Peter Jan Marqry
burgerlijke stand
54 I
vijf jaar ook wel de termijn van nog twee
tot maximaal vijf jaar uitgekomen."
Heb je hobby's die raakvlakken hebben met
het archiefwezen?
"Ja, ik heb een leuke nieuwe hobby,
hoewel een bijzondere. En deze gaat ook
niet helemaal buiten het werk om, want
het is in Nijmegen en nu ook Rotterdam,
geregistreerd als nevenfunctie. Ik ben
namelijk onlangs voorzitter geworden
Waarom stap je van een
directiefunctie over op een
lijnfunctie?
"Voor mij is die stap
niet zo groot als hij er
uit ziet. Ook nu ben ik
in de directie Inwoners
een hoofd van een uit
voerende afdeling. Een
groot verschil is wel
dat de directie groter
is (achthonderd mede
werkers) en de afde
ling kleiner. Een ander
verschil is dat de direc
teur in Rotterdam in
hetzelfde gebouw veel
dichter bij mij zit en
kennis van zaken heeft.
Wat ik inlever is de ver
antwoordelijkheid voor
een deel van de lijnin-
houd: de archiefinspectie. Dat is voor mij
jammer, want op dat terrein heb ik de
afgelopen jaren veel kunnen bereiken in
het Nijmeegse. Ook de grote strategische
projecten vallen niet in de lijn. Maar dat
wil natuurlijk niet zeggen dat de inspectie
en de projecten niet hun effecten heb
ben op wat de lijn doet en omgekeerd.
Afstemmen door samenwerken is vaak
spannender en soms ook vruchtbaarder
dan directe sturing. In Nijmegen heb ik
de laatste jaren kunnen zien hoe er een
knip lag tussen de afdelingen waar de
strategie en tactiek/beleid werd gemaakt
en grote uitvoerende lijnafdelingen.
Ik ben benieuwd of ik met die kennis en
observaties nu wat kan in Rotterdam.
Tot slot geef ik de maatschappelijke sta
tus van 'De gemeentearchivaris van...' op.
er iemand reizen en alle twee op afstand
vinden wij niet erg handig als je een kind
thuis hebt."
Ben je het eens met de stelling dat directeu
ren, managers van archiefinstellingen na vijf
jaar moeten verkassen en een nieuwe uitda
ging aangaan?
"Naar mijn gevoel is de termijn van
vijf jaar in een archiefdienst krap, maar
het is ook sterk afhankelijk van waar de
archiefdienst voor staat in zo'n periode.
Een wisseling van de wacht tijdens een
bouwproces is bijvoorbeeld niet echt han
dig. Zo'n proces is over het algemeen niet
afgerond in vijf jaar tijd. Het uitgangs
punt lijkt mij wel goed om iedere vijf of
zes jaar de balans op te maken met elkaar.
Naar mijn inschatting was daar bij mij na
van het IIAV. En dat is echt een leuke
instelling, die mooie dingen doet en inte
ressante ontwikkelingen gaat doormaken
in de komende jaren. Een inspirerende
directie, betrokken medewerkers en een
gloednieuw bestuur. Ik voel mij vereerd
en trots dat ik daarvan voorzitter mag
zijn."
archiefdiploma, tevens plaatsvervangend
gemeentearchivaris. De ontwikkelin
gen die wij in Nijmegen in gang hebben
gezet, zijn voor een groot deel gebaseerd
op kennis en ervaring die onder andere in
Rotterdam is opgebouwd. Het is voor mij
persoonlijk buitengewoon aantrekkelijk
om daar zelf bij te zijn en daar aan mee
te mogen werken met, zoals het na mijn
kennismaking voelde, een hele fijne en
enthousiaste groep collega-leidinggeven-
den en een dynamische
directeur. Ik zie uit naar
de kennismaking met
de medewerkers!"
Die rol vond ik 15 jaar lang heel leuk,
maar ik ben ervan overtuigd dat dit voor
mij niet zaligmakend is."
Ga je daar ook wonen?
"Dat ga ik in het eerste jaar bekijken.
Als het goed te doen is, ligt dit niet voor
de hand. Ik woon in Ede, vlak bij het sta
tion. Mijn man werkt bij de gemeente
Ede en onze zoon gaat naar de laatste
groep van het basisonderwijs. Dus moet
archiefervaring
De 'historische sensatie', zoals Johan
Huizinga de ervaring beeldend karakte
riseerde, vormt voor veel onderzoekers
of archivarissen de haast magische aan
raking met het verleden, waardoor ze in
de regel verloren zijn gegaan voor andere
beroepsuitoefeningen. Bij mij had die
initiële sensatie vooral een sterke antro
pologische component; misschien een
verklaring waarom ik op een gegeven
moment het archiefveld heb verlaten en
als veldwerkende etnoloog verder ben
gegaan.
