opinie De kosten voor digitalisering en voor al het digitaal beschikbaar houden van het materiaal moeten worden gedragen. Voor mijn website betaal ik die zelf. Voor archiefdiensten zijn drie opties denk baar: de overheid financiert, de gebrui ker betaalt of de kosten worden gedragen door activiteiten die inkomsten opleve ren. Denk bijvoorbeeld aan advertentie inkomsten. Wellicht is er voor archiefdiensten geen andere mogelijkheid dan om de gebruiker te laten betalen. Realiseert u zich echter dat de drempel voor het gebruik daarmee wordt verhoogd. Voor de gepassioneer de genealoog is betalen voor scans mis schien niet erg, en dat geven ze dus in marktonderzoeken ook aan. Maar willen we niet ook minder snel geïnteresseerden naar het archief trekken? Misschien heeft de overheid of een subsidiefonds daar wel geld voor over. In musea duikt om de zoveel tijd een vergelijkbare discussie op. Men vraagt zich af of een museum (voor bepaalde doelgroepen, zoals jongeren) gratis toegankelijk moet zijn. De overheid kan dat dan financieren. Als u er voor kiest om de gebruiker te laten betalen, doe dat dan consequent. Het is niet eerlijk alleen de genealoog te laten betalen en de database gratis beschikbaar te stellen aan een wetenschapper. In een maatschappij waarin amateurs zoveel vrije tijd hebben dat zij zich kunnen ont wikkelen tot semi-professionals, is dat onderscheid vooraf niet te maken. We zullen het onderscheid achteraf wel zien aan de kwaliteit van het onderzoeksresul taat. Omdat de samenleving steeds ver der democratiseert, moeten we dus nie mand uitsluiten om van archiefmateriaal gebruik te maken, ook niet digitaal. Dat geldt niet alleen voor amateurs (omdat ze geen wetenschapper zijn), maar ook voor jongeren (omdat ze niet bereid zijn te betalen) en ondernemers (omdat ze geen commercieel gebruik mogen maken van het materiaal). Ik heb er bij de beschikbaarstelling van teksten op mijn website met de keuze voor deze specifieke Creative Commons- variant bewust voor gekozen dat iemand anders wel geld mag verdienen aan mijn werk. Als maar aan de genoemde voor waarden is voldaan. Als dat betekent dat mijn werk daardoor extra goed of mooi wordt verspreid, zonder dat ik daar zelf geld, tijd en energie in hoef te steken, ben ik daar alleen maar blij mee. Voor archiefdiensten geldt volgens mij hetzelfde. Het kan wel betekenen dat iemand anders goede sier maakt met uw inspanning en investering. Het kan ook betekenen dat iemand een slecht product maakt op basis van uw inspanning en investering. Maar laat duizend bloemen bloeien. Geen van de genoemde aspecten vormt een belemmering om open erfgoed voor iedereen te realiseren. Praktische bezwaren wellicht wel. Maar deze zijn te overwinnen. Met het idee van 'open erfgoed' als uitgangspunt kan worden gezocht naar praktische oplossingen. Het archiefwezen kan dan aansluiten bij de open samenleving waarin we leven, ondersteund met technische, juridische en maatschappelijke ontwikkelingen, die het publieke en openbare archiefwezen op het lijf zijn geschreven. Dus twijfel niet langer en open uw erfgoed nu, voor iedereen! Wetten in de weg, en praktische bezwaren 'Open' is in, een vaandel van diverse groeperingen, vaak geboren uit verzet tegen wat ervaren wordt als monopolisti sche en hebberige uitwassen van de markt: dwingelandij van softwaregiganten, bezit terigheid van uitgeefconcerns. De 'open' beweging wordt soms geassocieerd met wereldvreemde nerds en hips, maar achter dat imago gaat een grote groep kritische activisten en denkers schuil die maar beter serieus genomen kan worden. Hun strijd om het behoud van het publieke domein dat ingeperkt dreigt te worden door maat regelen ten gunste van marktpartijen is, gezien hun verantwoordelijkheid voor de toegang tot het nationale geheugen, bij uitstek een zaak waar archiefinstellingen zich druk over zouden moeten maken. Of ze dat ook echt doen? Voor een recente publieke consultatie van de EU over een Groenboek 'Auteursrecht in de