:.r.uy. TV.V.V management rekenen en samengaan bleek inderdaad goedkoper dan zelf nieuw bouwen. Samenwoning op één plek was dus de eerste stap. De plannen moesten dus snel aangepast worden voor wat betreft de werkplekken en het archiefdepot. De eigenlijke fusie kwam vooral van de zijde van de gemeente Middelburg. Daar werd gesteld: als we nou toch op één plek gaan zitten, laten we dan ook de maxi male efficiencywinst pakken en een vol ledige fusie nastreven. We hadden trou wens inmiddels gezien dat het Groninger model met een gedeeltelijke fusie (twee diensten onder één dak, maar twee kapi teins op één schip) niet echt goed werk te. Op 1 januari 2000 konden we in het nieuwe en gerestaureerde gebouw en dus liep tijdens het bouwtraject vanaf eind '96 tevens het fusietraject. We zijn al wel op 1 januari 2000 als Zeeuws Archief gaan werken, maar de definitieve plaat sing van het personeel was pas per 1 mei formeel afgerond." ook niet in het huis van een van de vori ge partners willen, maar samen naar een nieuw onderkomen gaan." Hoe lang heeft het fusietraject geduurd? "In 1996 was de nieuwbouw voor het Rijksarchief in Zeeland vrijwel besteksklaar. Ik realiseerde me op dat ogenblik dat de gemeente Middelburg met nieuwbouwplannen voor een stads kantoor doende was en op hetzelfde moment ook de gemeente Veere. Toen dacht ik: drie nieuwe archiefkluizen vlak bij elkaar, dat kun je niet meer uit leggen. Dat moet handiger kunnen. Ik heb dat besproken met de toenmalige algemeen rijksarchivaris Eric Ketelaar. De RHC-vorming begon toen net op gang te komen, met Utrecht als eerste. Ketelaar heeft vervolgens met het minis terie van OC&W gesproken en ook daar was men van mening dat het logisch zou zijn om een en ander te combineren. De ruimtenood, nieuwe huisvesting, was dus uitgangspunt voor gezamenlijke huisves ting. Van een volledige fusie was in dat stadium nog geen sprake. Beide gemeen ten hebben het aanbod tot samengaan van het ministerie vervolgens door laten Hoe werd het fusietraject begeleid? "We hebben het eigenlijk min of meer in 'eigen beheer' gedaan. Er was dus geen externe projectmanager. Maar het is wel zo dat de expertise die bij het rijk en de gemeenten aanwezig was zoveel mogelijk werd benut. Er was bijvoorbeeld een pro jectgroep financiën: daar zaten de financi- Roelof, hoe kijk je op het fusietraject terug? "Ik kijk er heel positief op terug. Ik denk dat het zowel voor het Zeeuws Archief als voor het archiefwezen in Zeeland een heel goede ontwikkeling is geweest. In mijn beleving is het voor het merendeel goed gegaan. We zaten wel in een soort 'snelkookpansituatie1 doordat we tegelijkertijd een fusietraject en een nieuwbouwtraject hadden. Dat was behoorlijk hectisch. Aan de andere kant zijn we zo gespaard voor jarenlange opeenvolgende trajecten." Is dat een goede zaak, denk je: tegelijkertijd starten met nieuwbouw en een personele fusie? "Ja, dat vind ik wel. Als je met een aantal diensten bij elkaar gaat zitten, is het heel goed als je ook samen naar een nieuw gebouw gaat. Een nieuwe organi satie in een nieuw gebouw is een ideale startpositie. Ook al om te voorkomen dat de beeldvorming ontstaat dat een grote partner een kleine opslokt. Ik vergelijk het wel eens met twee partners die een scheiding achter de rug hebben en dan management ele medewerkers van Middelburg, Veere en het rijk in. Er was een stuurgroep, waar de algemeen rijksarchivaris en de betreffende wethouders van Middelburg en Veere in zaten. Die stuurgroep stelde een 'verander management team' in. Daarin zaten de drie diensthoofden (de rijksarchivaris in Zeeland en de gemeentearchivarissen van Middelburg en Veere) en de tweede man van het rijksarchief en het hoofd bedrijfs voering. En dat clubje heeft met diverse werkgroepen (financiën, personeel en der gelijke) de zaak aangestuurd." Bij de andere toenmalige fhsietrajecten (Utrecht en Groningen) was sprake van gelijkwaardige partners, dat wil zeggen de