Archives, Governance development De waarde vaiet ICA-congres in Kuala Lumpur m ÜJ onderwijs en onderzoek Het congres van de ICA zou je van de buitenkant bezien nog het beste kunnen vergelijken met een enorme shopping mali. In minder dan vier dagen werden zo'n 190 lezingen, workshops, avant- garde sessies en ronde-tafelbijeenkomsten gegeven en gehouden in een overzich telijk gebouw waar je eenvoudig je weg kunt vinden. Gemiddeld vonden er zo'n vijftien sessies tegelijkertijd plaats, waar uit de geïnteresseerde zijn keuze moest zien te maken. Alle lof voor de organisa toren van dit mega-evenement, die erin geslaagd zijn om in een paar dagen tijd zoveel archiefkennis uit de hele wereld in een aangename sfeer voor de vakgenoten beschikbaar te stellen. Als je als participant aan het congres je weg wilt zoeken in het aanbod, dan heeft het hele gebeuren meer weg van een marktplaats. Aan de ene kant is dat mooi, want op zo'n marktplaats gaat het niet alleen om het 'kopen', maar ook om (soms toevallig) ontmoeten. En daar was meer dan voldoende gelegenheid voor en zonder meer nuttig en goed te noemen. Maar je wilt toch ook naar huis met het gevoel dat je op de markt de goede spul len gekocht, i.e. de juiste bijeenkomsten hebt bezocht. Het aanbod is echter zo overweldigend dat wanneer je op zoek bent naar specifieke kennis en ervaringen van vakgenoten, je het gevoel hebt in een doolhof beland te zijn. Om als deelnemer maximaal rendement uit het toch best prijzige congres te kunnen halen, dan is de mogelijkheid om je goed te kun nen voorbereiden op de inhoud van een dergelijk congres wel erg belangrijk. Ik wil bij dit aspect niet te lang stil blijven staan, maar ik hoop wel dat de ICA lering trekt uit de ervaringen van Kuala Lumpur: het was ondanks het feit dat de samenvattingen van de lezingen en presen taties allemaal wel via de website van de ICA te vinden waren, geen eenvoudige opgave om voor vertrek naar de conferentie al een even wichtig programma samen te stellen. Een ander aspect waar de volgende keer wat meer aandacht aan gegeven zou moeten worden is de structure ring van de sessies rond om thema's. Nu was het één lange lijst met titels van sessies en namen van sprekers waar je als congresganger zelf maar structuur in moest zien te brengen. Dat zou met betrekkelijk weinig moeite verbeterd kun nen worden als de bijdragen wat strenger rondom thema's geselecteerd en gegroe peerd zouden worden. En om het verwijt dan maar meteen voor te zijn dat er op die manier voor een aantal bijdragen geen plaats zou zijn: je kunt altijd nog een categorie in het leven roepen in de trant van 'bijdragen waarvan de relatie tot het hoofdthema onduidelijk is'. Dat doen we als archivarissen wel vaker. In een wereld die steeds verder glo- baliseert, zijn ontmoetingen als deze een keer in de vier jaar nuttig. Aan de ene kant word je geconfronteerd met de verschil len binnen ons vakgebied. Verschillen in technische mogelijkheden, verschil len in geld dat beschikbaar is, verschillen in professionaliteit. Aan de andere kant zijn er de vele overeenkomsten. Sommige ontwikkelingen en problemen lijken uni verseel te zijn. Zoals het vraagstuk waar alle archiefinstellingen in de wereld mee lijken te worstelen: richten we onze ener gie primair op de culturele of erfgoedtaak die we als memory-instituten hebben te spelen? Of richten we ons vooral op het leveren van een bijdrage aan kwesties als good governance en accountability? En hoewel er in theorie geen tegenstelling tussen deze twee benaderingen hoeft te bestaan, is het wel duidelijk dat het vaak gaat om een keuzeprobleem: waar zetten we de altijd (te) beperkte middelen op in? Welke competenties ontwikkelen we om welke rol te kunnen spelen? Archivarissen en archiefinstellingen zijn in het algemeen maar matig geïn teresseerd in het doen van onderzoek. Archiefinstellingen zijn primair uitvoe rende instellingen en lijken het beste te kunnen werken langs de lijnen van beproefde methoden. Voor het zogeheten toegepaste onderzoek is nog wel plaats. Denk aan het zoeken naar oplossingen voor inktvraat of het op duurzame wijze kunnen beheren van digitale informatie. Voor het doen van onderzoek naar funda mentele vraagstukken is de belangstelling echter veel minder groot. Deze vorm van onderzoek, die door sommigen ook wel schamper met de term blue sky-onderzoek wordt aangeduid, richt zich veel meer op de grondslagen