Testen Uitvoering Noten In totaal is 148 miljoen euro beschikbaar gesteld om binnen tien jaar schoon schip te maken en de papieren archieven (circa 800 km) die tussen 1976 en 2005 zijn gevormd te waarderen, te selecteren, te bewerken dan wel te vernietigen. Hiervoor wordt een grote nieuwe archief- bewerkingsorganisatie opgebouwd, die onder de naam Doc-Direkt op 1 januari 2010 van start is gegaan. Om deze grote opgave binnen tien jaar te kunnen afronden, is een andere, snellere manier van selecteren en bewerken vereist. Als we de selectiemetho de niet zouden veranderen, zo is de inschat ting, zal ongeveer 50 jaar nodig zijn om de enorme hoeveelheid archieven te selecteren en te bewerken. Dat is maatschappelijk gezien volstrekt onaanvaardbaar: het is niet alleen onbetaalbaar, maar overheidsarchie ven uit de periode 1975-2005 die misschien pas over 30, 40 of 50 jaar voor burgers beschikbaar komen, zijn nauwelijks nog betekenisvol als instrument waarmee ver antwoording van het handelen kan worden afgelegd. Daarnaast is er nog een belang rijke reden waarom de bewerking van de reeds gevormde archieven zo snel mogelijk moet worden voltooid. Voorkomen dient te worden dat een soortgelijke situatie ontstaat in de digitale informatiehuishouding, want dan zal het nauwelijks nog mogelijk zijn om gericht en in samenhang te waarderen en te selecteren. Wat dan nog rest is het bedrijven van een vorm van digitale archiefarcheo- logie. De energie dient dan ook zo snel mogelijk gestopt te worden in het creëren van een duurzame informatiehuishouding, waarin waarderen en selecteren volledig geïntegreerd zijn in het informatiemanage ment. Vanuit dat perspectief wordt nu in een aantal pilots onderzocht of de instrumenten die primair ontwikkeld zijn met het oog op het vroegtijdig kunnen waarderen en selec teren in een digitale archiefomgeving, ook op succesvolle wijze ingezet kunnen worden voor de bewerking van de reeds gevormde archieven. Zo zijn waarderen en selecteren van de achterstanden ook een proeftuin voor het toekomstige instrumentarium. Sinds begin november 2009 voert het Nationaal Archief, samen met het ministerie van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), in een pilot een zogeheten prioriteringsschouw uit. Deze pilot heeft betrekking op zo'n 15 kilometer archiefma teriaal dat in de periode 1976-2005 door het kerndepartement is gevormd. Het doel van deze pilot is drieledig. In de eerste plaats wordt getest of de uitkomsten van een trendanalyse, systeemanalyse (over de werking van deze instrumenten is uitgebreid verslag gedaan in Archievenblad nummers 1 tot en met 3 van 2009) en van de risicoana lyse op eenvoudige manier vertaald kunnen worden naar de archiefbestanden die in de kelders van het departement bewaard worden. Daarnaast zijn we benieuwd of met de inzet van deze instrumenten een versnelling ten opzichte van de bestaande methode kan worden gerealiseerd. Tot slot zijn we benieuwd in hoeverre de resultaten van deze nieuwe manier van waarderen en selecteren inhoudelijk afwijken van de bestaande methode. Daarover kan de pilot inzicht verschaffen, omdat het grootste deel van het genoemde bestand ook al volgens de bestaande selectielijsten is gewaardeerd. De kern van de pilot bestaat uit het toepas sen van drie analyses. De drie analyses dienen elk een verschillend doel. De trendanalyse brengt de invloeden vanuit de samenleving in kaart die als zodanig hun stempel (kunnen) hebben gedrukt op het handelen van het ministerie. De risicoana lyse brengt in kaart welke informatie voor het ministerie van vitaal belang is (geweest) voor de bedrijfsvoering, of om zich vanuit een juridisch, politiek en maatschappelijk perspectief te kunnen verantwoorden. Het gaat er bij de risicoanalyse primair om die informatie te identificeren die bij verlies ervan tot grootschalige ongewenste effecten zou (hebben) kunnen leiden (bijvoorbeeld dodelijke slachtoffers, zware politieke gevolgen, grote juridische claims). De systeemanalyse tot slot legt een relatie met de informatie die van vitaal belang is voor het functioneren van de organisatie als zodanig. Zonder Kadaster zouden bijvoor beeld veel processen tot stilstand komen. Deze hele exercitie is erop gericht om op basis van deze verschillende invalshoeken een rangorde aan te kunnen brengen in het belang van bewerking van de geïdentifi ceerde bestanden. Dit laatste noemen we prioritering. Die prioritering is nodig omdat we er ernstig rekening mee moeten houden dat de omvang van het materiaal dat op grond van een autonome waardering voor bewaring in aanmerking komt, veel groter zal zijn dan de beschikbare capaciteit, tijd en geld. We moeten immers niet vergeten dat de benodigde tijd bij gebruik van de bestaande selectie- en bewerkingsmethode veel groter is dan we beschikbaar hebben. Priorite- ring heeft tot doel om, op basis van de genoemde analyses, ervoor te zorgen dat de meest relevante bestanden voor het kunnen reconstrueren van het overheidshandelen worden geïdentificeerd en veiliggesteld. In de afgelopen maanden zijn de verschil lende analyses gemaakt. De grootste on derneming was het maken van een analyse van de trends, trendbreuken en hotspots voor zover die een doorwerking hebben gehad binnen de beleidsvelden volkshuis vesting, ruimtelijke ordening en milieu in de periode 1976-2005. Hieraan zitten nog wel de nodige haken en ogen. Op basis hiervan zijn de organisatorische eenheden binnen VROM geïdentificeerd die zich specifiek met deze ontwikkelingen hebben beziggehou den. Tegelijkertijd is er volgens een van te voren bepaald format een bestandsop name gemaakt van de archieven die in de depots staan, met het doel een koppeling te kunnen maken tussen de uitkomsten van de verschillende analyses en de archief bestanddelen die de neerslag zijn van het handelen van het ministerie voor zover ze gerelateerd zijn aan de geïdentificeerde trends, trendbreuken en hotspots. Behulp zaam hierbij was het institutionele overzicht dat de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) sinds 1 januari onderdeel van de nieuwe bewerkingsorganisatie Doc-Direkt - maakte tot op het niveau van directies, met een bijbehorende opsomming van taken en be voegdheid binnen het ministerie van VROM over de periode 1976-2005. In de komende weken zullen de resultaten van al deze afzonderlijke analyses worden gekoppeld aan de uitkomsten van de bestandsopname (schouw). Dan zal duidelijk worden of en welke rol deze instrumenten kunnen spelen bij het kunnen prioriteren van deze archief achterstanden. 1 www.guardian.co.uk/artandde- sign/2009/dec/08/richard-wright, geraad pleegd 12 december 2009. Charles Jeurgens hoogleraar Archivistlek en werkzaam bij het Nationaal Archief. nummer 1 2010 25

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 25