éM Aantallen en afkomst Economische oriëntatie Tussen 1371 en 1642, ruim twee en een halve eeuw lang, heeft de Broeder schap naast gezworen broeders dus ook gewone leden gekend. Wat deze gewone leden betreft, zien we de volgende ontwikkelingen: - Van 1371 tot circa 1520 is er duidelijk sprake van een periode van expansie, zowel wat betreft ledental als geogra fisch bereik. - Na 1520 zet een periode van contractie in, opnieuw zowel qua ledental als qua geografisch bereik. Afbeelding 3 laat het gemiddeld aantal inschrijvingen en het verloop per jaar zien. We zien een vrijwel ononderbroken intehirgwirtgtn rtw g^a öMeic^hnd NO* l-tofand .j H J Mil i>ïc l/g '9 ri pr NG* ftjrf-nirj I [jftii BGeta CJematijg i.i:t f'^sentar dan 7*Hl.rKl nDiilslard Loon -iLU OCH pjj, p. ^üpCtlW- ffUMl 4IÏ-C1] Afbeelding 4: regionale spreiding van de leden. stijging van 1370 tot ongeveer 1510, gevolgd door een zeer snelle afname vanaf ongeveer 1520. In de laatste decennia van de veertiende eeuw telde de broederschap jaarlijks gemiddeld enkele tientallen nieuwe leden, in de loop van de vijftiende eeuw steeg het aantal jaarlijkse inschrijvingen gestaag en het eerste decennium van de zestiende eeuw vormde het hoogtepunt met gemiddeld bijna 600 nieuwe inschrijvingen per jaar. Het absolute topjaar wat inschrijvingen betreft was 1496, met maar liefst 994 nieuwe leden. Daarna volgde de omslag. Na 1520 vond een zeer snelle afname van de ledenaanwas plaats. Op haar hoogte punt, aan het begin van de zestiende eeuw, telde de broederschap maar liefst bijna 14.000 leden. Dan de geografische herkomst. Zoals gezegd was ook wat dat aspect betreft de periode tot circa 1520 er een van ex pansie: aanvankelijk kwamen de nieuwe leden vooral uit 's-Hertogenbosch en om geving, maar geleidelijk aan kwamen ze van steeds verder weg, met uitschieters tot in Engeland, Frankrijk en het Oostzee gebied/Rusland toe. Na 1520 zien we ook wat geografische herkomst betreft een contractiebeweging: in snel tempo werd het rekruteringsgebied weer verkleind tot 's-Hertogenbosch en directe omgeving. In afbeelding 4 zijn de aantallen inschrijvingen gerangschikt naar regio van herkomst. Daarbij moeten wij er eerst met nadruk op wijzen dat bij 56% van de bijna 40.000 inschrijvingen geen plaats van herkomst wordt vermeld. Het staat vast dat een groot deel van deze 56% uit 's-Hertogenbosch en directe omgeving afkomstig was. Deze grote groep is niet meegenomen in dit diagram. Hierin zijn alleen inschrijvingen opgeno men met een vermelding van plaats van herkomst (44% van alle inschrijvingen) gerangschikt naar regio. De grootste groep leden (30%) komt uit het noordoostelijke deel van het hertogdom Brabant. Daar naast kwamen veel leden uit achtereen volgens Holland (29%), de rest van het hertogdom Brabant (13%), het Rijnland (10%), Utrecht (6%) en Gelre (5%). Als we kijken naar de plaatsen van her komst wordt het beeld nog wat scherper. In afbeelding 5 zijn de plaatsen aangege ven die meer dan vijftig leden leverden. Direct valt weer het sterke overwicht van het directe achterland van 's-Hertogen- bosch op. Verder zien we weer dezelfde regio's het sterkst vertegenwoordigd: Hol land, het Rijnland, Utrecht en Gelre. Wat het hertogdom Brabant (exclusief Meierij en noordoostelijke gebieden) betreft, valt op dat de broederschap in het noordwes ten (met name Breda en Etten) en ook het midden van het hertogdom Brabant een groot aantal leden telde (Turnhout 126, Herentals 121, Mechelen 365, Diest 86, waarbij bijzonder veel begijnen en vrouwelijke geestelijken). Opvallend laag is daarentegen het aantal inschrijvingen uit Antwerpen (76) en uit het zuidelijk deel van Brabant (Leuven 22, Brussel 20, Tienen 2, Aarschot 2). Hiermee wordt onderstreept wat al vaker in ander verband is opgemerkt: 's-Hertogenbosch was politiek-bestuurlijk verbonden met het hertogdom Brabant en dus met het zuiden. Maar in andere opzichten, met name economisch, was het hertogdom veel meer georiënteerd op het noordelijk gelegen rivierengebied van Antwerpen, via Holland, Utrecht en Gelre tot in het Rijnland. Afbeelding 5: lokale spreiding van de leden. In de database kan worden gezocht via de naam in de oorspronkelijke spelling, hoewel dit enige creativiteit van de onderzoeker vereist. Ook kan rechtstreeks op een titel/beroep of op een plaatsnaam gezocht worden. Wat betreft dat laatste moeten we opmerken dat bij veel perso nen geen plaatsnaam vermeld staat. Deze zullen vermoedelijk uit 's-Hertogen- bosch of uit de directe nabijheid komen. Vanuit het gevonden resultaat kan, om de scan te zien, doorgeklikt worden naar het hele register of de specifieke pagina waarop de naam vermeld staat ('akte'). Als toegift bij dit project zijn ook de wapenboeken van de gezworen leden geïndiceerd. Vanuit deze index kan men rechtstreeks naar de bladzijde waar het wapen afgebeeld is. Hier zijn bijvoor beeld ook de wapens van de leden van het Koninklijk Huis te vinden, de enigen die nog als zwanenbroeder lid kunnen worden. Een tweede toegift wordt gegeven in de vorm van de gezangenboeken van de broederschap. Deze juwelen, voor een deel afkomstig uit het beroemde atelier van Alamire (zelf overigens ook een buitenlid), vormen een hoogtepunt in de muziekgeschiedenis van de Lage Landen. De originele exemplaren zijn veelal tentoongesteld, waarbij twee pagina's zichtbaar zijn afgebeeld. Via internet zijn deze boeken nu in hun geheel door te bladeren met alle tech nische mogelijkheden van dien. Annemarie van Lith-Droogleever Fortuijn, Jan Sanders en Anton Schuttelaars allen werkzaam bij het BHIC. Meer info: www.bhic.nl/broederschap. nummer 4 2010 35

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 35