Noten in het archief
De archiefinventaris dient niet alleen als toe
gang op het archief, maar ook om de geschiede
nis weer te geven en om documenten te traceren
die gebruikt zouden kunnen worden voor expo
sities. De inventarisatieopdracht, die de periode
1955-1995 bestrijkt, is uitgevoerd door Kick van
IJzendoorn Facilitaire Diensten
V.O.F. te Lomm. Het eindre
sultaat van deze bewerking, de
archiefinventaris, is op 2 juli
2008 op feestelijke wijze in het
Regionaal Historisch Centrum
Limburg te Maastricht gepre
senteerd. Op dat moment is
ook het archief van het LSO in
beheer gegaan bij het Regionaal
Historisch Centrum Limburg.
Samen met het archief van het
MSO over de periode 1883-
1955, dat zich eveneens in het
RHCL bevindt, is er nu een goed
overzicht beschikbaar van dit
belangrijke deel van het muziek
leven in Limburg door de jaren
heen.
maakt worden voor een bescheiden strijkorkest.
Uiteindelijk bleef het niet bij een strijkorkest: het
werd een symfonieorkest. Dit was de geboorte
van het Maastrichts Stedelijk Orkest.
Onder Otto Wolf
De feitelijke historie van het MSO begint met
het gedenkwaardig concert op 2 september 1883
in het Stadspark te Maastricht. Dirigent was toen
Otto Wolf. Zijn artistieke voorkeur ging in sterke
mate uit naar de Duitse School van de negentien
de eeuw. De moderne stromingen vielen vrijwel
buiten die sfeer, waarbij gezegd dient te worden
dat het publiek daar ook niet om vroeg. Wolf ver
vulde zijn taak tot 1916. Naast zijn directeur- en
dirigentschap doceerde hij ook nog viool, piano
en harmonieleer.
■NV 381218
Het Limburgs Symfonie
Orkest is het op één na oudste
nog bestaande symfonieorkest van ons land.
Vanaf het moment van oprichting in 1883 heeft
het muziekgezelschap repertoire voor symfonie
orkest gespeeld. Maastricht bezat in de negen
tiende eeuw een bloeiend muziekleven, waarbij
het accent lag op opera- en amusementsmuziek.
In de jaren '70 van de negentiende eeuw kreeg
de Maastrichtse gemeenteraad vaste greep op
het muziekleven door de oprichting van een
Maastrichtse Muziekvereeniging, die zich niet
alleen met uitvoerende toonkunst bezighield
maar ook een eigen muziekschool exploiteerde.
Hoewel de beginjaren goed waren, kwam de
vereniging op den duur toch in problemen. Het
waren problemen die vooral van organisatorische
aard waren. De gemeente besloot tot reorganisa
tie: in de nieuwe muziekschool moest plaatsge-
Nog in 1883 werden uit het MSO maar liefst
vier onderafdelingen gerekruteerd, namelijk een
22 man sterk operaorkest, een klein orkest met
ongeveer twintig muzikanten, een groot bal
orkest met zestien en een klein balorkest met
negen leden.
In februari 1884 werd besloten tot oprichting
van een harmonieorkest. Dit orkest concerteerde
voornamelijk in de buitenlucht - heel vaak in
het Maastrichtse stadspark - terwijl de concer
ten van de 'symphonie-afdeling' (het oorspron
kelijke MSO dus) zoveel mogelijk binnenshuis
gegeven werden. Otto Wolf vreesde dat
de symphonie-afdeling te veel onder de
harmonie-afdeling zou gaan lijden. Voor
dit probleem vond men een oplossing:
het muziekkorps van de 'Schutterij' in
Maastricht werd in zijn geheel met het
MSO gefuseerd, dat wil zeggen officieel
binnen de Maastrichtse muziekschool
opgenomen.
Ten slotte werden er pogingen onderno
men om aan het jonge MSO een gemengd
koor te verbinden. Dit lukte pas in 1891,
toen de zangvereniging 'Gemengd Koor'
in Maastricht werd opgeheven en tegelij
kertijd als koor van de muziekschool weer
werd opgericht.
De opvolger van Otto Wolf was de
Limburger Henri Hermans. Tussen 1904
en 1916 was Hermans vooral bekend als
organist. Hij werd benoemd als eerste
dirigent van het MSO en directeur van
de Muziekschool (het MSO en de muziek
school waren in 1916 nog één instituut).