van waarmee we ons bezighouden. Inderdaad, de resultaten van dergelijk onderzoek zijn lang niet altijd meteen te vertalen in een prakti sche toepassing, maar de problemen waar we ons voor gesteld zien kunnen via deze vorm van onderzoek vaak wel veel scher per gesteld worden. Op die manier kan ook het fundamentele onderzoek wel degelijk bijdragen aan een meer duurza me en kwalitatief betere oplossing voor hedendaagse problemen. Een voorbeeld om dit te verduidelijken. Tijdens het ICA-congres was governance een van de centrale thema's. Het opval lende is dat archivarissen - of ze nu uit Nederland, Australië, Zuid-Afrika, Maleisië, China of Ghana komen - alle maal even makkelijk de woorden good governance in de mond nemen. Alsof good governance iets tastbaars is. Er is zelfs een good governance toolkit in ontwikke ling. Good governance is echter een con structie waaraan waarden en normen ten grondslag liggen die bepalend zijn voor de loer ligt in een wereld die steeds verder globaliseert. Door het gemak waarmee we over de grenzen heen met elkaar kunnen communiceren, is de verleiding groot ons in toenemende mate te bedienen van een grensoverschrijdende professionele taal die, als we niet oppassen, betekenisloos dreigt te worden. Met andere woorden: we kunnen wel good governance tool kits maken, maar als we niet tegelijker tijd fundamentele vragen blijven stellen naar de grondslagen van verschijnselen en problemen, lopen we grote kans dat we bezig zijn heel praktisch ingerichte en toepasbare, maar tegelijkertijd wel slechts schijnoplossingen te maken. Het zijn dit soort vragen die tijdens zo'n internationale bijeenkomst aan de oppervlakte komen en waar het archief onderzoek iets mee moet doen. Want als we deze fundamentele vragen niet kunnen beantwoorden, is het uitermate moeilijk - zo niet onmogelijk - om op instrumenteel niveau van eikaars ervarin gen te leren. Als archivarissen weten we dat het vaak om de context gaat. De belangrijkste vraag waarmee ik na het congres weer naar huis ben gegaan, Ut'- ruimte met elkaar communiceren. Is glo balisering eigenlijk vooral een schaalver- andering of leidt globalisering tot funda mentele wijzigingen in de manier waarop we met elkaar communiceren, hoe we met informatie omgaan en welke beteke nis we geven aan informatie? Wat bete kent dat voor het domein van het infor matiemanagement? Is het nodig om onze positie in deze veranderende informatie huishouding opnieuw te definiëren, nu we volgens sommigen in een recordkee ping crisis verkeren waarin we eigenlijk alleen nog maar 'data' hebben en nauwe lijks nog weten wat 'records' zijn? Het zijn allemaal vragen waar we hét antwoord nog niet op gevonden hebben, maar die wel belangrijk zijn om over na te blijven denken. Dat heeft het congres in Kuala Lumpur overduidelijk laten zien. hoe dit concept wordt ingevuld. Bedoelen de Maleisiërs hetzelfde met good gover nance als de Nederlanders? Hoe worden deze begrippen vertaald naar de wereld van het informatiemanagement? Het is een mooi voorbeeld van het gevaar dat op is welke invloed en betekenis globalise ring heeft op en voor ons vakgebied? Het vraagstuk dat daar doorheen loopt - en dat is op zichzelf helemaal niet nieuw - is hoe mensen, instituties, samenlevingen met elkaar door zowel de tijd als door de 43 Door Charles Jeurgens Ongeveer 1200 archivarissen uit zo'n 140 verschillende landen ontmoetten elkaar van 21 tot 26 juli tijdens het 16de internationale congres van de International Council on Archives onder de titel 'Archives, Governance Development: mapping future society' in de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur. Dé gelegenheid om in een paar dagen tijd kennis te maken met ideeën, ontwikkelingen en ervaringen van archivarissen van over de hele wereld. Welke betekenis hebben der gelijke bijeenkomsten eigenlijk voor al die archivarissen uit de hele wereld en specifiek voor het archiefonderzoek en -onderwijs? Doolhof Nuttig De PetronasTowers in Kuala Lumpur, Maleisië (foto's Josje Everse). Fundamentele vraagstukken Globalisering ÜjV Na de officiële opening werden de deelnemers verwelkomd door mensen in de vele klederdrachten van Maleisië. Charles Jeurgens is hoogleraar Archivistiek aan de Universiteit van Leiden en stadsarchivaris van Dordrecht. archievenblad september 2008 september 2008 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2008 | | pagina 21