wordt een spoedige ingebruikname van de stukken ook verhinderd door de totale wanorde van de objecten. Doordat de berging zodanig plaats moest vinden dat de veiligheid gewaarborgd was, kon niet gewerkt worden naar de volgorde van depot ordening van het archief, omdat deze al door het instorten grotendeels verstoord was. Na de berging liggen dus maar zelden samenhangende partijen van enkele bestanden naast elkaar in de asielarchieven. Het komt vaker voor dat de stukken verspreid liggen op veel plekken, veel archiefeenheden zijn zelfs verspreid tot op het niveau van enkele bladen. Als voorwaarde voor alle verdere werkzaamheden - schoonmaken, restaureren en herstellen van de raadpleegbaarheid - is daarom een precieze registratie van het geborgene nodig in een database. Hiervoor was het allereerst nodig eigen software te ontwikkelen, die met de eigenlijke archiefdatabase van het Historisches Archiv kan communiceren. Op deze rampzalig Ravage 40 2010 nummer 6

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 40