oetft.nl
Zendingstaak?
Professionaliteit in het gedrang?
Noten
ook in het digitale tijdperk. Deelname aan de
digitale infrastructuur gaat echter niet voor
niets. Ik kan me niet voorstellen dat OCW
de archivering voor provincies en gemeen
ten gaat bekostigen. Zijn alle stakeholders
van de RHC's werkelijk bereid en in staat
de hoge kosten van digitale archivering,
zowel van digital born als van digital re-born
materiaal, te dragen? Wanneer de tendens
zich voortzet, dat archieven verder opgaan
in erfgoedinstellingen, lopen ze het gevaar
opnieuw te marginaliseren. De voorwaarts
kijkende Januskop zal als eerste rollen. Een
e-depot is nu eenmaal weinig sexy en het
geld wordt doorgaans liever besteed aan
aansprekende zaken. Op 11 januari meldde
de NRC dat de Koninklijke Bibliotheek alle
ffHTVHlh
werk op te zadelen. Opnieuw in ouderwetse
terminologie: de over te dragen bestanden
moeten aan normen voor goede en toe
gankelijke staat voldoen. Of aanleverende
archiefvormers daartoe bereid zijn, hangt
deels af van de overtuigingskracht van de
beheerder, maar in deze barre tijden van
bezuinigingen mogen de verwachtingen op
dit punt niet te hoog gespannen zijn. Ik hoor
van gemeentelijke diensten die 20% moeten
bezuinigen en dan rolt als regel Janus zijn
kop het eerst. Ik kan me niet voorstellen dat
het bij provincies veel anders zal zijn, ook
niet bij provincies die hun reserve niet bij
Icesave hadden ondergebracht. Misschien
ligt hier wel een mooie zendingstaak van de
VNG en het IPO.
Iwi ItiTii vti li>!«lcl|nrti Mu.'llU I itülui.
El» Ld* frrH Iwm rafe
O I" ÜJ'W J*ri.rwjmrrrw*;
hrdtafra*. fr+J nur IrtfwvK, tfertJ D* cfc olhldc mt< wan de wtmd...
n* twiglfwi fc.nn ntor givamlin wanton,
PflLim karTrMi dDordii. m,J Cf BI iir.
li v Pt* 9 4 -1< 'H i, tft iriwmMi
np 4* hnpa#|uq.|i via Cn-Wenl. rU pipqaHlxia- v«n ff rwrwKt
Foutmelding wanneer je in Archiefnet. ni op Gemeentearchief Delft klikt. Hetzelfde gebeurt
overigens via de gemeentelijke website, als je daar het archief überhaupt al kunt vinden.
Nederlandse boeken wil gaan digitaliseren;
los van de vraag of een dergelijk project
haalbaar is, is daarvoor kennelijk wel geld
beschikbaar en moet er voor duurzaamheid
van onvervangbaar digitaal archief alles uit
de kast gehaald worden - maar dit terzijde.
Er zijn overigens wel initiatieven waarin
RHC's en andere archiefdiensten naar actieve
samenwerking in dit dossier zoeken, al was
het maar om gezamenlijk de broodperso
nen ervan te overtuigen dat niet alleen op
archivering niet bezuinigd moet worden,
maar dat door de onverminderde groei van
overheidsinformatie de kosten alleen maar
zullen toenemen.
Het zijn overigens niet alleen financiële
bezwaren die de landelijke ambities van de
Algemene Rijksarchivaris in de weg zouden
kunnen staan. Zowel actieve betrokken
heid bij archiefvorming en selectie, als een
effectief e-depot vereisen een intensief sa
menspel tussen archiefdienst en administra
tie. Zo moeten voor opname in een e-depot
de bestanden aan strikte eisen voldoen om
de archiefdienst (ik gebruik dit ouderwetse
woord vooral om de beheersfunctie aan te
duiden) niet met onmogelijk veel reparatie-
In welke mate kunnen moderne, erfgoed-
breed georiënteerde historische centra nog
wel de vragen beantwoorden waarmee het
product Archief van de GZA zo'n moeite had?
