Blijft mijn RMA compliant meVEN 2082 B 1 Medio 2008 is na een tamelijk lang durige bevalling NEN 2082 geboren. Voor de weinigen in ons vakgebied die dit niets zegt: NEN 2082 is de Nederlandse norm waarin de eisen staan opgesomd voor de functionaliteit van informatie- en archief- management in programmatuur. Met andere woorden: de norm die aangeeft of er met een bepaalde applicatie verant woord digitaal gearchiveerd kan en, wet telijk gezien, dus ook mag worden. Een stap in de goede richting, maar het enkel en alleen vaststellen van die norm is niet genoeg. Organisaties moeten de norm niet alleen omarmen maar ook hanteren, zowel voor nieuwe als voor bestaande applicaties. Maar is het vol doende om te eisen dat de leverancier een applicatie levert die aan de norm voldoet? Het ligt helaas gecompliceerder. Als gecontroleerd moet worden of met behulp van een applicatie verant woord digitaal gearchiveerd kan worden, kunnen drie stadia van 'certificering' wor den onderscheiden: 1. Is de applicatie zodanig in te richten dat wordt voldaan aan de eisen van NEN 2082? 2. Is de applicatie ingericht conform NEN 2082 en de overige kaders? 3. Zijn de digitale bedrijfsprocessen zoda nig ingericht dat verantwoord digitaal archiveren wordt afgedwongen? In het geval dat een applicatie met een functionaliteit voor informatie- en archiefmanagement wordt aangeschaft, is het noodzakelijk dat de leverancier garan deert dat de applicatie zodanig kan wor den ingericht dat deze voldoet aan NEN 2082. Deze eis kan bijvoorbeeld worden opgenomen in het programma van eisen bij de offerteaanvraag. Als afnemer van de software vraag je dus garanties aan de leverancier. Dit zijn met name garanties die betrekking hebben op de mogelijkhe den en de onmogelijkheden van de soft ware in relatie tot de eisen in NEN 2082. Kant-en-klare applicaties bestaan niet. Als een applicatie wordt aangeschaft, heeft deze meestal de kenmerken van een bouwdoos, die uit een aantal modules bestaat en die (hopelijk) geheel volgens de gevraagde specificaties is in te richten. De leverancier moet hiervoor een garan tieverklaring afgeven, die onderbouwd is met een rapport van een onafhankelijk certificeringbureau. Dergelijke bureaus bestaan, bijvoorbeeld het European Certification Bureau Nederland. De certificering bij de aanschaf is ech ter een momentopname. Elke applicatie wordt regelmatig bijgewerkt met updates en patches en eens in de zoveel tijd ver schijnen er ook nieuwe versies van de software. Dat betekent dat certificering van een applicatie bij de aanschaf niet voldoende is. Met de leverancier moet dus de afspraak worden gemaakt dat de inrichting van de 'bouwdoos', ook als deze wordt aangepast, compliant blijft met NEN 2082. Dit moet bij voorkeur bij de aanschaf, in het aanbestedingstra ject, worden geregeld. Over het vervolg kunnen dan nadere afspraken worden gemaakt in het af te sluiten onderhouds contract. Hierin kunnen ook duide lijke afspraken worden gemaakt over de vorm van de garantiestelling bij patches, updates en versiewijzigingen. Omdat cer tificering door een extern bureau nogal kostbaar is, zou ik me voor kunnen stellen dat externe certificering alleen wordt ver langd bij versiewijzigingen. Voor updates en patches kan dan genoegen worden genomen met een garantieverklaring van de leverancier. Nadat de applicatie is aangeschaft, moet deze worden ingericht volgens de eisen en wensen van de organisatie. Ook de ingerichte applicatie moet voldoen aan de kaders voor verantwoord digi taal archiveren. Naast de al genoemde NEN 2082 geldt hier ook andere toepas selijke wet- en regelgeving. Te denken valt hier aan de Archiefregelingen (die momenteel worden herzien), maar ook aan regelingen van de eigen organisatie, zoals de Archiefverordening, het Besluit Informatiebeheer en mogelijk ook nog regels voortvloeiend uit bijzondere wet en regelgeving. De inrichting en het beheer van een dergelijke applicatie is cruciaal om ver antwoord digitaal te kunnen archiveren. De organisatie van de processen rond om inrichting en beheer moet dan ook helemaal tiptop in orde zijn. Het betreft minimaal ITIL-processen (of de gebruikte equivalenten), aangevuld met de schedu ling van de systeembeheerprocessen, de specifieke backup/recovery-procedure, de vastlegging van audittrails of logboeken aangaande de processen van systeembe heer en de toetsing van deze processen. En dit alles zal gecontroleerd moeten worden, wederom niet alleen bij de eerste inrichting, maar ook bij elke wijziging of aanpassing van de applicatie, hoe klein ook. Dit soort wijzigingen of aanpassin gen kunnen het gevolg zijn van updates of patches van de applicatie, maar ook van inrichtingswensen van de gebruikers van het systeem en zelfs als gevolg van technische problemen. Wat bijvoorbeeld te denken als de applicatiebeheerder de auditmodule tijdelijk even uitzet, omdat hiermee een overbelast netwerk wordt ontlast? Doordat voor dergelijke applicaties nog geen kwaliteitszorgsystemen zijn inge richt, is de eerstaangewezen instantie hiervoor de Archiefinspectie, als toezicht houder op de naleving van de regels met betrekking tot het beheer. 