De Nederlandse kerken eiHumledenadministratie A rchieven en Religieus Erfgoed Tot de meest geraadpleegde bron nen van vóór 1800 behoren in vrijwel alle archiefbewaarplaatsen de kerkelijke registers van dopen, huwelijken en uitvaarten. Voor de genealogen die in de laatste decennia de leeszalen van gemeente- en rijksarchieven zijn gaan bevolken - een archivaris sprak ooit over het uitbreken van een 'geslachts ziekte' vormen zij immers de belangrijkste bron van informatie van vóór de invoering (in 1810) van de gemeentelijke registers van de burgerlijke stand. De DTB- of DHO-registers zijn, mede omdat zij zo vaak geraadpleegd worden, in de meeste archiefbewaarplaatsen inmiddels verfilmd, gefotokopieerd en in veel gevallen zelfs al gedigitaliseerd. In het laatste geval is het zoekwerk voor de genealogen aan merkelijk vereenvoudigd, maar - zo zal de romantische historicus wellicht zeggen - is de charme van het echte speurwerk - soms een dag lang een register doorzoeken om slechts één naam te vinden - tegelijk aan zienlijk afgenomen. Aan de vorm waarin de bediening van de kerkelijke doop, de kerke lijke huwelijksinzegening en de kerkelijke uitvaart geregistreerd wordt, is overigens in de loop der eeuwen niet zo veel veranderd, al beschikken de parochies en gemeenten tegenwoordig over voorgedrukte regis ters waarin nog slechts de namen en data ingevuld hoeven te worden. Voor rooms- katholieke parochies zijn die voorgedmkte registers zelfs nog in het Latijn beschikbaar. Jaarlijks dient bovendien een kopie van de doop-, trouw- en begraafregisters over het afgelopen jaar naar het bisdom verzonden te worden, maar dat is een afspraak waarin her en der nogal de klad gekomen is. Wat wel ingrijpend veranderd is, is de wijze waarop kerken hun eigen leden administratie bijhouden. Het is voor hen van belang te weten welke geloofsgenoten in het territorium van de parochie of de kerkelijke gemeente wonen of - ook als zij elders wonen tot die parochie of gemeente gerekend willen worden, - hoe hun gezin nen zijn samengesteld, enzovoorts. Maar Cl EfEEE jEEE hoe komen zij aan die gegevens? Tot 1994 maakte het kerklidmaatschap ook deel uit van de gegevens in het gemeentelijke bevol kingsregister. Kerkelijke gemeenten en paro chies konden tegen een bescheiden vergoe ding gegevens - en dus ook mutaties door overlijden, verhuizing, burgerlijk huwelijk, gezinsuitbreiding, enzovoorts - uit het gemeentelijke bevolkingsregister opvragen. Het verdwijnen van de vermelding van de kerkelijke gezindte uit de bevolkingsadmini stratie in 1994 en het op 1 september 2001 van kracht worden van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) maakt dit momenteel echter onmogelijk. Er is nog een reden waarom het oude systeem van gegevensuitwisseling tussen burgerlijke en kerkelijke gemeenten nu niet meer optimaal zou functioneren: steeds minder katholieken en protestanten kerken immers nog vanzelfsprekend in de parochie of gemeente in wier territorium zij wonen. De territoriale kerkelijke gemeente is op haar retour. Degenen die nog kerken, kiezen hun gemeente of parochie nu steeds meer op basis van het eigen spirituele profiel van die kerkelijke gemeenschap, dus op basis van de stijl van liturgievieren en verkondigen, de diaconale inzet, de vormingsactiviteiten, enzovoorts. Dat maakt het temeer noodzakelijk voor kerkelijke gemeenten en parochies om een goede eigen ledenadministratie bij te houden en te zorgen dat die up to date is. Vastgesteld moet worden dat op dit punt, ondanks enkele landelijke initiatieven, zelfs in de twee grote kerkgenootschappen in Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), spra ke is van een zekere wildgroei. De computer heeft vrijwel over al zijn intrede gedaan, maar zonder veel centrale aansturing. Allerlei automatiseringsbedrij ven bieden dan ook software programma's aan voor de ker kelijke