Vier deelthema's
Archival solidarity
Human Rights and Archives
Cross-Border Archives
Formation of the Nation State
and National Identity
met mensenrechten. In haar presentatie
zal zij aan de hand van voorbeelden uit
Mexico uiteenzetten hoe archieven
kunnen dienen om naleving van de
beginselen van het internationale recht
en de mensenrechten te garanderen.
De laatste plenaire bijdrage wordt verzorgd
door emeritus hoogleraar archief
wetenschap Eric Ketelaar, die in de
Nederlandse en Vlaamse archiefwereld
geen nadere introductie behoeft. Hij heeft
zich bereid verklaard om ter afsluiting
van het congres de belangrijkste
bevindingen samen te vatten en daaraan
een toekomstvisie te verbinden.
De call for papers die eind vorig jaar
wereldwijd is verspreid, heeft een groot
aantal aanmeldingen opgeleverd,
waaruit door het organisatiecomité
een inhoudelijke selectie is gemaakt.
Verdeeld over drie zalen zullen ruim
twintig sprekers optreden in parallel
sessies die zich concentreren op vier
verschillende thema's: Archival solidarity;
Human Rights and Archives; Cross-Border
Archives; en Formation of the Nation
State and National Identity. Alle
bijdragen dienen als bouwstenen voor
een na afloop van het congres te
verschijnen bundel, die de deelnemers
zonder bijkomende kosten zal worden
aangeboden.
De lezingen in de parallelsessies worden
- evenals de plenaire lezingen - gehouden
in het Engels of in het Spaans. De keuze
voor deze twee wereldtalen als voertaal
op het congres is ingegeven door de
verwachting dat op die manier een zo
groot mogelijke groep van internationale
collega's wordt aangesproken. In de
grote Academiezaal van het Vredespaleis
zorgen tolken ervoor dat ook zij die een
van beide talen niet machtig zijn, de
presentaties kunnen volgen.
De vier deelthema's van de parallel
sessies worden hierna achtereenvolgens
kort toegelicht (zie voor het volledige
programma overigens de speciale
congreswebsite:
www.archiveswithoutborders.org).
Het is duidelijk dat de omstandigheden
waaronder archivarissen hun werk doen
op verschillende plaatsen in de wereld
zeer verschillend is. Wat hen allen bindt,
is de beroepsethiek, concreet uitgedrukt
in de in 1996 gepubliceerde Ethische
Code. Het tiende artikel van die code
stipuleert dat "Archivists should promote
the preservation and use of the world's
documentary heritage, through working
co-operatively with the members of
their own and other professions".
Archives without Borders wil laten zien
wat er zoal mogelijk en onmogelijk is
op het gebied van grensoverschrijdende
ondersteuning door en voor archief
professionals. In 2009 heeft de ICA/SPA
een ontwerptekst gepubliceerd van een
"Universal Declaration on Archives",
waarin wereldwijd aandacht wordt
gevraagd voor de betekenis van
archieven. Zal deze publicatie de
internationale solidariteit tussen
beroepsbeoefenaren verder versterken?
Met name in landen zoals het Verenigd
Koninkrijk en Spanje is aan 'archival
solidarity' al heel concreet invulling
gegeven. Organisaties zoals de
International Record Management Trust
(Verenigd Koninkrijk) en Archiveros sin
Fronteras (Spanje) hebben het thema
met aansprekende projecten op de kaart
gezet. Vergelijkbaar is het initiatief van
de Nederlandse KVAN en de Norsk
Arkivrad, die gezamenlijk ondersteuning
bieden aan beroepsbeoefenaren in
Bangladesh.
Zeker waar mensenrechten in het geding
zijn, spelen archieven een belangrijke
rol als instrument van verantwoording,
als stille getuigen van wat zich in het
verleden heeft afgespeeld en daarmee
als onderdeel van de herinnering. Willen
archieven op authentieke en betrouw
bare wijze rekenschap afleggen van het
handelen van de overheid, dan moet
uiteraard wel de toegankelijkheid tot die
archieven gegarandeerd zijn. In Nederland
bijvoorbeeld is de toegankelijkheid van
burgers tot overheidsinformatie geregeld
in de Archiefwet en de Wet openbaarheid
van bestuur. Vanuit een heel andere hoek
van de wereld, namelijk Bangladesh, zal
Muhammed Lutful Haq ingaan op de in
2009 in zijn land van kracht geworden
'Right to Information Act'. Deze wet
regelt het recht van burgers op informatie
en erkent het fundamentele recht van
vrijheid van denken en spreken.
Dat de praktijk vaak weerbarstiger
is dan het bestaan van wetgeving doet
vermoeden, komt aan bod in de bijdrage
van de Marokkaan Youssef El Bouhairi.
De relatief vroege openbaarheids-
wetgeving in zijn land werd niet
of nauwelijks gedragen door de
overheidsinstellingen waarop zij
van toepassing was.
Meestal zijn archieven ontstaan binnen
bepaalde landsgrenzen; in het geval van
overheidsarchieven vallen zij onder het
archiefregime van dat land. Minder
duidelijk is de situatie voor archieven
van internationale en supranationale
organisaties. Waar horen zij thuis? Welk
land of organisatie is verantwoordelijk
voor het beheer ervan? Op dergelijke
vragen wordt onder anderen ingegaan
door Donna Kynaston, 'information
officer' bij de Wereldgezondheids
organisatie van de Verenigde Naties
in Genève.
Een Nederlandse organisatie die
grensoverschrijdende archieven beheert
is het Internationaal Instituut voor
Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
De aan dat instituut verbonden Huub
Sanders zal in zijn lezing aandacht
vragen voor archieven met betrekking
tot het internationalisme en wereld
wijde sociale bewegingen.
Een andere instelling die op het congres
onder de aandacht wordt gebracht, is de
International Tracing Service (ITS) uit het
Duitse Bad Arolsen. De ITS ondersteunt
slachtoffers van het naziregime door
met behulp van de eigen archieven te
documenteren en nazoekingen te doen.
Het proces van staatsvorming is
wereldwijd van grote invloed op de
vorming en het beheer van archieven.
Vroegere koloniën zijn zelfstandige
staten geworden, maar blijven door het
gedeeld verleden onmiskenbaar
verbonden met het oude moederland.
Niet zelden maken zowel kolonisator als
gekoloniseerde aanspraak op de
archieven. Djoko Utomo, de voorzitter
van de Indonesische beroepsvereniging,
zal spreken over het belang van 'arsip'
voor de nationale identiteit.
De Leuvense hoogleraar Emmanuel
Gerard was enkele jaren geleden lid
van de onderzoekscommissie die de
omstandigheden onderzocht rond de
moord op Congo's eerste premier, Patrice
Lumumba, in 1961. Gerard gaat in op de
vraag naar de betekenis van de archieven
voor het toenmalige onderzoek.
12 2010 nummer 6