"Ze weten hier zo weinig", klaagde een
onderzoekster op een studiezaal. En ze be
doelde niet zozeer wie de burgemeester was
naar wie een straat was genoemd, maar
de structuur en inhoud van de archieven.
Met de klantgerichtheid was niks mis en de
koffiehoek was een prima plaats voor uitwis
seling. De chatbox, waarover ik het eerder
had, is in feite een soort koffiehoek. Al in
het midden van de jaren '90 van de vorige
eeuw kende het ontwerp van het Schotse
archiefnetwerk (SCAN) een coffeemachine,
waar bezoekers ideeën konden uitwisseling.
Aan het einde van die jaren '90, toen het
records continuum door enkelen als richting
gevend werd gezien, betekende dat voor de
archivaris ook de verwerving van competen
ties op het terrein van de moderne, vooral
digitale administratie. RHC-vorming gepaard
aan de huidige erfgoedcultus lijkt voor een
belangrijk deel de aandacht verschoven te
hebben naar de voorkant, en dan vooral de
digitale voorkant. Traditionele archivistische
waarden spelen daar nauwelijks een rol.
Als de klant zijn informatie maar snel krijgt,
is hij tevreden. Wie maalt er om archivis
tische principes en methoden. Lezers van
wijlen de DIVA-discussielijst herinneren
zich misschien nog de reacties op Ketelaars
opmerkingen over gedigitaliseerde inven
tarissen.5
De KVAN werkt aan een register van
archivarissen. Ik ken nog niet de eisen die
gesteld gaan worden om voor opname in
het register in aanmerking te komen, maar
ik vraag me af hoeveel collega's zich zullen
aanmelden. Verlies aan professionaliteit?
Dat zou ik niet willen zeggen, wel een
veranderende professionaliteit. De vraag is
wel welke archivistische kennis essentieel
is en met welke instrumenten die herijkt
zal moeten worden. Het is te gemakkelijk
gezegd dat de klant er geen boodschap
aan heeft. Misschien niet elke klant, mis
schien slechts een hele kleine minderheid,
maar een goede loodgieter moet toch ook
verstand hebben van problemen die zelden
voorkomen. En dan nog: zelfs omwille van
tien gelovigen zouden Sodom en Gomorra
nog gespaard worden.
Het zal mijn tijd wel duren.
1 F.J. Duparc, Een eeuw strijd voor
Nederlands cultureel erfgoed ('s-Gravenhage
1975) 403-406.
2 B. Woelderink, 'De geschiedenis van
het archiefwezen in Nederland in hoofdlij
nen' in: Rijksarchiefschool. Verslag en bijdra
gen 1972-1973/1973-1974 ('s-Gravenhage
1975) 61-95.
3 W.E. Goelema, 'De Handleiding: nieuw
lichterij of codificatie?' in: Paul Brood (red.),
Respect voor de oude orde. Honderd jaar
Vereniging van archivarissen in Nederland
(Hilversum 1991) 61-72.
4 Ik ontleen deze procedure aan de
kwestie rond de bruikleengeving van het
oud-rechterlijk archief Dordrecht. Het archief
van de archiefdienst bevat een uitvoerig
dossier over de zaak. De Stuers was daarbij
op de achtergrond voortdurend aanwezig
(Erfgoedcentrum DiEp archief 131, inv.nr.
485).
5 Voor wie de discussie gemist heeft,
of uit het geheugen gewist, verwijs ik graag
naar Theo Thomassen, 'Archiefvormers en
archivarissen als auteurs' in: Peter Horsman
en Chris Streefkerk, Archieven in het geding
(Den Haag 2009) 107-119.
Peter Horsman wetenschappelijk
medewerker Universiteit van Amsterdam.
nummer 1 2010 17