KLEUR, RESOLUTIE EN COMPRESSIE Op weg naar duidel i jkheid eiiovereenstemming Waarschijnlijk is het voor niemand nieuws dat de Archiefwet 1995 overhe den de mogelijkheid geeft om papieren documenten te vervangen door digitale kopieën. Iedereen weet waarschijnlijk ook dat er voor het vervangen van overheids archieven die permanent bewaard moeten blijven verschillende beleidsregels zijn vastgesteld. De minister van OCW heeft een beleidsregel voor de onderdelen van de rijksoverheid en de provincies vastge steld, terwijl de colleges van Gedeputeerde Staten van de twaalf provincies ieder een beleidsregel voor de lokale overheden heb ben vastgesteld. De verschillende regels komen groten deels met elkaar overeen, maar er zijn enkele kleine verschillen. Zo eist de minis ter, ongeacht de aard van het originele analoge document en ongeacht in welke bitdiepte (zwart-wit, grijstinten of kleur) wordt gescand, een minimale resolutie van 300 dpi. In de provinciale regel is de mini male resolutie afhankelijk gemaakt van de gehanteerde bitdiepte en het kleinste detail dat op de reproductie zichtbaar moet zijn. Verder stelt de rijksregeling dat het scan nen in kleur moet gebeuren, tenzij scan ning in zwart-wit geen informatieverlies oplevert. De provincies hebben dit min of meer omgedraaid, door te eisen dat in kleur gescand moet worden, als kleur van belang is bij de interpretatie en het gebruik van de documenten. In de rijksregeling wordt het gebruik van compressie expliciet verboden, terwijl hierover in de provinci ale beleidsregel geen bepalingen zijn opge nomen. In de praktijk staan de colleges van Gedeputeerde Staten het gebruik van compressie echter niet toe, in verband met twijfels over de duurzame toegankelijkheid van gecomprimeerde bestanden. Ten slotte is in de provinciale regel een rol weggelegd voor de archivarissen. Zij dienen, bij een machtigingsverzoek, positief te adviseren over de vervanging en de beheersomgeving waar de digitale reproducties in terecht komen. In de praktijk blijkt dat sommige archivarissen eisen dat bij vervanging altijd in kleur gescand wordt. Deze verschillen tussen de regelingen leiden bij zorgdragers, archivarissen en degenen die de machtiging moeten verle nen tot onduidelijkheid, onzekerheid en in sommige gevallen zelfs onenigheid. Vooral de combinatie van scannen in kleur, bij 300 dpi en zonder compressie, is een heikel punt, doordat de bestandsomvang van de reproducties heel groot wordt. In sommige gevallen zelfs zo groot dat de bestanden onbruikbaar worden, omdat ze niet over het netwerk opgehaald kunnen worden of omdat het interne geheugen van de pc's te klein is om ze te kunnen openen. In een poging om meer duidelijkheid en overeenstemming te creëren, organiseerde de Provinciale Archiefinspectie Noord- Brabant en Limburg eind september een bijeenkomst waarin experts uit verschil lende disciplines, overheidslagen en lan den hierover met elkaar in discussie zijn gegaan. Onder de deelnemers bevonden zich vakgenoten uit de archiefwereld (erf goedinspectie, provinciale archiefinspec tie, gemeentelijke archiefinspectie, een gemeentearchief en het Nationaal Archief), EDP-auditors van de Belastingdienst, een emeritus-hoogleraar archiefwetenschap, een hoogleraar bewijs en bewijsrecht en een imaging-consultant (zie kader voor een volledig overzicht). Om de discussie een beetje te stroom lijnen werden de experts in eerste instantie opgedeeld in twee groepen. De ene groep kreeg een paar technische vragen voor gelegd, zoals 'Wat zijn de bezwaren tegen compressie?' en 'Wat is de beste manier om de minimale kwaliteit van de reproducties te waarborgen?' De andere groep mocht van gedachten wisselen over vragen als 'Is alle kleur altijd relevant voor de uitvoering van ieder werkproces?', 'Is iedere vervan ging waarbij de kleuren van het origineel niet één op één worden gereproduceerd onrechtmatig?' en 'Welke (juridische) eisen bepalen de bewijskracht van gereprodu- 14 ceerde documenten?' In de technische groep kwam men rede lijk snel tot consensus: grote bestanden zullen de