ledenadministratie met vaak mooie namen als Bamch (een bijbelse profeet), Ekklesia (het Griekse woord voor kerk), Churchaid alias Kerkhulp of KLA (de afkorting van Kerkelijke Ledenadministratie; verkrijgbaar in een katholieke en een protestantse versie). Het belangrijkste landelijke initiatief op dit gebied is de oprichting van S1LA, de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie, tegenwoordig gehuisvest in Bennekom. Hierin participeren zes kerkgenootschappen. Naast de twee grote (de RKK en de PKN) zijn dat de Doopsgezinde Broederschap, de Oud- Katholieke Kerk, de Vrij-Katholieke Kerk en de Nieuw-Apostolische Kerk. SILA beheert een kopie van de persoonsgegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van diegenen die door hun kerkgenootschappen nadmkkelijk als leden gemeld zijn. Bij de oprichting van SILA is met de overheid over eengekomen dat kerkleden in de GBA een zogenoemde 'SILA-stip' (officieel: SILA-afne- mersindicatie) krijgen. Van de GBA ontvangt SILA dan via een beschermde verbinding de mutaties, zoals verhuizing of overlijden, betreffende personen met een SILA-stip, en SILA bezorgt deze gegevens weer aan de aan gesloten kerkgenootschappen, die vervol gens op hun beurt de gegevens doorspelen aan de plaatselijke parochie of gemeente. Voor de vraag wie er kerklid is en dus in het bestand van SILA opgenomen is of moet blijven, is SILA evenwel afhankelijk van de gegevens die de kerkgenootschappen zelf verstrekken. Treedt dus iemand toe tot een van de zes genoemde kerkgenootschappen, dan wordt hij of zij niet automatisch van uit de GBA in het bestand van SILA opge nomen. Het kerkgenootschap moet hem of haar daartoe aanmelden. Treedt iemand toe tot een kerkgenootschap of geeft iemand te kennen juist uitgeschreven te willen wor den, dan kan dit met goedvinden van de betrokkene door SILA ook aan de GBA wor den doorgegeven, zodat de SILA-stip bij deze 18 ©y?i4 .rrrrrr 19 persoon wordt toegevoegd of weggehaald. Dat maakt een goede ledenadministratie van de plaatselijke parochie of gemeente dus des te noodzakelijker, alsmede een goede centrale administratie van de lande lijke kerkgenootschappen. De twee grootste kerkgenootschap pen hebben voor dat laatste elk een landelijk bureau ingericht. Voor de PKN is dat de Stichting Mechanische Registratie en Administratie te Delft en voor de RKK is dat het R.K. Bureau voor de Ledenadministratie te Zeist. Bij beide rommelde het de laatste tijd. De PKN had veel geld gestoken in de ontwikke ling van een nieuw systeem voor lan delijke ledenregistratie, met de - alweer - bijbelse naam Numeri (een van de boeken van het Oude Testament). Maar de gebruikersvriendelijkheid van dit systeem liet te wensen over en herzie ning dreigde te duur te worden. Daarom is het project volgens besluit van de kleine synode van de PKN van 27 juni 2008 stopgezet. Het besluit betekende een financiële strop van 3,2 miljoen euro, die ten laste wordt gebracht van de algemene risicoreserve van de PKN. De structuur van de rooms-katholieke kerk brengt met zich mee dat een cen trale aansturing van de kerkelijke admi nistratie daar meer voor de hand ligt dan in de protestantse kerken, waar de autonomie van de plaatselijke gemeente hoger wordt aangeschreven. In 2005 werd dan ook het besluit genomen om te komen dat één landelijk automati seringsplatform voor rooms-katholiek Nederland, voor zowel de parochiële ledenadministratie (vooral dus de aan levering van de SILA-mutaties) als voor de administratie van de kerkbijdrage, de verdere financiële administratie en zelfs de kerkhofadministratie. Daarvoor werd een kerkelijke instelling opge richt met de naam IPAL: Interdiocesaan Platform voor Automatisering en Ledenadministratie. Het R.K. Bureau voor de Ledenadministratie partici peert in deze instelling. IPAL regelt de samenwerking met de partners in de ICT-wereld, zoals de leverancier