Eric Ketelaar: "Vaak onbewust maak je Verschil voor iemand anders" burgerlijke stand burgerlijke stand Volg je wat er van de leerlingen geworden is? "Niet systematisch. Toevallig hoorde ik vanochtend dat Wim Veerman met pensi oen gaat. Mij is gevraagd bij zijn afscheid een praatje te houden. Veerman had indertijd geen middelbare-schooldiploma. Van der Gouw had hem afgewezen, maar ik heb hem toch tot de Archiefschool toe gelaten. Hij was archivaris van de Sint- Janskerk in Gouda. Dat hij me daar dank baar voor is gebleven, doet me goed." Uit wat voor milieu kom je? "Mijn grootvader van vaders kant kwam uit Friesland. Hij kwam uiteindelijk op de studiedagen waren gewijd aan de educa tieve taak. Dat was toen nog iets heel bij zonders. Daar kwam de student Ketelaar een verhaal vertellen over wat de jeugd kweekschool in Amsterdam terecht. Hij leerde in Amsterdam mijn grootmoeder kennen. Ze was onderwijzeres en zei tegen hem: 'Leer eerst maar eens een behoorlijk vak.' In zijn vrije tijd is hij toen rechten gaan studeren. Hij is de eerste in mijn voorgeslacht met een academische titel. Mijn vader was de tweede academicus." Waar komt je liefde voor de geschiedenis van daan? "Bij ons thuis was veel belangstelling voor de stad Amsterdam. En die interesse is vooral bevorderd door de juffrouw van de derde klas van de lagere school, juf frouw Driessen. Zij ging met haar klas naar Amsterdam en liet ons werkstukken maken over de geschiedenis van de stad. Zo is het dus begonnen. Als kind organi seerde ik voor een paar centen historische wandeltochten door het centrum van Amsterdam. En ik had een eigen krantje, dat ik lang met de pen en met doorslagen geschreven heb, met stukjes over de geschiedenis van Amsterdam. Dat was in 1954-1955. In 1956 ben ik naar het gym nasium gegaan. Daar was een historische vereniging, Clio. Natuurlijk ben ik daar lid van geworden, vervolgens kwam ik in het bestuur. Vanuit Clio hebben een paar mensen, samen met gymnasiasten uit Groningen, de Nederlandse Jeugdbond ter Bestudering van de Geschiedenis (NJBG) opgericht in 1958." Je hebt ook het boekje over de Brittenburg geschreven. "Dit [Eric wijst op een wand in zijn stu deerkamer, waar een stuk of dertig pren ten van de Brittenburg hangen] is, op het Gemeentearchief in Leiden na, de groot ste collectie Brittenburg-afbeeldingen. De NJBG startte in 1959 met archeologi sche opgravingen. Dat waren werkkam pen met kinderen uit heel Nederland onder leiding van professionele archeo logen. Ook begonnen we met onderzoek naar de Brittenburg, de in de zestiende eeuw voor de kust bij Katwijk ontdekte resten van een Romeins castellum, maar sedertdien in zee verdronken. We zijn naar die Brittenburg gaan duiken, zonder resul taat. Maar het archiefonder zoek dat ik deed, heeft wel geleid tot een Fibulaboekje in 1965, dat ik samen met Henk Dijkstra geschreven heb. Als secretaris van de NJBG ben ik opgetreden op de studieda gen van de VAN in 1963. Die van het archiefwezen vond. Het verhaal werd op band opgenomen. Het verslag staat in het Archievenblad. Ik merkte op: "Ik zie in de toekomst aan ieder archief een public-relations officer." Dan staat er tussen haakjes: hilariteit. Dat vonden de archivarissen toen nog heel merkwaardig. Een van de dingen die ik toen namens de NJBG heb voorgesteld: er moet een boek je komen waarin op een leuke manier wordt uitgelegd wat archieven zijn, hoe je archiefonderzoek moet doen. Dat is de bekende Gids voorde Nederlandse Archieven van Formsma (1967) geworden. Je zou dan verwachten dat je geschiedenis gaat studeren, maar je ging rechten doen. "Ik heb er lang aan gedacht om geschiede nis te gaan doen. Maar mijn vader zei: 'Ga maar rechten studeren, want dan heb je brood op de plank.' Ik ben naar Leiden gegaan. Ik wilde niet naar Amsterdam, omdat mijn vader daar zat, zij het in een heel andere faculteit, en mijn oudste broer er gestudeerd had, arbeidssociologie." En daarna? "In 1965 ben ik kandidaat-assistent geworden van De Smidt. Hij was toen net in Leiden hoogleraar geworden. Toen dacht ik: ik ga door in het oud-vaderlands recht en niet in het archiefwezen. Ik had voor mezelf een