kenniseconomie' brachten Nederlandse erfgoedinstellingen gezamenlijk een uit gebreide reactie in over problemen met de auteursrechtwetgeving. Ondertekend door heel rijtje archiefinstellingen en hun branchevereniging BRAIN. Maar een aan tal belangrijke archieven ontbreekt in de lijst. Waarom? Hebben zij geen last van de onzinnige beperkingen op verweesde werken, van verlenging van termijnen en van strakke regelgeving die de complete creatieve en intellectuele productie van de laatste eeuw gegijzeld houdt, omdat een klein deel te gelde gemaakt kan worden? Zijn ze dan niet bezorgd, of boos? Wie dat nog niet is, zou eens een weekeindje op het werk van rechtendeskundigen-met- een-missie als Boyle en Lessig moeten studeren. Ja, die boeken gaan nogal erg over de situatie in de Verenigde Staten. Maar wat leggen ze prachtig en overtui gend uit, met citaten van de grondleggers van de Amerikaanse grondwet en filoso fen uit het Frankrijk van Verlichting en opinie Revolutie, hoe auteursrecht ooit bedoeld was. Als je dat leest, besef je hoe het gou den kalf van markt en bezit ons bestaan domineert. Je geest moet een draai maken om de denkers van toen te kunnen vol gen, die meenden dat producten van de geest uiteindelijk behoren aan de gemeen- Je geest moet een draai maken om de denkers van toen te kunnen volgen, die meenden dat producten van de geest uiteindelijk behoren aan de gemeenschap. schap. Dat was geen flower-power of com munisme avant la lettre; het waren harde koppen die ervan overtuigd waren dat cre atieve en intellectuele werken het meest bijdragen aan kennis en (economische) vooruitgang als ze vrij beschikbaar zijn, omdat auteursrecht het risico van mono polisme in zich bergt. De default was daar om het publieke domein, het auteursrecht niet meer dan een tijdelijke ontheffing voordat het werk vrij viel, om makers de gelegenheid te bieden voldoende vruch ten van hun creatieve arbeid te plukken. Kom daar vandaag de dag eens om! Van archiefinstellingen, die de geschiedenis en achtergrond van wet- en regelgeving zelf voor ons bewaren, zou je verwachten dat ze er dwars voor gaan liggen om informatie vrij toegankelijk te maken. Zoals de Australische National Archives die in 2005 aankondigden ook werken waar nog rechten op rusten te Maar archiefinstellingen houden niet van risico's en dat ze niet massaal warmlopen voor 'open' heeft te maken met hun hang naar zekerheid en controle. zullen digitaliseren. Rechthebbenden die bezwaren hadden dat materiaal op de website werd geplaatst, werden uitgeno digd dat te laten weten. Twaalf maanden en een miljoen scans verder had zich nie mand gemeld. Het mocht niet en toch gebeurde het, met argumenten van rede lijkheid en een beetje durf. Erfgoedinstellingen in Nederland hoor je zelden of nooit verklaren dat ze auteurs rechten aan hun laars lappen als de rech ten van burgers in het gedrang komen. Misschien doen ze dat wel eens, stille tjes. Beter zou het zijn als ze het hardop deden, om een voorbeeld te stellen. Schat het risico in, maak een potje voor even tuele schikkingen, en kijk wat er gebeurt. In Nederland heb je niet zomaar een miljoenenclaim aan je broek voor het publiceren van andermans ansichtkaart.1 Maar archiefinstellingen houden niet van risico's en dat ze niet massaal warmlopen voor 'open' heeft te maken met hun hang naar zekerheid en controle. Zo melden veel archiefinstellingen doodleuk dat je toestemming moet vragen om een afbeel ding van achttiende-eeuws origineel te reproduceren - alsof het hun eigendom is.2 Publiek domein, hoezo? Om nog te zwijgen over vergoedingen. Zo konden de partners van Europeana het op 14 september in Den Haag ook niet eens worden over hun aangekondig de Public Domain Charter, dat niet verder zou hebben gereikt dan dat wat nu in het publieke domein is, ook in het publie ke domein moet blijven. Dat lijkt niet bepaald een revolutionaire uitspraak voor nationale instellingen die met Europeana burgers toegang willen bieden tot hun erfgoed. Het wordt je