Ontwikkelingen in
boekconservering.
Een model is ook maar
een model
Noten
Verschuivingen in het
denken over collectie-
behoud en de uitvoering
van interveniërende
conservering
Foto 2: een oontol delen uit de serie 'Krijgs- en geschiedkundige geschriftendoor W.Knoop (1861),
waarvan de eenvoudige linnen bonden in uiteenlopende perioden op verschillende wijze zijn behandeld.
Het meest linker deel kreeg een nieuwe bandzetter, daarnaast staat een herbonden deel dat rondom
schoongesneden werd, maar waarbij het oude linnen wel werd teruggeplakt op de nieuwe band.
Daarnaast een recente restauratie waarbij zo terughoudend mogelijk werd gewerkt. Geheel rechts een
nog onbehandeld deel, waaraan de zwakte van het negentiende-eeuwse materiaal goed te zien is.
chemische aantasting van papier. De
verzuurde papieren kunnen worden
ontzuurd om verval tegen te gaan en
deze winnen daarmee aan levens
duur. Ook wordt hiermee voorkomen
dat vluchtige organische stoffen die
tijdens het verouderen en verzuren van
het papier ontstaan, de naastgelegen
papieren aantasten. Veel geraadpleegde
archieven kunnen worden verfilmd of
gedigitaliseerd om ze voor een groot
publiek toegankelijk te maken; de origi
nele documenten hoeven daardoor de
'kast niet meer uit', zodat ze langer in
goede staat zullen blijven. Enkele stuks
kunnen worden gerestaureerd om ze
bijvoorbeeld geschikt te maken voor een
tentoonstelling.
Door het inzichtelijk maken van al deze
verschillende mogelijke maatregelen en de
effecten ervan op de objecten, kan goed
overwogen worden wat wenselijker is:
voor een bepaald bedrag de luchtzuive-
ringsfilters aanpassen of voor datzelfde
bedrag een paar meter archief ontzuren.
Welke beslissing het meest geschikt is,
zal natuurlijk per situatie verschillen, al
zal het in grote lijnen zinvoller zijn een
maatregel te nemen die effect heeft
op de hele collectie dan één die slechts
enkele stuks uit die collectie betreft.
Binnen het denken in een systeem als
het Pollution Pathway gaat het niet
alleen om de vraag wat het oplevert als
we een bepaalde maatregel toepassen,
maar ook om het risico als we dit niet
doen. In een land als Denemarken -
waar het archiefdepot in een omgeving
staat met schone lucht - is luchtzuivering
minder relevant, want nauwelijks nodig,
dan bij het Nationaal Archief, waar
van de depots zich bevinden op een
kruispunt van snelwegen en naast een
bus- en treinstation. In Suriname - warm
en heel vochtig - is klimaatbeheersing
belangrijker dan in onze gematigde
streken, waar het wel vochtig kan zijn maar
niet vaak tegelijk vochtig én warm is.
Natuurlijk zitten er haken en ogen aan
dit soort kosten-batenmodellen. Soms is
de invloed van een bepaalde factor op
de veroudering onduidelijk, sommige
totaalkosten zijn niet bekend, maar
vooral is het lastig te berekenen wat
precies de winst is voor een object van
die bepaalde maatregel. Hoe bepaal je
het effect van een minder snelle verou
dering op de collectiewaarde? Dit is de
vraag die bij alle besproken modellen
terugkomt. Tot op zekere hoogte zullen
dergelijke berekeningen fictief zijn en
gebaseerd op aannames. Toch kunnen
op basis van deze berekeningen wel
degelijk gefundeerde beslissingen geno
men worden, die de effectiviteit van het
conserveringsbeleid zullen vergroten.
1 'Rollen van betekenis, het risico
van verlies aan materiaalgebonden
informatie als neveneffect van behande
ling.' Metamorfoze-projectnrs. 2008-20,
2009-30, 2010-31.
2 Toestanden 1 en 2 uit Informatie
blad nr. 1 van het ICN: B. Reissland en
J.H. Hofenk-de Graaff, 'Beoordeling van
de toestand van papier met ijzergallus-
inkt' (mei 2000); en Toestanden 3 en 4
uit ditzelfde Informatieblad.
Gabriëlle Beentjes senior adviseur
conservering Nationaal Archief.
Karin Scheper
Het is lang geleden dat met 'restau
ratie' een behandeling werd bedoeld
waarvan het uitgangspunt was dat de
18 2010 nummer 4