Nieuwe mogelijkheden Digitaal archiefbeheer Kadaster Goede hoop Noten De slechte materiële staat van deze kaarten. Uit een steekproef bij een kadastervestiging in 2007 bleek dat voor overdracht van de hulpkaarten het Kadas ter veel geld zou moeten investeren in de restauratie. Het in goede staat brengen van de hulpkaarten van een vestiging kost circa 3,4 miljoen. Voor alle kadasterves tigingen bedragen de restauratiekosten circa 46 miljoen. Of een dergelijke besteding van overheidsgeld maatschap pelijk verantwoord is is, gelet op de totale kosten van het digitaliseringsproject van circa 20 miljoen, zeer de vraag. Gezien de slechte staat heeft de conservering van het kaartmateriaal in het werkproces nooit hoge prioriteit gehad bij het Kadaster;6 Hulpkaarten en veldwerken zijn als onderdeel van het cultureel erfgoed in historisch-cartografisch opzicht niet van bijzondere waarde. Ook de nauwkeurig heid van de hulpkaart is beperkt;7 De informatie van de hulpkaart is in gegeneraliseerde vorm verwerkt in andere kaarten: de bijbladen, nette- en gemeenteplans. Deze zijn bewaard en overgedragen aan de RHC's, het Nationaal Archief en gemeentearchieven;8 Tussen de hulpkaart en de leggers is geen direct verband. De legger verwijst naar de kadastrale aanduiding van de percelen (sectie en perceelnummer), maar niet naar de kadastrale kaarten.9 In het substitutieproces wordt de analoge hulpkaart vervangen door een digitaal me dium. Hoewel de papieren kaarten niet be waard blijven, zal de informatie uit de hulp kaarten over de percelen worden vastgelegd in een database van het Kadaster. Het is voor de taakuitvoering van het Kadaster, de vast goedregistratie, van groot belang dat deze informatie volledig, authentiek en duurzaam bewaard blijft voor de eeuwigheid. Digitalisering heeft ook een aantal voorde len. Door digitalisering wordt extra infor matie toegevoegd aan het kaartmateriaal, wat de betrouwbaarheid bevorderd. In het scanproces worden de percelen geïndexeerd, waarbij fouten in de perceelnummering worden verbeterd. Ook onleesbare teksten op de achterkant kunnen door beeldbewer king worden ontcijferd. Deze informatie was zonder digitalisering nooit verzameld. De digitale hulpkaart biedt nieuwe mogelijk heden voor onderzoek. Door toepassing van de nieuwe techniek van georefereren kan de hulpkaart worden gecombineerd met andere kaarten op gelijke schaal, zoals de militaire stafkaart (TMK). Hierdoor kan een historische analyse van een gebied veel nauwkeuriger worden uitgevoerd.10 Zoals bekend, conformeert het Kadaster zich niet aan het overdrachtsregime van de Archiefwet. Op basis van de Kadasterwet en de opschortingsregeling uit 1977 heeft het Kadaster archiefbestanden zoals hulpkaarten meer dan 150 jaar in eigen beheer gehou den. Door digitalisering van de hulpkaarten is er nu een nieuwe situatie ontstaan, wat aanleiding is om tot nieuwe afspraken te komen over het archiefbeheer. Sinds kort wordt door het Kadaster en het Nationaal Archief overlegd over de verschil lende scenario's voor het gezamenlijke beheer van de digitale archiefbestanden bij het Kadaster. Dit overleg vindt plaats in kader van de digitale duurzaamheid, waarbij regels voor de inrichting van het e-depot zijn geformuleerd, die ook van toepassing zijn op het Kadaster. Hopelijk is er voor de afronding van de digitalisering van hulpkaarten in 2010 een nieuw samenwerkingsakkoord tus sen Kadaster en het Nationaal Archief voor het digitaal archiefbeheer. De digitalisering bij het Kadaster geeft nu misschien aanleiding tot bezorgdheid onder geodeten, maar het biedt goede hoop op de totstandkoming van een nieuwe rege ling voor het gezamenlijke beheer van het digitale archief door het Kadaster en het Nationaal Archief. De digitalisering van hulp kaarten is in dit opzicht misschien wel een blessing in disguise voor het archiefbeheer van het Kadaster. 