droef te moede dat zelfs zo'n uitspraak voor hen een brug te ver is. Ook de voorzitter van de European Digital Library Foundation, Elisabeth Niggeman, had moeite de boodschap te verpakken en verwees naar overheden die erfgoedinstellingen dwingen hun collec ties te gelde te maken. Dat soort geluiden hoor je in Nederland ook ter verdediging van de kleine plaat jes op websites en kneuterige regels over reproduceren. Netto kan het voor een gemiddelde instelling in elk geval niet veel opleveren, als je bedenkt wat een administratie het met zich meebrengt. Dus waarom niet royaal het reglement van je site geveegd en hele vluchten plaatjes losgelaten op het wereldwijde web? Ja, dan kunnen mensen zomaar van alles met je spullen gaan doen, inderdaad. Of dat niet juist de bedoeling is! november 2009 Voor archiefinstelingen die hui verig zijn voor 'open' wordt het leven nog ingewikkelder nu ze iets met Web 2.0 moeten gaan aanvangen. Dat hangt immers van delen aan elkaar. Sociale sites zijn gebouwd rond dat knopje 'share'. Instellingen die controle willen houden over wat mensen met hun materiaal doen, hoeven niet eens te proberen mee te spelen. Bezoekers worden immers deel nemers, niet om te doen wat jij voor ze bedacht hebt, maar om te doen wat zij willen. Het zou mooi zijn als erfgoedin stellingen zich ten doel stelden ze daartoe de gelegenheid te geven, en dat is niet zo vanzelfsprekend als het klinkt. De 'open' mentaliteit die verwacht wordt voor samenwerken op het web gaat veel collectiebeheerders niet gemakkelijk af. Maar het zou al schelen als ze minder inzoomden op beperkingen en proble men en onbevangen zouden kijken naar wat het nieuwe web te bieden heeft om je werk beter te doen. Het Australische archief voerde de afstand - in kilometers - tussen de gebruikers en het gebouw aan als argument waarom voor adequate en eerlijke dienstverlening aan burgers het materiaal op het web beschikbaar moest zijn. Vijf jaar later is in Nederland de ervaringsafstand tussen de onderzoeker en de deur van de studiezaal dikwijls zo groot, dat het achterhaald is vol te houden dat aan de eis van vrije toe gang is voldaan wanneer een stuk in de studiezaal is in te zien. Het web is de stu diezaal van de 21ste eeuw en daar hoort archiefmateriaal dat toegankelijk is in principe ook beschikbaar te komen, om te lezen, te downloaden, te annoteren en te printen. Dat is geen extra dienstverle ning, maar de norm in de digitale samen leving. 'Open' beschikbaarstelling, die het publieke domein versterkt, bestaat in diverse varianten. Esther Hoorn heeft uit gelegd hoe de Creative Commons licen ties, die regelen wat je vrijgeeft, kunnen worden toegepast door de erfgoedsector. Als instellingen dat zouden doen, was er al veel gewonnen. Voor verweesde wer ken, waarvoor een CC-licentie niet kan, Lees verder op pagina 25 I 23 Geld Maatschappij Conclusie Ivo Zandhuis is zelfstandig ICT-adviseur voor archiefdiensten en redacteur van het Archievenblad. Noten Provide and Enable: The National Archives' Online Strategy (www.nationalarchives.gov. uk/documents/provide-enable.pdf), p. 3 2 Vergelijk de lezing van Paul Keiler op DE conferentie 2008: http://www.den.nl/getas- set.aspx?id=conferentie20o8/Paul%2ol<eller. pdf8<assettype=attachments Door Yola de Lusenet Vroeger begon je je scriptie met een woor denboekdefinitie; nu google je even - wat leuker is, want het levert vooral veel context. Zo leidt de term 'open archieven' ons naar berichten over Open Access-bewaarplaatsen (voor toegang tot wetenschappelijke arti kelen), over openbaarheid van archieven en over de 'open archieven dag', wanneer de deur van het gebouw wijd open staat voor het publiek. Opmerkelijk genoeg verwijst Google niet naar het concept 'open' in verband met de archiefwereld in het digitale tijdperk. Dat is vreemd. Monopolisme 22 archievenblad november 2009 «piniE •opmii Beetje durf Klein en kneuterig Share Vrij is vrij archievenblad I

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 11