International Joan van Albada
Tien jaar in het centrum van het werelarchiefwezen
burgerlijke stand
burgerlijke stand
gemeentelijke archieven (ICA/SMA).
Daarnaast was ik de oprichter van Janus.
In 1984 en 1988 was ik verantwoordelijk
voor de ICA-congres over cinema. Toen
Lees verder op pagina 47
het secretaris-generaalschap van de ICA.
Hoe ben je op die post gekomen?
"In 1981-1982 ben ik internationaal actief
geworden, dankzij de VAN. Binnen de
ICA heb ik verschillende functies ver
richt, onder andere met betrekking tot
de beroepsverenigingen (ICA/SPA) en
Ribberink in 1988 niet in het hoofdbe
stuur zitting wilde nemen, stelde hij voor
dat ik hem zou vervangen. Zo werd ik
gecoöpteerd. In 1998 werd ik benoemd
tot secretaris-generaal, als vervanger van
de beoogde kandidaat die zich had terug
getrokken."
Hoe kijk je terug op die tijd? Hoe zou je de
periode willen beschrijven?
"Binnen de ICA heb ik het anders wil
len doen. Zo heb ik na mijn benoeming
tegen het advies van mijn voorganger
in de post van deputy secretary-gene
ral ingevoerd en een beweging probe
ren in te zetten om binnen de ICA een
horizontale naast de verticale organi
satie te plaatsen. Ik moet helaas zeggen
dat die beweging nooit echt is geslaagd.
Het kernprobleem binnen de ICA is en
was naar mijn mening altijd: is de orga
nisatie voorwaardenscheppend of bepa
lend? Ik ben altijd van mening geweest
dat onze rol voorwaardenscheppend
moest zijn. Het lastige is dat bestuursle
den tijdens een vergadering heel betrok
ken zijn en bepalend willen optreden,
maar zodra ze weer thuis zijn, zijn die
noties uit hun actieve geheugen gewist:
Hoe kijk je terug op je laatste grote klus voor
de ICA?
"Ik kan me nog het congres van de ICA
in 1984 herinneren. Dat was in Bonn in
de Beethovenhallen. Ken je de uitdruk
king 'een mis met drie heren'? Dat vind ik
niets. Met het congres van Wenen (2004)
hebben we het idee van parallelsessies
willen introduceren, net als de mogelijk
heid om de sessies te presenteren in meer
talen zonder simultaanvertaling. Dit alles
in het kader van internationalisering en
globalisering. Ik hecht veel belang aan
het samenbrengen van mensen en ver
mengen van ideeën. Ik heb het idee dat
dit gelukt is. De conferentie in Kuala
Lumpur was pas de tweede conferentie
met parallelsessies en al waren er kinder
ziektes, het frame staat."
vertrokken, lid geworden van Vindicat en
ben ik op 1 januari 1964 bij hoogleraar
jhr. P.J. van Winter begonnen aan de stu
die Geschiedenis. In 1970 ben ik afgestu
deerd met als specialisatie Economische
Geschiedenis."
Hoe kwam je in aanraking met het archief
wezen?
"Han Baudet, de toenmalige curator van
de Archiefschool bij wie ik afstudeerde,
bracht mij ermee in aanraking. Ik heb
mijn stage in het archief in Groningen
gelopen. Daar werd ik gebombardeerd tot
tweede man en kreeg ik meteen te maken
met management. Mijn begeleider en
opleider was dr. W.J. Formsma. Het eind
doel was de vervaardiging van een inven
taris op een archief die weer verdedigd
moest worden voor de examencommis
sie, waar algemeen rijksarchivaris A.E.M.
Ribberink voorzitter van was. Maar eigen
lijk was het maken van de inventaris al
het examen halen. Dat was in 1972."
Over de Archiefschool gesproken: wat vind
je van de opheffing en de integratie van de
opleiding binnen de UvA en de HvA?
"Ik denk dat de opheffing van de
Archiefschool heel slecht is voor het vak
van de archivaris. Het is een ontwik
keling die al langer loopt. Er is steeds
minder binding tussen archivarissen;
de school diende als bindmiddel. Veel
van de organisatorische band verdween
natuurlijk al met het verdwijnen van de
rijksarchiefdienst, waardoor ook de rou
latie van medewerkers tussen rijksdepots
ophield. Het esprit de corps lijkt te ver
dwijnen. Dit tast de kwaliteit van het vak
aan. Mensen kennen elkaar niet meer.