van de software (die ook een helpdesk bemenst) en die van de hardware, de computers dus waarop de programma's draaien. De bedoeling is dat in alle ongeveer 1300 parochies in de zeven bisdommen uiteindelijk hetzelfde systeem gebruikt gaat worden, dat de - minder bijbelse - naam Navision heeft gekregen. Met het gebruik van Navision voor de ledenadministratie is in januari 2006 een start gemaakt. Het gaat om een geïn tegreerd systeem, dat het handmatig doorvoeren van de SILA-mutaties in de eigen lokale ledenadministratie overbo dig maakt. Het functioneert nu in naar schatting ongeveer de helft van de rooms- katholieke parochies, met hier en daar de nodige conversieproblemen. Maar een parochievrijwilliger die met die proble men geconfronteerd werd, wist de katho lieke traditie te hulp te roepen om ze met een te relativeren: "Keulen en Aken zijn tenslotte ook niet op één dag gebouwd." Een goede ledenadministratie is juist voor krimpende kerkgenootschappen - en dat zijn de meeste kerken in Nederland - van vitaal belang. Uit een rapport van het onderzoeksbureau KASK1 uit 2001 blijkt dat de ledenadministratie van de meeste rooms-katholieke parochies flink vervuild is, hetgeen demotiverend werkt op de vrijwilligers die bijvoorbeeld jaar lijks op pad gaan voor de werving van kerkbijdragen in de Actie Kerkbalans en dan merken dat een aanzienlijk deel van de adressen niet meer klopt. Bovendien raken parochies door niet verwerkte ver huizingen gemiddeld dertig procent van hun jongere leden 'administratief kwijt'. Juist in een tijd waarin het kerklidmaat schap steeds minder vanzelfsprekend is, is het voor kerken van groot belang te weten wie er wel nog bij willen horen. Een goede ledenadministratie helpt daarbij. 19 Archieven en Religieus Erfgoed Door Peter Nissen De wijze waarop kerken hun ledenadministratie bijhouden is ingrijpend veranderd. Een goede ledenadministratie is juist voor krimpende kerkgenootschappen - en dat zijn de meeste kerken in Nederland - van vitaal belang. Maar hoe komen zij aan die gegevens? Ledenadministratie nieuwe stijl Heerlen III 25:1^035 Sr-mason 25jttp23aruB3Bon KSJnstrcefe XIV ra 27au£35.r:iaaan Og B&V. bh33un09!^Esen huw 33 ;gaüüg\C k 23jun23ra.*urcrrun 25feblüJ£a?ljeek H-|;l Registratiekaart van een lid van de Hervormde Gemeente in Heerlen. De Silastip archievenblad september 2008 Archieven en Religieus Erfgoed I TTT K-rn Wn»T»n Nsati «WO'nMnW»! »S2» TJïïS "SS™ GftUciOrlppIMl} II III II SVUI Nr. ewco» Wüonptoö OPGAVE KERKELIJKE GEGEVENS AANMELDEN VOOR REGISTRATIE J_U I I I MOOAUISTSCCOES SMRA CODES PASTOMCÉ OBOtPMNOl 'IS'. v> MÉit p«r Formulier van de Stichting Mechanische Registratie en Administratie te Delft, het landelijke ledenadministratiebu reau van de Protestantse Kerk in Nederland. Centrale kerkelijke bureaus Nut en noodzaak Peter Nissen is hoogleraar Cultuurgeschiedenis van het christendom aan de Universiteit van Tilburg. Kroniek Vrouwen van Bethanië Deze kroniek is afkomstig van het moe derhuis van de Vrouwen van Bethanië in Bloemendaal. De eerste geschiedschrijving over kloosters vindt plaats in de kronieken, die bijna iedere kloostergemeenschap bij houdt. Voor veel kloosterlingen is het zelfs een verplichting, die in de regels en consti tuties is opgenomen. Dagelijks of wekelijks noteren zij wat zich heeft voorgedaan, soms in een prachtig handschrift, maar soms ook in hanenpoten die bijna niet te lezen zijn. Sommige schrijvers hebben een groot talent voor het vertellen van de wederwaardigheden van alle dag, andere beperken zich tot de meest opvallende gebeurtenissen. Bij de visi tatie, een vorm van inspectie door een hoger bestuursorgaan, werd doorgaans ook gecon troleerd of men de kronieken wel goed bij hield (Marga Arendsen, Klooster Sint Aegten). (coll. Klooster Sint Aegten). september 2008 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2008 | | pagina 9