Dissertaties
en onderzoekstrends
Onderzoeksresultaten
Noten
Aan de Universiteit van Amsterdam promoveerden in december 2009 maar liefst vijf archivarissen:
Ferdinand Ector en Gert Jan van Bussel op 2 december, Susan Tucker op 10 december en Peter Horsman
en Theo Thomassen op 16 december. De vijf promoties leverden drie recepties op: de promotie van Ector
en Van Bussel was een dubbelpromotie en Horsman en Thomassen promoveerden direct na elkaar. In alle
gevallen was de promotor Eric Ketelaar, die daarmee toppromotor werd van de Faculteit der Geestes
wetenschappen over 2009. Waar gaan de proefschriften over en in welke onderzoekstrends passen ze?
Aboe Bakar zou tot 1912 deze functie
van drogman bekleden en fungeerde
als spil in een netwerk van informanten
binnen de stad Mekka.
Het onderzoek heeft een aantal interes
sante werkstukken opgeleverd, waarbij
de onderzoekers als het ware "onder de
huid van het koloniale archief" kropen,
zoals een van de studenten opmerkte.
De angst voor georganiseerd verzet
tegen het koloniale gezag door inheemse
groepen, daartoe aangezet door hadji die
soms pas na jarenlang verblijf in Mekka
naar Nederlands-Indië terugkeerden, leid
den tot maatregelen van de Nederlandse
overheid. Die varieerden van registratie
van bedevaartgangers en systematische
controle van de scheepstransporten, tot
het systematisch inwinnen van informa
tie over politieke activiteiten in Mekka.
Niet alleen de mogelijkheden tot, maar
ook de effectiviteit van registratie, con
trole en inwinnen van informatie waren
volledig afhankelijk van de kwaliteit van
de archiefvorming, de archiveringssyste
men en de capaciteit van de betrokken
overheidsorganen om de informatie uit
te kunnen wisselen. Een van de belang
rijkste conclusies van het onderzoek is
wel dat de studenten aantoonden dat
de informatie die via informanten in de
Jawa-Kolonie in Mekka werd vergaard,
langs de lijnen van een omvangrijk
informatienetwerk tot in de poriën van
de koloniale staat doordrong.
1 Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid, Dynamiek in islamitisch
activisme. Aanknopingspunten voor demo
cratisering en mensenrechten (Amsterdam
2006).
2 James C. Scott, Seeing like a state. How
certain schemes to improve the human
conditions have failed (New Haven/London
1998)
3 F. Jacquet, 'Mutiny en hadji-ordonnan
tie: ervaringen met 19e eeuwse bronnen',
in: Bijdragen tot de taal, land en volken
kunde 136 (1980), 283-312.
4 Raden Aboe Bakar en de beroemde
arabist en islamoloog Christiaan Snouck
Hurgronje raakten innig bevriend. Aboe Ba
kar fungeerde ook voor Snouck Hurgronje
als belangrijke bron van informatie.
Charles Jeurgens hoogleraar Archivis-
tiek aan de Universiteit van Leiden en
werkzaam bij het Nationaal Archief.
Onderzoekspapers in het kader van het
researchseminar 'The Dutch Jeddah-
office. Information gathering activities
by the Dutch colonial state':
- Nico Vriend, 'Als gevangenen in Djed-
dah.Het Nederlandse consulaat te
Djeddah, 1872-1885.
- Rudi Syahputra, Seeing the Hajj. The
Dutch policy for the Djawa-Kolonie
in Mekka.
- Supaporn Jeenmai, In the secret ar
chive of the Jeddah-office, 1904-1915.
- Muhammad Yuanda Zara, The role
of the Dutch Jeddah-office concerning
the Netherlands-Indies pilgrims
passport, 1900-1940.
- Erita Tantri, Hajj Transportation in
the Netherlands Indies, 1910-1940.
- Raymund Schütz, Onder de huid van
het koloniale archief. Crisisverwerking
en crisisproductie door het koloniale
web.
- F.X. Widiarso, The Dutch legation
in Jeddah.
Ferdinand Ector is Hoofd Informatie
beheer bij het Regionaal Historisch
Centrum Eindhoven en Geert-Jan van
Bussel is directeur van Van Bussel Docu
ment Services. Hun proefschrift - Op zoek
naar de herinnering. Verantwoordings-
Theo Thomassen
systemen, content-intensieve organisaties
en performance - gaat over de verant
woordingsfunctie in content-intensieve
organisaties en de rol die content (docu
menten en archiefdocumenten) daarin
vervult. Ector en Van Bussel willen
aantonen dat dergelijke organisaties zich
beter kunnen verantwoorden tegenover
de overheid, de aandeelhouders, de
rechterlijke macht en de maatschappij,
als zij de performance van hun bedrijfs
processen - zowel qua doelmatigheid als
nummer 4 2010 29