11 Van elk bedrijfsproces dat door de applicatie wordt ondersteund, zal moeten worden nagegaan of deze zodanig is inge richt dat verantwoord digitaal archiveren wordt afgedwongen. Dit gaat behoorlijk ver. Niet alleen de rollen van de procesme dewerkers, maar ook de structurering van het bedrijfsproces, de documentstromen, de documenttypen, de dossierindelin gen en de autorisaties worden getoetst aan de kaders. Ook hier is momenteel de Archiefinspectie de instantie die dit controleert. De eigenaar van een bedrijfs proces is ervoor verantwoordelijk dat de controle wordt uitgevoerd, voordat het proces 'in productie' gaat. Deze controles moeten wederom niet alleen bij de eerste inrichting worden verricht, maar ook bij alle tussentijdse wijzigingen. Een probleem schetsen en analyseren in een kort artikel is niet zo verschrikkelijk moeilijk. Maar hoe dit in de praktijk moet worden opgelost, is een stuk lastiger. Het kan zeker niet worden aangepakt door alle verantwoordelijkheid voor controle op het bord van de archiefinspectie te leg gen, want dat gaat niet werken. Hiervoor is de huidige capaciteit van bijvoorbeeld de gemeentelijke archiefinspectie, als die al is ingevuld, vaak onvoldoende. Hoe zouden we het dan moeten oplossen? Een werkbare oplossing is alleen mogelijk door het invoeren van een kwaliteitszorg systeem voor informatie- en archiefma nagement in de programmatuur, waarbij voor iedere uitvoerende in de bedrijfspro cessen een rol is weggelegd. Dit betekent niet alleen een rol voor het technisch en inhoudelijk beheer (applicatiebeheer, systeembeheer), maar ook voor de inrich ting (proceseigenaar, documentaire infor matievoorziening en archivaris) en zelfs het management. Sinds de aanschaf, inrichting en inge bruikname van de Nijmeegse RMA, die indertijd nog volgens ReMANO is gecer tificeerd, leeft het besef dat voor verant woorde digitale archivering het nodige geregeld moet worden. Waar regelgeving en normen tekortschoten of onduidelijk waren, heeft Nijmegen, met het Regionaal Archief Nijmegen (RAN) als trekker, eigen kaders opgesteld. Deze kaders2, vastgesteld door de zorgdrager in 2006, zijn inmid dels aan herziening toe. Op dit moment is een kleine werkgroep bezig om de kaders aan de gewijzigde wet- en regelgeving, normering en de behoeften van de organisatie aan te pas sen. Vervolgens zullen de kaders wederom door de zorgdrager worden vastgesteld. Het is de bedoeling dat de aanzet tot een kwaliteitszorg systeem, zoals boven geschetst, hierin wordt opgenomen. De archiefinspectie van het RAN heeft, met hulp van Geert-Jan van Bussel, de eisen die wor den genoemd in NEN 2082, NEN-ISO 15489 en alle archiefwet- en regelgeving, toegedeeld aan de verschillende stadia van certificering en naar de verschillende rollen die onderschei den kunnen worden. De eisen zullen daar na moeten worden verwerkt in checklists en meldingen, die in de verschillende bedrijfsprocessen moeten worden geïnte greerd. Dit is lastig en zal nog de nodige inzet kosten. Daarna komt de implemen tatie en ook hier zal een forse inspanning moeten worden geleverd. Maar wel een inspanning die, naar mijn mening, zeker geen desinvestering is.3 l6 17 Door Jan Beens Met de vaststelling van NEN 2082 is er een toetsbaar kader voor Record Management Applicaties (RMA's). Maar een applicatie is al na korte tijd niet meer identiek aan de applicatie die door de leverancier is geleverd. Centrale vraag is dus: hoe toets ik of mijn applicatie1 compliant blijft? In dit artikel mijn persoonlijke visie hierop, als aanzet tot een mogelijke discussie. Het verzoek is dan ook om niet via mijn mailbox te reageren, maar via het Archiefforum (http://forum.archieven, org), zodat iedere deelnemer aan dit forum kan meelezen en hopelijk geprikkeld wordt om aan de discussie deel te nemen. Stadia voor certificering Een zaak voor de leverancier Digitaal informatie- en archiefmanagement blijft een actu eel onderwerp (broniWikimedia). Een taak voor de organisatie Een verplichting voor de proceseigenaar En nu de uitvoering Het Regionaal Archief Nijmegen (foto RAN). Jan Beens is archiefinspecteur bij de gemeente Nijmegen. Noten 1 Met het begrip 'applicaties' wordt in dit arti kel bedoeld: een applicatie waarin digitaal gearchiveerd gaat worden. 2 Nadere regels rondom digitale archivering: (http://www2.nijmegen.nl/w0nen/geschiede- nis_archeologie/Archief/informatie/vakgeno- ten/digitale_archivering). 3 Een voorzet voor de eisen en de indeling is nu reeds te vinden op de site van het RAN (http//:www.nijmegen.nl/archief -> 'Praktische Informatie' -> 'Vakgenoten') en op de site van Van Bussel Document Services (http:// www.vbds.nl). archievenblad maart 2009 maart 2009 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2009 | | pagina 8