KVAN Nieuws Scriptiemiddag in de Italiaanse zaal Afbakenen! Ook zit ik in een werkgroepje dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van het e-depot." Wat betekent SNAAI voor jou? "Ik kan mij nog levendig herinneren dat ik tijdens een college hoorde van de oprichting van SNAAI. Erika Hokke deelde dit aan de studenten mee. Dit initiatief leek me nuttig vanuit het oogpunt van kennisdeling en het opbouwen van een netwerk. Daarom heb ik mij destijds snel aangemeld. Ik was toen al lid van de KVAN. Een aardig detail is dat ik lid van de KVAN werd, terwijl ik nog nauwelijks één module Archivistiek B had gevolgd. Dus ook wat dat betreft was ik er snel bij en ik heb tot nog toe weinig ledenvergaderingen van de KVAN gemist. Ik hecht grote waarde aan het bestaan van platforms waar vakgenoten elkaar kunnen ontmoeten. Het geeft een stuk binding. Je kunt samen ergens voor staan en deze belangen zo breed mogelijk uitdragen. Dat geldt in mijn optiek ook voor SNAAI. Een heel bijzondere SNAAI-ervaring heb ik niet, maar alle meetings die ik heb bijgewoond, beantwoordden aan de kernwoorden 'samenbinding', 'kennisdeling' en het 'uitdragen van belangen'." Waarom heb je gekozen voor de studie Archivistiek? "Als kind hielden mijn hobby's mij al zo bezig dat het mijn wens was theologie of geschiedenis te studeren. Van beide is niets gekomen, omdat ik het advies kreeg naar de MAVO te gaan. Na een moeilijke tijd op de MEAO - veel te commercieel voor mij - belandde ik op de Hogeschool van Amsterdam. Daar volgde ik de opleiding IDM en Archivistiek B. Dit was geen noodsprong, maar een bewuste keuze. Mijn liefde voor geschiedenis was nog steeds heel sterk, maar na de MEAO geschiedenis studeren was niet mogelijk. Op deze manier kon ik toch met bronnen werken en deze voor een breed publiek ontsluiten. Overigens is kennis van de geschiedenis van uitermate groot belang in een tijd als de onze, die zich kenmerkt door maatschappelijke en culturele vervlakking. In een gebouw dat vaststaat op stevige heipalen kan de waan van de dag overleefd en gerelativeerd worden. Deze heipalen moeten alsmaar dieper de grond in en moeten worden verstevigd. Daar komen de ontwikkelingen betreffende digitale archieven en 'good governance' nog eens bij. Kortom, een archivaris maakt zich maatschappelijk zeer nuttig. Ik zeg regelmatig tegen mijn echtgenote: 'Als ik oud mag worden en ik ben nog gezond, dan werk en publiceer ik op mijn 80ste nog.'" Ambities "Mijn eerste doel is de afronding van de studie Archiefwetenschap. In de toekomst zie ik mijzelf werkzaam als archiefinspecteur, of als beleids medewerker acquisitie of programmamanager betreffende de ontwikkeling van e-depotomgevingen. Mijn scriptie gaat over deze jongste ontwikkelingen en heeft als probleemstelling: 'Op welke wijze veranderen de (werk)methoden van de archivaris door het preserveren van born digitals en welke (werk)methoden zijn nodig om op adequate wijze born digitals te beheren?' Wie zin heeft in het drinken van een wijntje, en in een praatje, kan mij mailen: t.h.vermeer@wanadoo.nl. Verder hoop ik in juni iedereen weer te ontmoeten bij de KVAN-studiedagen!" SNAAI'er in beeld: Theo Vermeer. Op woensdag 24 maart werd de inmiddels traditionele SNAAI-scriptie- middag gehouden. Gastheer was dit keer het Stadsarchief Amsterdam. Zelden was de zaal waarin wij mochten vertoeven zo mooi. We zaten in de Italiaanse zaal met grote spiegels en schilderijen aan de wand en een kroonluchter aan het plafond. Een prachtige plek voor drie presentaties van afgestudeerden. Ernest Verhees beet het spits af. Na de lerarenopleiding geschiedenis en de universitaire studie geschiedenis kwam hij terecht bij het Stadsarchief 's-Hertogenbosch. Als contractstudent volgde hij de archiefmodules en daarna in deeltijd IDM. Het schrijven van zijn scriptie voor IDM vond hij het leukste om te doen. Hij genoot van de vrijheid en leerde het meeste in deze periode. In zijn scriptie Verbetering van de digitale toegankelijkheid van gemeentelijke code-archieven in een archiefbewaar plaats maakte hij een analyse van de problemen bij de toegankelijkheid van gemeentelijke code-archieven. Hij ging hier verder op in en gaf ook aan welke oplossingen er zijn op het gebied van digitale toegankelijkheid. Ook gaf hij voorbeelden om met behulp van moderne zoekstrategieën en technische hulpmiddelen de kwaliteit van het 'zoeken en vinden' te verbeteren. Waar het allemaal om draaide deze middag waren de tips die de afgestu deerden ons konden geven. Ernest vertelde dat het schrijven van de onderzoeksopzet hem wel wat moeite kostte, maar dat het hem achteraf gezien wel goed heeft geholpen. Hij raadt andere studenten daarom ook aan om vol te houden als ze hier moeite mee hebben. Het is uiteindelijk een heel goed basisdocument om je scriptie op te baseren. En het is bovendien een belangrijk hulpmiddel bij de afbakening van je onderwerp. Robin Lassche was de volgende spreker. Hij is van oorsprong beeldend kunstenaar, maar kreeg daarmee niet genoeg brood op de plank en besloot vervolgens geschiedenis te studeren. Hij werd 28 2010 nummer 5

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 28