En dat terwijl samenwerken tussen depots
nog belangrijker is geworden. Regionale
verbanden zijn daarvoor niet voldoende.
Samenwerken is inleveren en dat doe je
sneller voor bekenden. Samenwerken lijkt
nu vooral gericht op het er zelf beter van
worden."
je bent in 1972 begonnen in Tilburg. Wat
zijn je ervaringen in het Nederlandse archief
wezen geweest?
"In 1972 ben ik gemeentearchivaris
in Tilburg geworden. Ook daar kwam
management al snel om de hoek kijken.
Het management was altijd een halve
baan er bij naast mijn baan als archivaris.
Ik was dan vaak ook secretaris van van
alles en nog wat. Vandaar ook mijn inte-
resse voor automatisering: snel kunnen
werken. Ik was een van de eersten die met
een portable computer werkte, van het
merk Ericsson met een harde schijf met
parkertjes vastgeschroefd. In Den Bosch
heb ik de eerste LAN laten aanleggen in
een gemeentearchief. Dat kostte toen nog
twee weken installatie, 1 AT, 3 XT's en een
printer.
In die jaren ben ik actief geworden bin
nen de Vereniging van Archivarissen in
Nederland (VAN), waar ik tussen jaren
1980 en 1990 vicevoorzitter ben geweest.
In de jaren zeventig heb ik ook de oprich
ting van de landelijke kring gemeente- en
streekarchivarissen (LKGSA) meegemaakt
samen met R.A.D. Renting, bedoeld om
de moeizame relaties tussen gemeente
lijke archiefdiensten te verbeteren. Ik ben
toen voor de vorm tweede secretaris (te
jong en te jong in het vak - dat was toen
nog belangrijk) van de LKGSA geworden,
maar ik deed wel het werk. Er waren drie
speerpunten: onderzoek, standaardisatie
en quantificatie. Als persoonlijke succes
sen ervaar ik de oprich
ting van de opleiding
tot archiefassistent, de
erkenning van WSW-
ers en anderen als vak
mensen, en de ontwik
keling van het archief
als sociale werkgever.
Het gevoel van eigen
waarde dat een diploma
de mensen gaf, vond
ik bijzonder belangrijk.
Op deze manier konden
mensen weer integreren
en vervulde het archief
zijn maatschappelijke
verantwoordelijkheid.
Velen van hen initi
eerden met kennis in
hun depot 'materiële
verzorging', het uitvoe
rende werk, vaak het
stiefkind. Maar zonder
goede materiële verzor
ging is er niets."
Na je carrière in Nederland volgde een inter
nationale carrière die uiteindelijk leidde tot
je was in de afgelopen tien jaar internatio
naal actief, maar je hebt ook een Nederlandse
archiefgeschiedenis. Het herkomstbeginsel
volgend: wie ben je en waar kon je vandaan?
"Ik ben geboren in Akkrum in Friesland in
1943. Ik heb het Gymnasium B afgerond
en ben daarna naar Delft vertrokken. Daar
wilde ik mij laten opleiden tot restaura
tiearchitect, maar ik redde het slechts tot
eerstejaars bal van het Delftsch Studenten
Corps. Daarna ben ik richting Groningen
Door Ruud Yap
en in Maleisische kledij,tijdens de Maleisische avond in
Kuala Lumpur 2008 (foto ICA/Flying Reporters).
februari 2009
archievenblad
archievenblad
februari 2009
Afgelopen zomer heb ik Joan van Albada
leren kennen. Hij was toen bezig aan zijn
laatste grote klus als secretaris-generaal
van de ICA: de organisatie van het congres
te Kuala Lumpur. Hierna zou hij zijn post
verlaten. Een aantal maanden later troffen
wij elkaar weer tijdens de Week van het
Nationaal Archief. Hij trad op als discussie
leider na de Ketelaarlezing. Tijdens die week
spraken wij ook over zijn afscheid én het
leven van een internationale archivaris.
Bij gebrek aan een tafel, dan maar werken op de grond!
Joan van Albada aan de slag tijdens het ICA-congres in
Kuala Lumpur, 2008 (foto Joo-hyun Lee, National Archives
of Korea).
Joan van Albada: "Ik hecht veel belang aan het samen
brengen van mensen en vermengen van ideeën." Joan in
Nigeriaanse kledij (foto Han Kuipers, Dordrecht).