Eindscripties Archiefwetenschap 2008 rzoek onderwijs en onderzoek onderwijs en onderzoek In dit vergelijkende onderzoek bestu deerde Maaike Bergmans de omgang met openbaarheidswetgeving door burgers en overheid in Nederland, Ierland en Canada. Voor elk land is onderzocht hoe openbaarheid van overheidsdocumenten is geregeld. Het doel was om aan de hand van de vergelijking aanbevelingen te doen ter verbetering van de Wet openbaarheid bestuur (Wob) in Nederland. Nederland en Ierland hebben een open baarheidsregime dat wordt aangepast op het moment dat archiefbescheiden wor den overgedragen aan een archiefdienst. Beide landen hebben een Archiefwet waarin aparte openbaarheidsbeperkingen worden opgelegd. De Wob dekt alle docu menten die zich nog bevinden onder het overheidsorgaan dat ze heeft opgemaakt. Canada heeft één openbaarheidswet, die geldt voor alle archiefbescheiden onge acht waar zij berusten. Canada en Ierland hebben, in tegenstelling tot Nederland, een Information Commissioner, een aparte ombudsman voor openbaarheids kwesties. Om tot een goede vergelijking te komen, werden de landen vergeleken op de ont staansgeschiedenis van openbaarheids wetgeving en de werking en dekking van deze wetgeving. De drie landen kennen verschillende openbaarheidssystemen vanwege de verschillende juridische, poli tieke en sociale achtergronden. Politieke incidenten waren aanleiding voor een dis cussie over de openbaarheidswetgeving. De Wob kent een aantal goede aspecten die behouden moeten blijven. De kosten voor een aanvraag blijken laag te zijn en de leeftijd van documenten speelt een belangrijke rol bij het al dan niet beperken van de openbaarheid. Uit de vergelijking kwam naar voren dat een aantal aspecten van de Wob evenwel verbetering behoeft. Bergmans beveelt onder meer aan de reik wijdte van de Wob te vergroten door deze Bergmans beveelt onder meer aan de reikwijdte van de Wob te vergroten door deze te laten gelden voor meer overheidsorganen. te laten gelden voor meer overheidsor ganen; de wetgeving op het gebied van openbaarheid, privacy en archieven te scheiden; de uitzonderingsgronden aan te passen; een speciale ombudsman voor openbaarheidsvraagstukken aan te stel len; en de aanvraagprocedures en -kosten te verlagen. Reageren? m.bergmans@zutphen.nl Het archief heeft publiek uit ver schillenden doelgroepen. De traditio nele doelgroepen veranderen, terwijl nieuwe, potentiële doelgroepen via het internet kennismaken met archieven. Servicemodellen voor de verschillende doelgroepen zijn nuttig. Wat verwacht de politiek en het archiefwezen van de nieuwe doelgroepen? Hoe kan de nieuwe digitale generatie voor het archief gewon nen worden? De identiteit en het aanbod van de ver schillende Nederlandse archiefinstellingen komen aan bod. Nederland wordt in ver gelijkend perspectief gezet naast Groot- Brittannië en Italië. Het Nederlandse archiefwezen is sterk afhankelijk van poli tiek beleid. Ten aanzien van de inhoudelijke kant van de taakuitoefening zouden de archivarissen meer sturing moeten geven. Politiek en financiering hebben een belang rijke rol gespeeld bij het op de kaart zetten van publieksbereik en klantvriendelijkheid. Archiefbronnen zijn er om gebruikt te worden. Jong en oud zouden de kans moeten krijgen uit te groeien tot ervaren en kritische archiefgebruikers. Voor de meeste bezoekers geldt dat zij via internet een incidenteel archiefbezoek brengen. Deze gebruiker wil snel en op een eenvou dige wijze informatie zoeken, maar hij mist specifieke kennis van de opbouw en context van archieven. Die archivistische kennis moet daarom verankerd zijn in de digitale toegangen en finding adds. Nieuwe gebruikers oriënteren zich met een digitaal lespakket, waarna archiva rissen en educatoren kunnen helpen om beter te leren zoeken. Goede begelei ding en heldere presentaties stimuleren