1 R. van der Schans, 'De ontsluiting van het kadastrale verleden - een bron van zorg', Geo-Info 5 (2009) 150-152. Digitale versie op: www.geo-info.nl. 2 Rijksarchiefinspectie 2005, Doorlich ting archiefbeheer van de dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers. Deze machtiging onder de Archiefwet 1962 is destijds voor onbepaalde tijd verstrekt, speciaal voor de registers en kaarten, en is nooit ingetrokken. 3 Kernpunt van dit 'Herenakkoord' was dat het Kadaster met de over te dragen registers gratis een raadpleegbaar kopiebe stand op microfilm leverde. In ruil hiervoor zagen Rijksarchieven af van eisen ten aanzien van de materiële staat en betaalden ze de verpakking. 4 Zie voor recente handleiding: P. Krui- zinga, 'De kadastrale legger en aanverwante bronnen, 1812-1990' in: Broncommentaren 3 (1997) 17-73. 5 Op de hulpkaart worden de juridische grenzen van zakelijke rechten op grond afge beeld, de topografie ontbreekt volledig. Zie C. Koeman en F.J. Ormeling, Algemene Karto grafie (Geografisch Instituut Utrecht, z.j.). 6 Vestiging Zoetermeer: bij een aselecte steekproef met nauwkeurigheid van 90% op een bestandsomvang van 225.000 kaarten, vertoonde 54% scheuren; 24% resten van cellotape; 24% perforaties. De veldwerken voor 1880 zijn ernstig aangetast door verzu ring van papier en moeten volledig worden gerestaureerd. De gehele de restauratie kost circa 7900 mensdagen. In die zin zou juist de slechte materiële staat reden voor bezorgd heid moeten zijn voor de onderzoekers. 7 Zie onder anderen: C. Koeman, Geschiedenis van de kartografie van Nederland (De Bilt 1981) 229; C. Koeman en F.J. Ormeling, Algemene Kartografie, 106. Oude plans worden als onbetrouwbaar en ondeugdelijk gekwalificeerd; A. van der Meer, Gemeentegrenzen in Nederland: een juridisch, technisch en kadastraal onderzoek (2007) 89-92. 8 Broncommentaren 3 (1997) 91; C. Koeman, 'Bijdragen van het Kadaster aan de kartografie van Nederland', in: P. de Haan e.a., Op goede gronden (Den Haag 1982) 103-134; W. Dubbelt, Het Kadaster. De oprichting en de geschiedenis (Apel doorn 1968) 48; M. de Vos, Het kadaster en de boekhouding op de hypotheken. De tegenwoordige inrichting voorafgegaan door die in vroegere tijdvakken (Groningen 1902) 244-245, 253-254. Met de hulpkaart werd periodiek een bijblad vervaardigd van de ka dastrale sectie. In de twintigste eeuw diende het bijblad als basis voor de hulpkaart; Nationaal Archief, 4.KADOR-GS en 4.KADOR- RS (bijbladen van Zuid-Holland), 4.KADOR-VP (de vervallen nette- en veldplans van Zuid Hollandse gemeenten). 9 Broncommentaren 3 (1997) 38. 10 E. Heere, 'Oude kaarten in een Gis, mogelijkheden en beperkingen', Caert- Thresoor 28 (2009) afl. 2 33-39. De hulp kaart kan door georefereren in verband worden gebracht met andere nauwkeurige kaarten gebaseerd op het rijksdriehoeksnet. René M. Haubourdin werkzaam bij het Nationaal Archief, Selectie en Bestel, over heidsarchieven. nummer 1 2010 23

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2010 | | pagina 23