komende jaren nog voor grote problemen zorgen. Maar, compressie levert slechts beperkte extra risico's op voor de duurzame toegankelijkheid, mits aan een paar voorwaarden wordt voldaan. Zo moet het algoritme, dat uit het digitale bestand weer een beeld op het beeldscherm gene reert, gestandaardiseerd, gedocumenteerd en open zijn. Overigens maakt het niet zo heel veel uit of gebruik gemaakt wordt van lossless of lossy compressie, als alle rele vante informatie maar zichtbaar en bruik baar blijft in de reproductie. Wel is het bij het gebruik van lossy compressie cruciaal om herhaalde compressie te voorkomen, omdat de kans op het verlies van relevante informatie dan heel groot wordt. Altijd 300 dpi als minimale resolutie eisen werd door een van de experts een "onereu- ze eis" genoemd. We moeten bekennen dat we in de Van Dale hebben moeten opzoe ken dat 'onereus' zoveel betekent als 'druk kend, bezwarend'. De te gebruiken resolutie is, net als de mate van compressie en de bitdiepte, afhanke lijk van de originelen die gescand worden. Hierbij is de kwaliteitsindex die in de pro vinciale beleidsregels gebruikt wordt een geschikt hulpmiddel om de minimale reso lutie vast te stellen. In veel gevallen zal dan blijken dat 300 dpi meer is dan eigenlijk nodig is. Ten slotte, of eigenlijk ten princi pale, werd vastgesteld dat dpi, bitdiepte en compressie maar kleine problemen zijn. De beheersomgeving waar de digitale bestan den in bewaard worden, is van doorslagge vend belang voor de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van digitale archiefstukken. In de andere groep bleek het iets inge wikkelder te zijn om tot overeenstemming te komen. De discussie ging vooral over de vraag of een financieel argument - in kleur scannen levert grote bestanden op, die duur zijn om te beheren - legitiem is om sub-optimale, want zwart-wit, reproducties te accepteren. Als je originelen weg wilt gooien, moet je alles in het werk stellen om deze zo precies mogelijk te reproduce ren en daarbij zijn de kosten van secundair belang. Daar werd aan toegevoegd dat de Archiefwet inderdaad alleen eist dat kleu ren gereproduceerd worden als ze signifi cant zijn, maar dat het heel lastig is dit in alle gevallen vooraf vast te stellen. Daar werd tegenovergesteld dat het aan de zorg drager is om een werkwijze te kiezen die binnen de kaders van de wet het beste bij de eigen bedrijfsvoering past. Als de zorgdrager heeft vastgesteld dat hij 'genoeg' heeft aan zwart wit reproducties, dan zij dat zo. Toezichthouders moeten vermijden om tot in detail voor te schrijven op welke manier een zorg drager zijn vervangings proces moet inrichten. Ten slotte werd ook in deze groep vastgesteld, dat de betrouwbaarheid van de reproducties met name afhangt van de manier waarop ze tot stand komen én daarna beheerd worden. Aan het eind van de middag leek er in ieder geval consensus te bestaan over de volgende zaken. De beheeromgeving waar de digitale reproducties in terechtkomen - DMS, RMA, digitaal depot, noem het wat je wil - is veel belangrijker dan bitdiepte, resolutie en compressie. Verder is het uit gangspunt van de Archiefwet dat voor het proces relevante informatie moet worden gereproduceerd. Dus als kleur geen signi ficante betekenis heeft, hoeven de repro ducties niet in kleur. Dat betekent ook dat de scanresolutie afhankelijk is van kwa liteit van het origineel; bij kleine signifi cante details dient in een hogere resolutie gescand te worden dan bij grotere details. Maar uiteraard mag een zorgdrager er voor kiezen om alle bestanden in kleur en met een hoge resolutie te scannen. Een derde punt van overeenstemming: mits aan een aantal voorwaarden voldaan wordt, vormt het comprimeren van bestanden geen extra bedreiging voor de duurzame toe gankelijkheid van de bestanden. In de con cept-Archiefregeling 2009 wordt compres sietechniek ook toegestaan op voorwaarde dat de digitale archiefbescheiden (blijven) voldoen aan de eisen uit de regeling. Nu we gezamenlijk de uitgangspunten hebben vastgesteld, moeten die nog ver taald worden naar de