OP MAAT NAAR GEWAARDEERVERLEDEN
Masterscripties ArchiefwetenschoJOO 7
mB
onderwijs en onderzoek
onderwijs en onderzoek
De prijzen van archiefbescheiden op de
Britse archievenmarkt zijn het schikbeeld van
iedere Nederlandse archivaris. Miljoenen pon
den kunnen daar worden neergeteld voor een
enkel archiefstuk. Is de vrees in Nederland voor
een groeiende archievenmarkt terecht, met prij
zen die vergelijkbaar zijn met Engelse? Marieke
Kroonen heeft onderzocht wat de oorzaken zijn
van de verschillende wijzen waarop Nederlandse
en Britse archivarissen actief zijn op de archie
venmarkt. Hiermee kan vastgesteld worden of de
Britse situatie zich ook in Nederland kan voor
doen.
Eerst bracht Kroonen de omvang en structuur
van de Nederlandse en Britse archiefmarkt in
kaart. Een enquête en interviews hebben uitge
wezen dat de omvang van de Britse markt wat
betreft het aantal aankopen groter is dan de
Nederlandse. In totaal 26 van de 67 Nederlandse
respondenten hebben in de afgelopen tien jaar
archiefbescheiden gekocht.
Instellingen als universiteiten, onderzoeksinstel
lingen en grote bibliotheken in Groot-Brittannië
hebben een lange traditie van het kopen van
Aan het begin van de twintigste eeuw werd
in Nederland het kopen van archieven aan
banden gelegd in een instructie voor rijksar
chivarissen. Tegenwoordig kopen archivaris
sen in principe geen archiefbescheiden.
archieven. Britse archiefdiensten moesten zich
aanpassen aan deze koopcultuur. Tegenwoordig
werken de archiefdiensten steeds meer samen
met andere culturele instellingen om te voorko
men dat de verzamelgebieden niet teveel overlap
pen en zij elkaar beconcurreren. De Amerikaanse
kopers op de Britse markt wakkeren de concur
rentie aan en doen de prijzen stijgen.
In Nederland is het aantal archiefbewaarplaat
sen kleiner en meer gestructureerd dan in Groot-
Brittannië. In de negentiende eeuw kochten
rijksarchivarissen geregeld archiefbescheiden om
een eigen collectie op te bouwen. Aan het begin
van de twintigste eeuw werd in Nederland het
kopen van archieven aan banden gelegd in een
instructie voor rijksarchivarissen. Tegenwoordig
kopen archivarissen in principe geen archiefbe
scheiden.
Culturele verschillen tussen Britten en Neder
landers kunnen ook van invloed zijn op de manier
van handelen op de archievenmarkt. Onderzoek
van Geert en Gert-Jan Hofstede (2005) heeft
aangetoond dat de mate van onzekerheidsver
mijding zich uit in bijvoorbeeld de hoeveelheid
wet- en regelgeving, het consumentengedrag en
de mate van conservatisme. Nederlanders lijken
een hogere mate van onzekerheid dan Britten
te vermijden. Deze houding kan de groei van
de archievenmarkt in Nederland nog hebben
geremd. Kopers uit het buitenland, komend uit
een cultuur waarin minder onzekerheidsvermij
ding speelt, kunnen in de toekomst mogelijk
grotere invloed uitoefenen op de archievenmarkt
in Nederland.
Kroonen suggereert een aantal maatregelen die
Nederlandse archivarissen moeten nemen, wil
len zij voorkomen dat de Nederlandse archie
venmarkt zal groeien. De houding dat archiva
rissen in principe niet kopen, tenzij archiefbe
scheiden van grote waarde worden aangeboden,
is niet voldoende. Voor het acquisitiebeleid is
het noodzakelijk dat archivarissen zich verdie
pen in het aanbod en de prijzen op de markt.
Bovendien kunnen archivarissen met een aan
tal instrumenten meer invloed uitoefenen op de
archievenmarkt. Mogelijkheden liggen bij het
opnieuw in gebruik nemen van het Centraal
Register Particuliere Archieven in digitale vorm,
het publiceren van acquisitieplannen en het
afstemmen van acquisitiestrategieën, en
bij het bekendmaken van internationale
aankopen op een internationale website.
Deze maatregelen zullen erfgoedinstellin
gen stimuleren om met elkaar overleg te
plegen op het gebied van acquisitie van
archieven. (Reacties naar: m.a.b.kroonen@
hga.denhaag.nl).
In deze studie heeft Bernard Mantel
onderzocht in hoeverre de selectie-instru
menten die in de jaren negentig zijn ont
wikkeld toepasbaar zijn op de archieven
van maatschappelijke organisaties in
Nederland. Het gaat onder meer om het
verwoorden en verwezenlijken van een
documentatiestrategie door de archief
beheerders, waardering op macroniveau
en de daaraan voorafgaande functionele
analyse. Waardering en selectie als onder
deel van document management bij de
maatschappelijke organisaties kunnen
met deze instrumenten gemoderniseerd
worden. Ook verbetert de kwaliteit van
overgebrachte archieven naar de archief
bewaarplaatsen en andere archiefinstel
lingen.
Bernard Mantel onderzocht de Neder
landse vakbeweging: kunnen grote parti
culiere organisaties, zoals de vakcentrales
en de vakbonden, efficiënt omgaan met
het vraagstuk van waardering, selectie en
vernietiging van archieven? De positie
van de vakbeweging in de Nederlandse
maatschappij is bijzonder, omdat vakcen
trales en bonden zich bewegen op diver
se niveaus in het sociaal-economische
krachtenveld: direct als belangenbeharti
ger voor werknemers, maar ook als over
legpartner met overheid en werkgevers,
waar zij onderdeel zijn van en belangrijke
spelers in het poldermodel.
