Recht op toegang tot overheidsdocumenten erkend als grondrecht Recht op overheidsonthouding Bedreigingen levenssfeer burger Archives without Borders Tjeerd Schiphof I Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens neemt sinds kort klachten in behandeling die gaan over toegang tot overheidsdocumenten. Wat is het belang van deze ontwikkeling? Openbaarheid van bestuur en toegang tot overheidsdocumenten werden tot voor kort niet als een grondrecht van de burger gezien. Voor Nederland blijkt dat uit de plaats die openbaarheid van bestuur inneemt in de Grondwet. De bepaling over openbaarheid, artikel 110, is niet opgenomen in hoofdstuk 1 dat over de grondrechten gaat, maar in hoofdstuk 5, 'wetgeving en bestuur'. Artikel 110 luidt: "De overheid betracht bij de uitvoering van haar taak openbaarheid volgens regels bij de wet te stellen." Uit de formulering en rubricering blijkt dus dat het niet gaat om een recht van de burger, maar om een plicht van de overheid. Dat lijkt een subtiel onderscheid, maar daar gaat toch een belangrijke principiële kwestie achter schuil. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is belangrijk voor de bescherming van de grondrechten. Nederland is partij bij dit verdrag dat een eigen rechtsprekende instantie kent: het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat zetelt in Straatsburg. Het EVRM gaat boven bepalingen uit onze nationale wetten, waaronder de Grondwet. Het verdrag kent geen expliciete bepaling die de burger recht zou geven op toegang tot overheidsdocumenten, maar wel een bepaling die de 'informatievrijheid' van de burger garandeert: artikel 10 (zie kader blz. 31). Is toegang tot overheids documenten onder deze informatie vrijheid te brengen? Tot voor kort werd dat afgewezen door het Europees Hof en werden verzoekschriften niet-ontvankelijk verklaard. De achtergrond hiervan is ruwweg dat de vrijheid van menings uiting geconcipieerd en geformuleerd is als een recht van de burger op overheids onthouding. Zo bezien moet de overheid afzien van ingrijpen als burgers onderling communiceren, maar is ze niet verplicht om actief te handelen, bijvoorbeeld door onder haar berustende informatie te verstrekken. Het idee dat de grondrechten alleen onthoudingsplichten van de overheid inhouden, is echter al lang verlaten. Er zijn omstandigheden waarin de verwerkelijking van wat een grondrecht beoogt beter is gediend met een handelende overheid. Een goed voorbeeld is de bescherming van de privacy. Dit is een grondrecht, vastgelegd in artikel 10 van de Nederlandse Grondwet en in artikel 8 EVRM. Oorspronkelijk betekende het dat de overheid zich moet onthouden van inmenging in de persoonlijke levenssfeer van de burgers. Gaandeweg bleek echter dat niet alleen de overheid, maar ook allerlei andere partijen de persoonlijke levenssfeer van de burger bedreigen. Daarom mag van de overheid verwacht worden dat ze actief ingrijpt, wat in Nederland gebeurd is met de totstandkoming van onder meer de Wet bescherming persoonsgegevens. Het Europees Hof heeft in verschillende gevallen uitgemaakt dat een overheid zich actief op diende te stellen en een burger toegang moest verlenen tot Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg (foto's Raad van Europa). nummer 6 2010 29

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 29