praktijk. Allereerst zullen een paar dingen bijna vanzelf aan gepast worden. Als de Archiefregeling 2009 in werking treedt, zal het verbod op com pressie 'automatisch' uit de beleidsregels geschrapt worden. Wellicht ten overvloede: dit betekent dus niet dat altijd alle vormen van compressie toegestaan zijn. Deze 'ver ruiming' van de Archiefregeling betekent vooral dat zorgdragers zich moeten verdie pen in de toegepaste technieken en moeten kunnen aangeven of aan de eisen uit de regeling voldaan wordt. Daarnaast zullen LOPAI en het Nationaal Archief opnieuw bekijken of de verschillen in de huidige regels ongedaan gemaakt kunnen worden. Hierbij zal het dus vooral gaan om de eisen voor de minimale resolutie en bitdiepte. Ten derde zal in ieder geval de Provinciale Archiefinspectie van Noord-Brabant en Limburg de verantwoordelijkheid van de zorgdragers blijven benadrukken. De zorg drager wordt niet tot vervanging verplicht, maar als hij hier wel voor kiest, is het zijn taak om te verantwoorden op welke manier hij aan de eisen uit de Archiefwet voldoet, inclusief een goede beheeromge ving. Overigens werken het LOPAI en het WGA op dit moment samen aan een soort normenkader op basis waarvan de beheer omgeving getoetst zou kunnen worden. 15 digitaliseringen informatisering Door Ingmar Koch en Jorien Weterings Overheden die hun analoge archieven willen vervangen door digitale reproducties worden soms geconfronteerd met tegengestelde of lastig te realiseren eisen. De Provinciale Archiefinspectie van Noord-Brabant en Limburg organiseerde daarom onlangs een bijeenkomst waar verschillende deskundigen met elkaar van gedachten konden wisselen over de voorwaarden voor vervanging. Doel van de bijeenkomst was om te komen tot uni forme eisen bij de vervanging van archieven. Dit artikel is een tweede bijdrage van een korte serie over kwaliteitseisen aan het scannen. Guido Dorssers en Johan Kerver schreven in het oktobernummer over de betekenis van kleur in scans. In het decembernummer zal Hans van Dormolen verder ingaan op MTF mee ting, aantal pixels en formaat van de originelen. Heikel punt Deelnemers aan de expertmeeting Dhr. J. Bogaarts, senior medewerker Digitaal Depot Nationaal Archief Dhr. F. Boudrez, consulent digitaal archief, Felixarchief Antwerpen Dhr. ir. G. Dorssers, medewerker auditing Regionaal Historisch Centrum Eindhoven Drs. M. Duijghuisen, directeur Regionaal Historisch Centrum Eindhoven Mevr. drs. M. van Gorsel, inspecteur Erfgoedinspectie Mevr. drs. M.H. van den Heuvel-Habraken, provinciaal archiefinspecteur Noord-Brabant en Limburg Mevr. drs. S. Hoefnagel, provinciale archief inspectie Noord-Brabant en Limburg Dhr. D. Huisman, adviseur Digitale Duurzaamheid Justitiële informatiedienst Dhr. R. Jonker, gemeentearchivaris Leeuwarden Prof. dr. F.C.J. Ketelaar, emeritus-hoogleraar archiefwetenschappen Universiteit van Amsterdam Technisch en juridisch Drs. I. Koch, provinciale archiefinspec tie Noord-Brabant en Limburg Dhr. J. Kuipers RE, RA, EDP-auditor Belastingdienst Prof. mr. J. F. Nijboer, hoogleraar bewijs en bewijsrecht Universiteit Leiden Dhr. L. van Oosterom, directeur Elveo B.V. Imaging Architect Mevr. E.A.T.M. Schreuder, senior mede werker selectie en bestel Nationaal Archief Dhr. R.J. Suir, provinciale archiefinspec tie Noord-Brabant en Limburg Drs. J.C. de Vries, archiefinspecteur Digitale Archivering provincie Groningen Mevr. drs. J. Weterings, provincale archiefinspectie Noord-Brabant en Limburg Dhr. H.J.C.M. de Wit RE, EDP-auditor Belastingdienst archievenblad november 2009 Financieel argument Consensus En nu dan? Foto Ross Mayfield. Ingmar Koch en Jorien Weterings zijn beiden beleidsmedewerkers bij de provinciale archief inspectie in Noord-Brabant en Limburg. Ten tijde van de expertmeeting en het schrijven van dit artikel, lag de concept-Archiefregeling 2009 ter visie bij de EU in Brussel. Zie http:// ec.europa.eu/enterprise/tris/pisa/cfcontent. cfm?vFile=i20090449NL.PDF (geraadpleegd op 5 oktober 2009). november 2009 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 7