Mantel neemt als uitgangspunt voor zijn
onderzoek de hypothese dat het model
van Schellenberg dominant is bij de waar
dering van hun archieven bij de beheer
ders van de archieven bij de vakcentra
les en bonden. Hij heeft bekeken hoe de
archieven van de Nederlandse vakbewe
ging zijn in te passen in een documen
tatiestrategie van sociale bewegingen en
economische activiteiten.
Theodore Schellenberg (1903-1970) was
de Amerikaanse archivaris, die de neer
slag van projecten van de New Deal en de
Bernard Mantel onderzocht de
Nederlandse vakbeweging: kunnen
grote particuliere organisaties,
zoals de vakcentrales en de vak
bonden, efficiënt omgaan met het
vraagstuk van waardering, selectie en
vernietiging van archieven?
resultaten van oorlogsinspanningen van
de Verenigde Staten tijdens de Tweede
Wereldoorlog bewerkte. Stellenberg
stelde in de jaren vijftig dat niet al het
gevormde archief bewaard kon blijven.
Archivarissen moesten een stem heb
ben in de wijze waarop de selectie van
'archiefwaardig' materiaal tot stand zou
komen. De werkwijze van archieven van
bonden is (vaak onbewust) ontleend aan
de ideeën van Schellenberg.
Het onderzoek is verricht met behulp
van een enquête naar de vakcentrales
en bonden om de wijze van archief- en
documentbeheer in kaart te brengen.
De respons liet grote verschillen in profes
sionaliteit zien. In alle gevallen waar spra
ke was van een bewaartermijnenlijst was
de grondslag voor het al of niet bewaren:
de inhoud van de documenten samen
met de juridische noodzaak van bewaren.
Een alternatieve mogelijkheid voor waar
dering van de archieven is het uitvoeren
van een functionele analyse van de orga
nisaties. Daarbij worden niet de docu
menten zelf, maar de taken en functies
van de organisaties gewaardeerd. Deze
waardering strekt zich uit over de archie
ven die uit de betreffende functies voort
komen.
De essentiële functies van de vakcentrale
(zoals FNV, CNV en MHP) zijn:
- Besturen van de vakcentrale; een essen
tiële functie, waar te bewaren archief uit
voortkomt;
- Overleggen met de overheid over het
sociaal-economische beleid en deel
name in adviesorganen als de Sociaal-
Economische Raad (SER) en de Stichting
van de Arbeid; ook deze functie vindt
plaats op een hoog strategisch niveau;
- Vormgeven aan maatschappelijke idea
len; een functie die de identiteit van de
vakcentrale en de aangesloten bonden
bepaalt. Het archief dat hieruit voort
komt is zeer divers van karakter;
- Ondersteunen van de organisatie, waar
in alle werkzaamheden zijn vervat die het
functioneren van de organisatie mogelijk
maken. Het archief dat hieruit voortkomt
is doorgaans vernietigbaar, met inachtne
ming van de wettelijke termijnen.
De functies van de vakbond sluiten aan
bij de functie van de vakcentrales. Bij de
bonden ligt het accent op de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de belangen
behartiging van de leden van de bonden,
zowel collectief als individueel.
Om een documentation strategy te ontwik
kelen is een vergaande samenwerking
nodig tussen de archiefbeherende instel
lingen als het IISG en de archiefvormers
en ook tussen particuliere archiefbe
heerders en de archiefbewaarplaatsen.
(Reageren? Mail naar bernardmantel@
tiscali.nl).
In 2005 werd artikel 15a toegevoegd aan
de Archiefwet 1995. Het artikel heeft
betrekking op milieu-informatie, die
bewaard wordt in archiefbewaarplaatsen.
De openbaarheid van deze informatie is
beperkt op grond van de eerbiediging van
de persoonlijke levenssfeer en op grond
van het derde-belang. Het nieuwe artikel
15a in de Archiefwet 1995 is een voort
vloeisel uit het internationale Verdrag
van Aarhus uit 1998. Het verdrag regelt
de toegang tot informatie, de inspraak bij
besluitvorming en de toegang tot de rech
ter in milieu-aangelegenheden.
Mathilde Kors heeft in deze studie onder
zocht hoe archiefdiensten toegang ver
schaffen tot milieu-informatie. Om meer
duidelijkheid te krijgen over wat verstaan
wordt onder het begrip 'milieu-informa
tie' is een milieu-register samengesteld,
2 4
archievenblad
25
Door Marieke de Haan
Aan de Universiteit van Amsterdam zijn vorig
jaar drie archivarissen afgestudeerd in de Archief
wetenschap. In dit artikel vat Marieke de Haan de
masterscripties samen. Opvallend is dat de scripties
goed aansluiten bij de actualiteit van het rapport
Gewaardeerd verleden.
Marieke Kroonen
Het kopen van archiefbescheiden:
de praktijk in Nederland en Groot-Brittannië
ÏCSËEË
Via de website www.collectrussia.com worden archiefstukken te
koop aangeboden.
Bernard Mantel
Vakbonden gewaardeerd
Mathilde Kors
De openbaarheid van milieu-informatie
in archiefbewaarplaatsen.
De gevolgen van de Archiefwet 1995,
artikel 15a voor de toegang tot milieu
informatie bij het Nationaal Archief
archievenblad
juli 2008
juli 2008