het gebruik van archieven. Zo kan het archief een digitale historische werkplaats worden voor professionals en het grote publiek, waar instrumenten het zelfstan dig zoeken en vinden van informatie ver gemakkelijken. De toegevoegde waarde van de hulpmiddelen dient helder te zijn, zodat ze ten volle kunnen worden benut. De scriptie is te downloaden via http:// dare.uva.nl/document/121732. Reageren? mcaeengels@hetnet.nl Florijn onderzocht het gebruik van digitale archiefinventarissen aan de hand van de vraag: "Biedt een digitale archief inventaris voldoende toegankelijkheid aan gebruikers?" In feite geeft de verza melterm 'de archiefgebruiker' een onjuist beeld van de doelgroep van archiefin stellingen. Door versplintering van gebruikersgroepen is het moeilijk om een modelgebruiker te definiëren. Uit het onderzoek blijkt dat traditionele doel groepen (genealogen en historici) veran deren door het aanbieden van digitale toegangen naast het klassieke toegangen apparaat. Nieuwe doelgroepen doen niet zozeer onderzoek in archiefstukken, maar willen geïnformeerd worden met archivis tische informatie via internet. De archief gebruiker is veranderd door de digitale toegangen. Digitale toegangen geven archiefinstel lingen de kans om een groter publiek te bereiken. De archiefinstelling wordt zicht baar, de drempel om van de (online) dien sten gebruik te maken wordt lager met het aanbieden van digitale toegangen. Echter, archiefinstellingen ontwikkelen hun digi tale toegangen in alle mogelijke vormen. Dat komt de uniformiteit van archieftoe gangen in de beleving van gebruikers niet ten goede. De digitale inventaris wijkt zowel qua vorm als qua inhoud af van de klassieke inventaris. Een digitale toegang bestaat uit het zoekscherm, het resultaten- scherm, contextbeschrijvingen en verwij zingen naar archiefstukken. De digitale toegang heeft een ander doel dan de klas sieke inventaris: het beantwoorden van feitelijke vragen (van gebruikers) is net zo belangrijk als toegang bieden tot het archief. De archiefgebruiker beoordeelt of een hit in de resultatenlijst voldoet aan de informatiebehoefte. De band tussen toegang en archief is met een digitale inventaris minder sterk dan met een klassieke, papieren inventaris. Archiefstructuur en inventaris hoeven De digitale toegang heeft een ander doel dan de klassieke inventaris: het beantwoorden van feitelijke vragen (van gebruikers) is net zo belangrijk als toegang bieden tot het archief. niet meer fysiek en intellectueel op elkaar aan te sluiten; door gebruik van hyper links kunnen koppelingen worden aan gebracht. Het blijkt dat ervaren archief gebruikers op een andere manier zoeken dan onervaren gebruikers. De eerstge noemde groep ziet de digitale inventaris als een verwijzing naar de inhoud van archieven en past daar hun zoekstrategie op aan. Onervaren gebruikers benaderen het invulscherm van een digitale inven taris alsof het de Google-zoekbox betreft; zij verwachten antwoord op hun onder zoeksvraag te krijgen door het gebruik van de inventaris. Op grond van de verschillen in vorm, inhoud, gebruikswijzen en toepassingen concludeert Florijn dat de term 'digitale inventaris' onterecht een verwantschap met de klassieke inventaris verondersteld. Florijn pleit voor gebruik van finding aid als term voor digitale archieftoegang. Deze term doet recht aan de gebruikers gerichte benadering (een hulpmiddel voor het vinden), terwijl de term 'digitale archiefinventaris' recht doet aan een col lectiegerichte benadering. De scriptie is te downloaden via http:// dare.uva.nl/document/93038. Reageren? evert flori j n@hotmailcom De scriptie behandelt de verande rende rol van de archivaris in het tijd perk van digitale archivering. Digitale archivering dwingt de archivaris in een post-custodiale rol. De verschuiving van een custodiaal naar een post-custodiaal