burgerlijke stand boek maken over hetzelfde onderwerp.' Dat is in 1978 mijn proefschrift gewor den. Overigens is dat heel snel gegaan, ik heb het in vier jaar gedaan. Ik kon veel van het archiefonderzoek in het depot van het Algemeen Rijksarchief doen. Ik denk dat als ik dat vanuit de studiezaal had moeten doen, het me niet in vier jaar was gelukt. Behalve het recht van eenden kooi heb ik ook allerlei andere oude, nog bestaande rechten onderzocht: het recht van de dertiende penning, pootrecht, veerrecht et cetera. Verschillende keren heb ik adviezen geschreven en ook ben ik in processen opgetreden, tweemaal zelfs tot de Hoge Raad toe. Onder andere een proces waarbij het ging om een visrecht dat in 1388 verleend was aan de poorters en poorterskinderen van Woudrichem. Was dat een visrecht dat toekomt aan de poorters als gemeenschap, of aan iedere individuele inwoner van Woudrichem, die visser is?" je vindt rechtshistorie heel belangrijk? "Ja. Toen ik in het archiefwezen kwam, was de helft van de hogere archiefamb tenaren jurist en de andere helft histo ricus. Het Nederlandse archiefwezen is, veel sterker dan in andere landen, door juristen bepaald geweest. Kijk naar de algemene rijksarchivarissen, dat waren vanaf Hendrik van Wijn allemaal juris ten. Behalve dan Van der Gouw, al pro moveerde die wel bij twee promotoren, een historicus en een jurist. Juristen in het vak: dat is sterk veranderd. Dat hangt samen met het feit dat rechtsgeschiedenis 46 I mei 2009 heeft er ook voor gezorgd dat mijn halftime aanstelling aan de UvA in 2002 fulltime werd." Wat vind je van het verdwijnen van de Archiefschool? "Er moet eens iemand komen die gaat beschrijven hoe het allemaal zo heeft kunnen gebeuren. Het is een tragedie. De Archiefschool had niet hoeven en niet mogen verdwijnen. Objectief is het niet uit te leggen. We hebben 'het merk' Archiefschool laten schieten. In het bui tenland begrijpt men volstrekt niet waar om de school is opgeheven en ik kan het ook niet uitleggen. Op een gegeven moment is er een evalu atie geweest van de Archiefschool, waar ik ook aan heb meegewerkt. De Raad voor Cultuur heeft een advies uitgebracht over die evaluatie. Er is nooit een standpunt van het ministerie over verschenen. Het is een eigen leven gaan leiden. Ik vind dat het archiefwezen en de KVAN het allemaal te lang op zijn beloop hebben gelaten. Wat betreft de universiteit maak ik me geen zorgen. De master Archiefwetenschap blijft bestaan. Er is ook veel belangstelling om in deeltijd de master te volgen. Eén van de redenen dat ik nog een tijdje wilde blijven, is om de overgang naar de universiteit en hogeschool van Amsterdam goed te laten verlopen, voor zover ik op de universiteiten op een heel laag pitje staat. Ik vind het jammer." En de archiefweten schap? "De rechtshistorische belangstelling heeft zich op een gegeven moment omgebo gen in belangstelling voor de archiefweten schap. De drie hoog leraren De Smidt, Blokmans en Obbema kwamen met het idee in Leiden een verbinding tot stand te brengen tussen de opleiding geschiede nis en het Algemeen Rijksarchief. Daar is mijn benoeming als parttime hoogleraar in Leiden uit voortgekomen, met als taak: ervoor zorgen dat de historici en kunst historici betere archiefonderzoekers wor den, gericht op het gebruiken van archie ven. In Amsterdam is de opleiding meer gericht op de toekomst. Hoe richten we archiveringssystemen zo in dat we ze over 50, 100, 500 jaar nog kunnen gebruiken? Ik heb aan de UvA de beroepsopleiding, zoals die aan de Archiefschool werd gege ven, kunnen uitbouwen tot een acade misch programma, met aandacht zowel aan de beroepsaspecten (hoe moet een archivaris nu werken?) als aan de weten schappelijke kant (hoe moet een archiverings systeem, waarvan ook mensen deel uitmaken, functioneren, nu en in de toekomst?). We hebben twee keer het onderwijsprogramma radicaal vernieuwd, ondere andere in ver band met de invoe ring van de Bachelor/ Master-structuur. Hans Scheurkogel en ande re docenten van de Archiefschool waren daarbij onontbeer lijk. Het aantrekkelijke van het arrange ment met de Archiefschool was dat een aantal collegae met verschillende ach tergronden en deskundigheid onderde len van het programma aan de UvA en de HvA konden geven. De Archiefschool burgerlijke stand Van jeugdidool tot gewaardeerd collega daar vanuit de universiteit iets aan kon doen. We konden alleen Peter Horsman overnemen omdat hij bijna gepromo veerd is. Maar de andere docenten van Archiefschool zijn overgegaan naar de hogeschool. De afspraak is dat zij ook col lege blijven geven aan de UvA, zoals al eerder het geval was. Ofwel: het contract dat de universiteit met de Archiefschool had, wordt als het ware vervangen door een contract met de hogeschool. Dat con tract is er echter nog steeds niet. We zijn nog steeds aan het onderhandelen met de hogeschool over het ter beschikking stel len van die docenten. Ik houd mijn hart vast..." Vind je het jammer dat je niet kunt doorgaan bij de universiteit? "Ik was graag doorgegaan. Ik