Werken 2.0, Archiveren Naast bestaande kanalen als post en e-mail verlopen transacties ook via Web 2.0, zoals via blogs, wiki's, media-sharing en social networking systems. Deze nieuwe manier van werken - Werken 2.0 genaamd - is de toekomstvisie van veel organisaties. Hierbij dringt de vraag zich op waar de 2.0-informatie wordt opgeslagen. De Archiefwet heeft het over neerslag uit het bedrijfsproces, "bescheiden, ongeacht hun vorm". Maar: is de archiefwereld wel goed genoeg toegerust om deze informatie te archiveren? Is er dan niet ook behoefte aan Archiveren 2.0? Social networking system: digitale ontmoetingsplek, bijvoorbeeld Archief 2.0. Syndication and notification technologies: abonnement op attenderingen, bijvoorbeeld RSS-feeds. Opslag Virtueel dossier Marleen Pijpelink De nieuwe Archiefregeling biedt weinig praktische hulp bij Archiveren 2.0 en is nog gefocust op papier. In de Archiefregeling wordt over bijvoorbeeld de digitale hand tekening gezegd dat er veel verwarring over bestaat en dat ontwikkelingen te snel verlopen om erop in te gaan. Vervolgens wordt wel pagina's lang verteld over golf karton en rollerbalpennen. In de regeling worden 2.0-hulpmiddelen als informa tiekanalen niet genoemd, dit in tegen stelling tot een recente DoD-richtlijn die hier speciaal over gaat. Positief is dat de eis tot gebruik van een 'metagegevensschema' volgens de NEN-ISO 23081:2006 voor ontsluiting is opgenomen en dat specifieke opslagformaten voor digitale archief bescheiden zijn losgelaten. Daarnaast is er de eis tot het vaststellen van het gedrag van digitale archiefbescheiden om authenticiteit te kunnen waarborgen. Werken 2.0: met behulp van online (overal bereikbare) applicaties digitaal samenwerken en (informatie) delen. Blog: digitaal dagboek, bijvoorbeeld GeenStijl. Microblog: blog in 140 characters, bijvoorbeeld Twitter. Wiki: documenten gezamenlijk bewerken, bijvoorbeeld Wikipedia. Media-sharing service: het delen van media, bijvoorbeeld YouTube. Archiveren 2.0 sluit aan bij de visie van het Records Continuum Model van Frank Upward, betreffende de 'capture' van records op specifieke momenten in het werkproces wanneer vooraf bepaalde 'grenzen' zijn overschreden, zoals beschreven in procedures (gebaseerd op wet- en regelgeving en standaarden). Records zijn 'bevroren' in de tijd en ruimte vanaf het moment van creatie. Door archi vering kunnen zij voor verschillende doel einden gebruikt worden door beschikbaarstelling op verschillende locaties en tijdstippen. Voor capture is er diverse capture-software. Van online transacties of teksten die bijvoorbeeld in een wiki worden gemaakt, worden 'snapshots' gemaakt of wordt informatie gedownload. De gebruiker slaat deze vervolgens lokaal op. Voor de capture van websites is er HTTTrack, waarmee een site in zijn geheel te downloaden is. Microsoft SharePoint is te integreren met Outlook voor de capture van e-mail. E-mail wordt mét (originele) metadata/ordening opgeslagen en gearchiveerd in SharePoint. Een voorbeeld van archivering van 2.0-content op grote schaal: de Library of Congress heeft op 14 april 2010 aan gekondigd alle tweets sinds 2006 te gaan archiveren. Bij Werken 2.0 kom je al gauw de term 'the cloud' tegen. The cloud is een online service voor opslagruimte en functionaliteit met betrekking tot (de omgang met) informatie. Het is te vergelijken met outsourcing in de papieren situatie. The cloud biedt overal toegankelijke en hardwareonafhankelijke diensten. Archiveren gebeurt niet langer lokaal, maar in the cloud. Beheer en controle is daarbij belangrijk. Informatieopslag elders heeft risico's en al helemaal als het gratis is. Zo biedt Google online ECM-pakketten (ECM: Enterprise Content Management: opslag, beheer, delen van zwak of ongestruc tureerde informatie) in the cloud. In de gebruikersvoorwaarden voor de gratis Google Docs staat echter dat Google jouw opgeslagen informatie voor eigen doeleinden mag gebruiken. Bij betaalde versies van Google-hulpmiddelen heb je meer controle over je informatie. Een andere aanbieder is Backupify, die alle 2.0-informatie 'captured' en opslaat in de cloud van Amazon. Menselijke ontsluiting blijft essentieel om de juiste context mee te kunnen geven aan gearchiveerde informatie. Ontsluiting stuit op weerstand bij hen die beweren dat een zoekmachine altijd alles kan terugvinden door automatische classificering. Deze mensen zouden De Virtuele Sweatshop in de NRC van 28 januari 2010 eens moeten lezen. Het artikel gaat over 'Mechanische Turken' die virtueel werk doen. Zij voorzien onder andere plaatjes van trefwoorden voor Google. Ongeacht de opslaglocatie(s) is het verstandig virtueel één gecontroleerd geheel te archiveren: het virtueel dossier. Aan dit virtueel dossier, waarin alle informatie over één instantie van een proces samenkomt, worden metadata als bewaar- en vernietigingstermijnen en context-metadata toegekend. Metadata zoals afsluitdatum en procestype leiden de informatie door het digitale archiverings- proces en triggeren archiveringsacties. Marleen Pijpelink senior ECM consultant. nummer 5 2010 15

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 15