paradigma omvat meer dan de keus voor een bepaalde manier van bewaren dis tributed versus centralised methods). De post-custodiale rol dient de archivaris te vervullen in organisaties die zich meer bewust moeten zijn van het belang van archivering in het algemeen en de pro blemen van duurzaam archiveren in het bijzonder. De archivaris is geen probleem eigenaar, maar dient de archiefvormers te faciliteren en te adviseren. De archivaris staat niet alleen, er zijn meer stakeholders als het om verantwoord archiveren gaat (concept literary warrant). De keus voor een post-custodiale rol impliceert niet dat de archivaris een records manager wordt. De archivaris dient een gidsrol te vervullen bij het verdedigen van de belangen van de waarde van het archief. Hij is meer dan een records manager die de belangen van de organisatie behartigt. De archivaris dient een gidsrol te vervul len bij het verdedigen van de belangen van de waarde van het archief. Die waar den zijn van een andere orde. Archivering dient zowel organisatie- als maatschappe lijke belangen. De focus van het archief is de toekomst, het borgen van betrouwbare en authentieke documenten over het ver leden voor toekomstige generaties. De scriptie is te downloaden via http:// dare.uva.nl/document/105264. Reageren? l.gruppelaar@nijmegen.nl Al geruime tijd vraagt de erfgoed wereld om een methodiek voor de verwerving van erfgoed van migranten gemeenschappen. Heijmans ontwikkelt in deze scriptie een model voor de ver werving van erfgoed van migrantenge meenschappen door archiefdiensten en onderzoekt de eventuele bredere toepas baarheid van zo'n model. Erfgoed van migrantengemeenschappen hoort bij de huidige culturele diversiteit en is belang rijk om te verzamelen, te beheren en te ontsluiten. Heijmans heeft beleid en inspirerende voorbeelden van migrante nerfgoed in binnen- en buitenland onder zocht. Ontsluiting van migrantenerfgoed via internet is belangrijk. Daarnaast speelt het verwerven en behouden een promi nente rol. In het Verenigd Koninkrijk blijft het erfgoed eigendom van de migrantengemeenschap. In Nederland en België bestaan vrijwel geen eigen instellingen voor archiefbeheer voor migrantengemeenschappen. Hierdoor zijn overheidsarchieven de aangewezen plaats voor het bewaren van migranten erfgoed. Voor het ontwikkelen van een acquisi tiestrategie voor erfgoed van migranten gemeenschappen bieden de documentation strategy en de Historisch-Maatschappelijke Analyse+ interessante aanknopingspun ten. Het conceptmodel is opgebouwd in drie fasen. De strategiebepaling beschrijft de doelgroep, de doelstelling en het acquisitiebeleid. De opbouw van relaties met de doelgroep loopt synchroon aan de ontwikkeling en evaluatie van een project. De laatste fase is die van voort durend onderhoud. De erfgoedinstelling Lees verder op pagina 19 l6 17 Door Marieke de Haan Zeven(!) studenten verwierven afgelopen jaar het masterdiploma Archiefwetenschap en twee het doctoraaldiploma Communicatie- en Informatiewetenschap, ofwel Archiefwetenschap 'oude stijl'. Vier van hen zijn werkzaam in het archiefwezen, twee in de documentaire informatievoorziening en één bij een non-profit organisatie. Maaike Bergmans FOI legislation compared. Public access regimes in the Netherlands, Ireland and Canada Marie-Christine Engels 'Nieuwe wijn of nieuwe kansen?' Aandachtspunten voor een publieks vriendelijk archief in het digitale tijd perk Evert Florijn De digitale archiefinventaris in gebruik. Een studie naar de toegankelijkheid vanuit het gebruikersperspectief Leon Cruppelaar Het digitale archiveringssysteem en de archivaris. Een studie naar speelveld en spelers Mariska Heijmans-van Bruggen Veelkleurig Nederland. De verwerving van erfgoed van migrantengemeen schappen archievenblad november 2009 november 2009 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 8