wetenschappelijke carriè re gepland als rechtshistoricus. Tamelijk toevallig is dat veranderd. De Smidt werd in 1968 gevraagd om voorzitter te wor den van de Archiefraad. De Wet was net in werking getreden. Het ministerie was bezig voor die Archiefraad mensen te polsen als De Smidt, Slicher van Bath en Hugenholtz. Dat was na het geruchtma kende vertrek van de algemeen rijksar chivaris Van der Gouw, na een interview in de Haagsche Courant. Deze drie hoog leraren zeiden tegen minister Klompé: 'We zeggen alleen maar ja tegen de Archiefraad, wanneer we een onderzoek kunnen doen naar wat er waar is van de beschuldigingen van Van der Gouw dat er al jaren een achterstand is in het archief wezen en dat het ministerie oplossingen daarvoor tegenhoudt.' Dat vond Klompé goed. Maar toen zei De Smidt ook: 'Dat kost veel werk en daar wil ik een secreta ris voor hebben.' Klompé zou vervolgens zelf gezegd hebben: 'Zou dat niet wat zijn voor uw assistent Ketelaar?' Toen ben ik Door Hans Berende en Peter Sijnke We mogen Eric Ketelaar wel betitelen als de 'grand old man van het Nederlandse archiefwezen': docent, directeur van de Rijksarchiefschool, rijksarchivaris, algemeen rijksarchivaris en hoogleraar archiefweten schap. Het is nogal wat. Ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar op 28 mei aanstaande, togen hoofdredacteur Hans Berende en oud-redacteur Peter Sijnke naar Scheveningen. In Ketelaars werkkamer had den ze een prettig gesprek, waarbij ze wer den voorzien van thee en koek door mevrouw Ketelaar. Aan de hand van het 'Jaarboek 1972-1974' van de Rijksarchiefschool, dat Ketelaar had klaargelegd, haalde het gezel schap eerst wat herinneringen op. Toen Eric Ketelaar namelijk waarnemend directeur was, zat Peter Sijnke op de Archiefschool (1972-1973). Eric Ketelaar, Pasen 1953. De badge die Eric Ketelaar als hoofd bestuurslid van de Nederlandse Jeugdbond ter Bestudering van de Geschiedenis droeg. Eric Ketelaar in het archief. Foto door Janssen de Kievith Fotografie (foto's part. coll.). De Brittenburg-collectie van Ketelaar. De tweede vergadering van de Archiefraad, gehouden op 2 april 1969 in het Rijksarchief in Noord-Brabant in 's-Hertogenbsoch.V.r.n.l.: dr.W.J. van Hoboken, prof. mr. F.F.X. Cerutti, voorzitter prof. mr.J.Th. de Smidt en secre taris mr. F.C.J. Ketelaar. Verbaasd en dankbaar in 1994 interviewde ik Eric Ketelaar van wege het tienjarig bestaan van het histo risch tijdschrift Leidschrift. Ik had net het archiefexamen gedaan, maar voelde me nog meer historicus dan archivaris in die tijd. De redactie van het tijdschrift had het plan opgevat aan de hand van vraag gesprekken met Leidse hoogleraren van de vakgroep geschiedenis te laten zien op welke wijze in Leiden geschiedwetenschap werd beoefend. De algemene rijksarchi varis Eric Ketelaar was er sinds juni 1992 als deeltijdhoogleraar archiefwetenschap werkzaam. Het was een tijd waarin de ver houdingen tussen archivarissen en historici ingrijpend veranderden, niet in de laatste plaats door de nieuwe selectiemethodiek waarover in de wereld van historici veel te doen was. Ik had me voorgenomen om het interview vooral daarover te laten gaan. Veel historici hadden de klok wel horen lui den, maar wisten bij enig doorvragen vaak niet waar het bij die selectiemethode om te doen was. Eric had daar geloof ik niet zo heel veel zin in. De antwoorden waren wat afgemeten, maar hij vertelde daarentegen gepassioneerd over de ontwikkelingen van het vakgebied aan de andere kant van de oceaan waar Cook, Eastwood, Taylor en Bearman de archiefwetenschap (nee niet archivistiek!) op een hoger niveau hadden getild. Ik ging naar huis met mijn aanteken boekje en het gevoel dat ik nog veel moest leren. Ik had in het uurtje privé-college ken nis mogen maken met benaderingen van en ontwikkelingen binnen het vakgebied waar tijdens de lessen op de Archiefschool bijna nooit over werd gesproken. Ik was verbaasd, maar ben hem er nog steeds dankbaar voor. Mijn nieuwsgierigheid was definitief gewekt. Charles Jeurgens, hoogleraar Archivistiek Universiteit Leiden archievenblad mei 2009 mei 2009 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 21