Pas in 1936 werd hierin een scheiding
gemaakt, waarbij Hermans het orkest
onder zijn hoede behield en Alphonse
Crolla directeur van de muziekschool en
het muzieklyceum werd. Het muziekly-
ceum, de voorloper van het huidige con
servatorium, werd in 1925 op initiatief
van Hermans gevormd naast de muziek
school. Henri Hermans was in tegenstel
ling tot Otto Wolf veel progressiever in
zijn repertoire. Hij had grote belangstel
ling voor de nieuwe stromingen, maar
ook voor de achttiende eeuw en de
Nederlandse muziek. Direct na zijn komst
stelde Hermans een lijst met knelpunten
op en probeerde hij betere arbeidsvoor
waarden en honoraria voor zijn orkest
leden te bewerkstelligen. Een van zijn
eerste vernieuwingen was een reglement
met onder andere vaste afspraken voor de
orkestleden.
In 1919 verkreeg het MSO rijkssubsidie,
nadat het had aangetoond dé leverancier
van orkestmuziek voor de gehele provin
cie Limburg te zijn.
Fiermans bleef actief bezig met het door
voeren van reorganisatieplannen en
wist tal van nieuwe ideeën te realiseren.
Zo was het zijn idee om de concerten van
het MSO onder te brengen in een drie
tal series: Serie A winterconcerten, Serie B
zomerconcerten en Serie C volksconcer
ten het hele jaar door.
Het MSO breidde in de loop van de
jaren '20 zijn werkzaamheden uit over
de gehele provincie Limburg en vanaf
de jaren dertig werd ook geregeld in de
provincie Noord-Brabant en in België
geconcerteerd, in ry^u ging ue miu een
overeenkomst aan met het MSO die deze
omroepvereniging het recht gaf een aan
tal concerten per jaar op te nemen en/of
rechtstreeks uit te zenden.
In 1947 werd Paul Hupperts uit Gulpen
tot eerste dirigent benoemd en nam hij
het stokje over van de in dat jaar overle-
Lees verder op pagina 35
archieven en collecties
archieven en collecties
Het Limburgs Symfonie Orkest (LSO) bestaat dit jaar
- met als voorloper het Maastrichts Stedelijk Orkest
(MSO) -125 jaar. Dit wordt uitbundig gevierd met
diverse activiteiten gespreid over 2008 en 2009.
Om het jubileum in een perspectief te kunnen plaat
sen, was een overzicht van de geschiedenis van het
orkest nodig. Op initiatief van Gert Geluk, hoofd
communicatie van het Limburgs Symfonie Orkest,
besloot het bestuur van de stichting LSO daarom een
archiefinventaris te laten vervaardigen.
VERGUNNING
al» bedoeld in artikel 2 von de wel von 16 me
De Dirocteur-Generaal voor de Arboidtvoorilening;
gezien oen daartoe Jtrekkende aanvrage om vergunning van de 9 december 1962 gelet op de wet van
16 mei 1934 (Stb. 257) tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen, en op de koninklijke beiluiton van 11 auguitu» 1931
(Slb. 473), 5 juli 1954, no. 14 (Stb. 305) en 18 juni 1960, no. 44 (Stert. 150),
verleent aan Limburgs Symphonie Orkest
Lenculenstraat 16 to Maastricht
vergunning lot hot doen verrichten van arbeid, bestaande uil werkzaamheden oU piani8"fc
N-
Voornoam Gebor.fl
Noliooalit.il
POULENC
Francis
7.1.1899
Franse
Adrw:
Burg. float:
gedurende het tijdvok van 25 januari 1963
Oe vergunning i» verleend onder de volgende voorwaordefnl- gen©
26 januari 1963
s-Grayenhage >f d,13- december 196?
Vbor de Dirocteur-Gemtroo! voor de Arbeidsvoorziening.
Geboorte
lo btvovgi» efr-binw
inróg I» ton»n, bij wooivon z
'nfl word«ft tügvtrokkw.
Oom wnwrnog li uitsluitend s»'- 0 »oo« do doo-oo »ot<o»ido on ii niet voo-- avttdrathl wtboor
De werkgever i» vorpticht dit formuüor onmiddellijk na beëindiging ven de daarin gestelde termijn reip. na beëindiging van d«
tewerkstelling terug le zenden aan hot"Gewoitelijk Arbeidsbureau, waaronder de plaats waar hel werk wordt verricht, ressorteert
Z.OZ
l-li.'tó 1
Contract van Francis Poulenc met Nederlandse Concertdirectie
J. Beek, Koninginnegracht 82 in Den Haag, waarin vermeld wordt dat
hij op 25 januari en 26 januari 1963 samen met het LSO zal musice
ren (coll. RHCL, Archief LSO).
Het Limburgs Symfonie Orkest in actie.
Progressiever repertoire
Uitbreiding
archievenblad
Door Marlou Opveld en Peter Aussems