Een delicaat evenwicht
Toegang tot documenten en hecht op bescherming van persoonsgegevens
juridische zaken
juridische zaken
Deze discussie is van belang voor archivaris
sen en informatiemanagers in ons land. Europese
richtlijnen hebben invloed op de Nederlandse
wet- en regelgeving. Ervaringen en gebruiken
op Europees niveau worden vaak tot op zekere
hoogte overgenomen op nationaal niveau.
Archivarissen en informatiemanagers krijgen
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van 30
mei 2001 regelt de toegang van het publiek tot
documenten van het Europese Parlement, de
Raad en de Commissie. In de wandelgangen
wordt Verordening (EG) nr. 1049/2001 ook wel
de "Eurowob" genoemd. De toegang tot docu
menten ouder dan 30 jaar, is nader vastgelegd in
Verordening (EG, EURATOM) nr. 354/83 van de
Raad van 1 februari 1983.
De belangrijkste juridische instrumenten inzake
de bescherming van persoonsgegevens en de ver
werking hiervan zijn Richtlijn 95/46/EG van het
Europese Parlement en de Raad van 24 oktober
1995 en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het
Europese Parlement en de Raad van 18 december
2000. De Europese Toezichthouder voor gege
vensbescherming, ook wel afgekort als ETGB of
EDPS, ziet toe op de juiste toe
passing van Verordening (EG)
nr. 45/2001 binnen de instel
lingen van de EU.2 Het publiek
kan een klacht indienen tegen
de toepassing van verordening
(EG) nr. 1049/20 bij de Europese
ombudsman.
dagelijks verzoeken tot inzage van documenten.
Vaak bevatten die documenten persoonsgege
vens. De vraag of de wetgeving tot bescherming
van persoonsgegevens dan van toepassing is, is
niet altijd duidelijk. Dit artikel laat zien hoe dit
op Europees niveau geregeld is en welke ondui
delijkheden er zijn bij de gelijktijdige toepassing
van deze wetgevingen.
Het Archievenblad heeft al eerder aandacht
besteed aan de Nederlandse wet- en regelgeving
omtrent de bescherming van persoonsgegevens
en de invloed hiervan op de archiefdiensten. In
2000 verscheen het artikel 'Elke handeling telt.
Archiefdiensten en de wet bescherming per
soonsgegevens' van de hand van Eric Ketelaar.
In 2001 schreef Lodelijk Hovy over de vraag in
welke gevallen persoonsgegevens wél of juist
niet vernietigd mogen worden.
De kloof tussen wetgeving
betreffende de openbaarheid
van gegevens en wetgeving
betreffende de bescherming
van persoonsgegevens, komt
tot uiting in de zaak T-194/04
Bavarian Lager.3 Bavarian Lager
is een Duitse bierbrouwerij met exportplannen
richting andere Europese landen, onder andere
Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Door een
exclusieve afnameovereenkomst tussen Britse
leveranciers en pubs, kan Bavarian Lager onmo
gelijk haar product onder de Britse pubs verdelen.
In oktober 1996 vindt er een vergadering plaats
tussen vertegenwoordigers van de Europese
Commissie, van het Britse ministerie van handel
en industrie en lobbyisten van bierbrouwerijen.
Bavarian Lager dient vervolgens een verzoek in
tot toegang tot de notulen van deze vergade
ring, op grond van verordening nr. 1049/2001.
De Europese Commissie verleent maar gedeel
telijk toegang tot deze documenten. De namen
van de deelnemers worden doorgestreept. De
Commissie stelt zich namelijk op het standpunt
dat de namen van personen vallen onder de
Wet Bescherming van Persoonsgegevens, en dat
deze Wet ook van toepassing is op persoonsge
gevens die uitsluitend betrekking hebben op de
beroepsactiviteiten van de betrokkenen.
De Commissie voert verder aan dat voor
de openbaarmaking van de namen van
de betrokkenen hun toestemming altijd
nodig is. Bavarian Lager - maar ook de
Europese ombudsman en het ETGB - ziet
dit anders en dient een klacht in bij het
Gerecht van eerste aanleg. In het arrest
van november 2007 oordeelt het Gerecht
dat enkel het feit dat de namen van
betrokkenen voorkomen op de lijst van
een vergadering, de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer en de integriteit
van de betrokkenen niet in gevaar brengt.
Het Gerecht verklaart vervolgens het
oordeel van de Commissie nietig. In
januari 2008 gaat de Europese Commissie
in hoger beroep tegen het besluit. De zaak
dient op het moment van schrijven van
dit artikel bij het Hof van Justitie.