meen het: ik leer nog steeds van studenten. Ik vind het leuk om te zien hoe met Facebook en Hyves gewerkt wordt. Ik was graag door gegaan tot mijn zeventigste, wat vroeger de tijd was waarop hoogleraren met eme ritaat gingen." Wat is je toekomstperspectief? "Ik ben nog research fellow in Melbourne. Ik heb verder een fellowship gekregen voor een maand in Japan in oktober aan staande. Verder ga ik door met de uit gave Archiefrecht. Men is aan het denken aan een principiële herziening van de Archiefwet. Of ik daar wat in kan doen? Ik merk dat het van belang is, ook al hou den anderen zoals Hans Waalwijk zich ermee bezig, dat er een paar juridische gewetens rondlopen. En ik heb mijn pro movendi nog. Er zijn er dit jaar nog vijf die op de rol staan om te promoveren, en dan heb ik er nog een stuk of tien die in de komende jaren aan bod komen. Ik wil ten minste één boek schrijven. Het boek waar ik aan wil beginnen wanneer ik uit Japan terug ben, gaat heten A social his tory of Dutch archives. Het gaat me niet zozeer om de geschiedenis van het archiefwezen, maar om de geschiedenis van de archiefvorming vanaf de middeleeuwen tot en met de twintigste eeuw toe. Ik wil laten zien hoe archiefvor ming begrepen moet worden in de soci aal-culturele context van iedere tijd." Welk advies wilt je je opvolger meegeven? "Degene die als mijn opvolger is voorge dragen is van zodanige kwaliteit dat die van mij geen advies nodig heeft. Ik heb trouwens al vroeg geleerd dat je nooit je opvolger een ongevraagd advies moet geven." Nog even over je tijd als algemeen rijksarchi varis. Hoe heb je dat ervaren? "Mijn tijd als algemeen rijksarchivaris was een heel andere tijd dan nu. Er was een Rijksarchiefdienst. Dat die gecentraliseerd diende te zijn, was in 1968 beslist na een forse strijd die onder andere de reden is geweest dat het Archiefbesluit pas zes jaar na de Archiefwet 1962 kwam. Ook de Archiefraad heeft er zich mee bezig gehouden: staan de rijksarchivarissen in de provincie onder het gezag van de algemeen rijksarchivaris of is de algemeen rijksarchivaris primus inter pares en mag de rijksarchivaris in Limburg rechtstreeks overleggen met het departement over zijn begroting? Uiteindelijk is het beslist door de minister in het voordeel van Van der Gouw, die vond dat het een centrale dienst moest zijn. We hadden die centralisatie - coördina tie was natuurlijk de term die we liever gebruikten - ook nodig. Ik was wel de man die vond dat we profijt van elkaar konden trekken. Wat ik in Groningen vaak ervoer: allerlei zaken die in andere provincies bedacht of ervaren werden, raakten niet bekend in de andere rijks archieven. Daarom was het belangrijk om de chartermeesters inventarisatie bij elkaar te brengen, de chartermeesters externe dienstverlening, de hoofden stu diezaal, de archiefinspecteurs. Als algemeen rijksarchivaris heb ik Archeion ingevoerd. Genlias hebben we als project van de rijksarchiefdienst opgezet. Ook hebben we meer eenheid aangebracht in het bibliotheekbeheer, want elke archief mei 2009 47 Fred van Kan, voorzitter van KVAN, overhandigt het eer ste gedrukte exemplaar van de Ketelaar-lezing 2006 aan de naamgever van dit jaarlijkse gebeuren.Arnhem, 2007. 1 archievenblad Aan de directeur-generaal van het Oostenrijkse staats archief Lorentz Mikoletzky overhandigt Eric Ketelaar, namens het Nationaal Archief en het Stadsarchief van Amsterdam, archivalia van Oostenrijkse herkomst die door de nazi's vermengd waren met de in Nederland geroofde archieven, 27 maart 2008, stadsbibliotheek van Wenen. Als tiener droomde ik ervan om ooit in een archief te werken. Mijn geschiedenis leraar stimuleerde dit met een brochure van de Archiefschool. Daarin stond Eric Ketelaar als directeur vermeld en daarmee was hij voor mij iemand om tegenop te zien. Het zou vervolgens jaren duren voor ik Eric ook persoonlijk ontmoette. Tot dat moment bleef hij voor mij iemand op afstand, die je als spreker op congres sen zag of als directeur in het Nationaal Archief, maar niet iemand met wie je zomaar een gesprek kon aanknopen. Mijn eerste persoonlijke ontmoeting dateert van oktober 1996. Els van den Bent was uit Den Haag vertrokken en ik nam waar als gemeentearchivaris. Zo toog ik enigszins gespannen naar het overleg van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag met de algemene rijksarchivaris. Het bleek een plezierige ervaring. Eric leerde ik ver volgens kennen als een betrokken mens, toegankelijk en attent. Heel mooi was het om hem in 2000 in Sevilla als acting pre sident van de ICAte zien optreden met de Spaanse koning. Het is plezierig om in archiefland Eric ach ter de hand te hebben met zijn jarenlange ervaring en zijn enorme kennis, zowel in persoon en geschrift als virtueel! Eric, ik hoop dat we binnen en buiten de KVAN op je kunnen blijven rekenen. Fred van Kan voorzitter KVAN Leon Gruppelaar ontvangt de masterbul Archiefwetenschap cum laude uit handen van Eric Ketelaar, 21 februari 2008. archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 23