Op mijn achttiende tufte ik in een
Citroen Dyane door Frankrijk en raakte
in Rocamadour verzeild. Midden in het
stadje verrijst een hoge met kerken en
kapellen bezaaide rots. De sensatie over
viel mij toen ik zelf de lange trap naar de
top beklom en verrast werd door perso
nen - het bleken pelgrims - die de trap
op hun knieën bestegen om bovenaan
een vrij onooglijk zwart beeldje te ver
eren. Het bleek een oud heiligdom te zijn
voor de cultus van de zwarte madonna,
een donker Mariabeeldje. De situering,
de ouderdom en schoonheid van het
complex, de mysterieuze sfeer en de curi
euze rituelen kwamen verpletterend over.
Niettegenstaande (of juist vanwege?)
mijn agnostische levenshouding heeft
het fenomeen bedevaart mij niet meer
losgelaten.
Jaren later, in 1993, werd ik gevraagd
om voor het Meertens Instituut de
Nederlandse bedevaartcultuur in kaart
te brengen. De archiefkennis die ik tevo
ren had verworven op het Algemeen
Rijksarchief en als archiefinspecteur in
Noord-Brabant kwam mij daarbij goed
van pas. Immers het project moest mid
dels archiefonderzoek de Nederlandse
heiligdommen ook historisch in kaart
brengen. Het project liep als een zonne
tje, totdat ik stuitte op de cerberus van
het bisdom Breda. De toenmalige vica
ris-generaal was belast met damage control
voor het bisdom. Dit mechanisme kwam
pijlsnel op gang toen ik informeerde
of ik de archieven van de parochie De
Welberg kon raadplegen. Onvermoed
was ik gestuit op het Grote Trauma van
het bisdom Breda. Kort gezegd komt
dit er op neer dat het bisdom zich in
de jaren '30 en '40 had laten verleiden
door de Mariaverschijnings- en stigma-
tiseringsverhalen van een jonge lijden
de vrouw uit Welberg. Toen in 1951 de
consultores van het Heilige Officie in
Rome uiteindelijk korte metten maak
ten met de misstanden rond de cultus
en de besluiteloosheid van het bisdom,
dienden op last van de aartsbisschop alle
documenten en objecten met betrekking
tot de cultus naar het bisdom te worden
gebracht danwel vernietigd. Daartoe wer
den de brandkasten van het bisschoppe
lijk paleis nog eens in een speciale kluis-
ruimte geplaatst. Daarmee was het zo'n
beetje het best beveiligde archief van
Nederland. Niemand mocht ooit nog iets
wat met deze collectieve dwaling verband
houdt onder ogen krijgen. Alle reminis
centies daaraan moesten als het ware uit
het collectieve geheugen verdampen.
Toen ik in 2000 onderzoek in Rome ver
richtte en daar de Bredase bisschop Tiny
Muskens ontmoette, ontstond een nieu
we situatie. Als collega-historicus begreep
hij mijn en het historisch belang en rela
tiveerde de eventuele gevolgen voor het
diocesane trauma. Drie jaar later nodigde
Muskens mij daadwerkelijk uit in Breda.
Terwijl ik in het paleis rondliep en een
archiefmedewerker nog bij hoog en laag
beweerde dat 'daar' echt niemand in
kwam, verscheen in opdracht van de bis
schop de kanselier met enkele grote sleu
tels. Zou het dan echt gaan gebeuren en,
zo ja, wat zou er dan nog zijn? De zware
kluisdeur ging langzaam open, waarop
twee zware brandkasten zichtbaar wer
den. Beide bleken goed gevuld met mar
garine- en archiefdozen. Terwijl ik in de
bibliotheek van Muskens in mijn eentje
tot rust kon komen van deze Dan Brown-
achtige mysteriesensatie, begon het
belang van wat ik voor me had liggen pas
goed tot me door te dringen. Een ogen
schijnlijk haast compleet archief: dui
zenden pagina's met nauwgezette obser
vaties, dagboekaantekeningen, prentjes,
fotoboeken. Deze historische sensatie
zou zich over een lange periode gaan uit
strekken. Er is dan ook nog veel werk te
doen en het boek zal daarom niet in het
Jaar van het Religieus Erfgoed verschij
nen. Een prelude, geschreven lang vóór
Muskens' benevolente toestemming, is te
lezen op, www.meertens.knaw.nl/bede-
vaart/ sub 'Welberg'. Wordt vervolgd.
Gelders Archief
1 archievenblad juli 2008
Aanzicht van het Regionaal Archief Nijmegen met aan de
rechterzijde de Openbare Bibliotheek Zuid-Gelderland en
aan de linkerzijde een appartementencomplex.
Patricia Böschen is hoofd front office van het
Stadsarchief Breda en is daarnaast redacteur van het
Archievenblad.
archiefervarin
Dn ~hr\ r rs l\ A -» rrn r\ ~k
Peter Jan Margry is senior-onderzoeker religieuze cul
tuur aan het Meertens Instituut (KNAW) te Amsterdam.
archievenblad