Uit bovenstaande casus blijkt dat de
richtlijnen over toegang en bescherming
persoonsgegevens onvoldoende op elkaar
zijn afgestemd. Daardoor is het niet dui
delijk hoe de Europese instellingen moe
ten handelen als zij met de gelijktijdige
werking van deze verordeningen worden
geconfronteerd.
Voorstel
In het kader van het 'Europees
Transparantie-initiatief'4 presenteert de
Europese Commissie in april 2008 een
herziene versie van de Eurowob: het
'Voorstel tot herziening van Verordening
(EG) nr. 1049/2001'. Niet alleen de vraag
om meer transparantie voor de Europese
burgers, maar ook recente jurisprudentie,
zoals de Bavarian Lager-zaak, klachten
behandeld door de Europese Ombudsman
omtrent Verordening nr. 1049/2001, en
de toepassing van het Verdag van Aarhus
van 1998, zijn de aanzet geweest om de
bestaande regelgeving te wijzigen.
Om het verband tussen toegang tot docu
menten en het recht op privacy en het
recht op bescherming van persoonsgege
vens te verduidelijken, stelt de Europese
Commissie voor om het huidige artikel
4, lid 1 - omtrent de toegang tot docu
menten die persoonsgegevens bevat
ten - te vervangen. Artikel 4, lid 5 komt
hiervoor in de plaats en luidt als volgt:
"Namen,titels en functies van ambtsdra
gers, ambtenaren en belangenvertegen
woordigers, die verband houden met hun
beroepsactiviteiten worden openbaar
gemaakt, tenzij openbaarmaking in de
specifieke omstandigheden nadelig zou
zijn voor de betrokkenen. Andere per
soonsgegevens worden openbaar gemaakt
overeenkomstig de voorwaarden die het
Gemeenschapsrecht inzake de bescher
ming van personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens stelt
aan de rechtmatige verwerking van derge
lijke gegevens."
Het voorstel behandelt ook nog verwante
onderwerpen, zoals de toegang tot docu
menten van lidstaten en de definitie van
het begrip 'documenten'.
Zowel toezichthouder ETGB als de
Europese ombudsman hebben bezwaren
aangetekend tegen het voorstel.5 Tijdens
het Round Table Seminar van ARMA
International in Brussel op 7 november
2007 waren alle partijen vertegenwoor
digd en presenteerden hun standpunten.6
Volgens het ETGB biedt het voorstel geen
adequate oplossing voor het spannings
veld tussen de beide richtlijnen. Het ETGB
bekritiseert het voorstel om onderstaande
punten:
- het ETGB is er niet van overtuigd dat
dit het goede moment is voor een wij
ziging nu de Bavarian Lager-zaak aan
hangig is bij het Hof van Justitie;
- het ETGB is van mening dat de tweede
zin van artikel 4, lid 5 bestaat uit een te
algemene regel die geen duidelijk ant
woord geeft op de toepassing van de Wet
Bescherming Persoonsgegevens, wan
neer een besluit inzake toegang van het
publiek moet worden genomen. Volgens
het ETGB biedt deze formulering teveel
ruimte voor eigen interpretatie;
- volgens het ETGB is de reikwijdte, onder
andere "ambtsdragers, ambtenaren en
belangenvertegenwoordigers" van de
eerste regel van het artikel te beperkt.
Het ETGB pleit derhalve voor een concre
tere formulering en stelt een alternatief
voor. Het voorstel komt neer op de vol
gende punten:
- persoonsgegevens zijn openbaar, indien
de gegevens uitsluitend betrekking heb
ben op de beroepsactiviteiten van de
betrokkene;
Lees verder op pagina 21
18
19
Door Ineke Deserno
Toegang van het publiek tot documenten en archie
ven is een fundamenteel recht, dat is vastgelegd in
diverse verordeningen en richtlijnen op Europees en
nationaal niveau. Bescherming van persoonsgege
vens is dat ook. Het is van belang dat er een
evenwicht is tussen deze twee rechten. Daar er geen
hiërarchische rangschikking is van deze rechten,
leidt dit in bepaalde gevallen tot spanningen. Dit
artikel bespreekt de spanningspunten aan de hand
van een actuele discussie op Europees niveau.1
Wetgeving
Peter Hustinx, werkzaam bij de ETGB, aan het woord tijdens het
Round Table Seminar 2006 (foto part. coll.).
Bavarian Lager versus de Europese
Commissie
Kritiek op bovenstaand voorstel
Het Europese Parlement (Wikimedia Commons).
archievenblad
mei 2009
mei 2009
archievenblad