rijksarchieven waren ongeveer even groot als de gemeentearchieven. In het Zeeuwse geval was er echter een veel groter rijksarchief, een middelgroot gemeentearchief en een klein gemeentearchief. Dus geen gelijkwaar dige partners. Leverde dat geen problemen op? "Nee, niet echt. Het was meteen al duidelijk dat het rijk 75 van de kosten voor z'n rekening zou nemen, de gemeen te Middelburg 20 en de gemeente Veere 5 De verhoudingen waren, ook voor de betrokken medewerkers, duidelijk. Het lag ook voor de hand dat het diensthoofd van de grootste partner directeur zou worden. Iets dat in het geval van even grote partners tot gekissebis aanleiding zou hebben kun nen geven." Hoe zag en ziet het organisatiemodel eruit? En is dat inmiddels aan verandering toe? "We hebben geprobeerd een zo effi ciënt mogelijke organisatie op te zetten en ook iedereen binnen boord te houden. Met andere woorden: de medewerkers zouden op een plek terecht komen die ze ook ambi eerden en waarin ze optimaal zouden kun nen functioneren. Dat hield in dat we zijn uitgekomen bij drie afdelingen: een afde ling archieven en collecties, een afdeling communicatie en behouden en een afde ling bedrijfsvoering. Om een soort even wicht te creëren is restauratie en behoud ondergebracht bij communicatie. Dat heeft in principe goed gewerkt. Het verschil tus sen inventarisatie en de studiezaal werd opgeheven. Het toegankelijk maken en het beschikbaar stellen kwamen nu in één afdeling. In Zeeland zijn we ai een stukje verder gegaan dan de gedachten die daar bij de rijksarchiefdienst over bestonden. Ook nieuw was dat we specialisten op het gebied van communicatie en educatie zijn gaan aantrekken. Tot die tijd was het in het archiefwezen, in ieder geval binnen de rijksarchiefdienst, gebruikelijk dat (middel baar) archiefambtenaren die specialistische taken uitvoerden. Wij hebben mensen met een communicatie- en educatieopleiding en -achtergrond aangenomen." Functioneert het toen gekozen model nog steeds? "Ja. Je kunt stellen dat er al snel niet meer in bloedgroepen werd gedacht. Het is al vrij spoedig echt één organisa tie geworden. Een negatieve kant is het weliswaar prachtige, maar dure gebouw. We zijn door de huurverhogingen van het rijk financiële problemen gaan krijgen. En die druk heeft mede veroorzaakt dat we naast bezuinigingen zijn gaan bezien of alles wel goed liep en of het niet nog wat efficiënter zou kunnen. Dat heeft opgele verd dat we in overleg met de OR en gefi atteerd door ons bestuur inmiddels in een traject van organisatieaanpassing zitten. We hebben ook eens goed gekeken naar en gesproken met het Historisch Centrum Overijssel, een qua grootte vergelijkbaar RHC. Dat heeft opgeleverd dat we van drie naar twee afdelingen teruggaan. Er komt een afdeling kennis en informa tie, waar ontsluiten en productontwik keling plaats zal vinden, en een afdeling beheer en exploitatie, waar alles wat we maken op een zo efficiënt mogelijke manier aan de man zal worden gebracht. Met name de ICT zal ook een veel grotere rol dan voorheen gaan spelen. We stre ven naar afronding van deze aanpassing begin 2008." Als je de fusie in het Zeeuwse vergelijkt met andere fusies, dan is het behoorlijk snel gegaan en vrij gladjes verlopen. Zijn er hele maal geen problemen geweest? "Er zijn een paar mensen vertrok ken, zoals een hoger archiefambtenaar die zich met de zakelijke dienstverlening bezighield en zag dat er voor hem geen plaats als afdelingshoofd inzat, en een medewerkster van het gemeentearchief Middelburg, die niet mee wilde. Ik viel als rijksarchivaris hiërarchisch direct onder de algemeen rijksarchivaris. Dat was soms wel wat moeizaam, omdat ik als beoogd RHC-directeur bijvoorbeeld zag dat het kostentechnisch hier en daar moeilijk lag. Er was toen namelijk nog geen eigen bestuur. Doordat we het allemaal zelf hebben gedaan en omdat ik direct met de algemeen rijksarchivaris te maken had, konden we weinig met de vuist op tafel slaan. Ook dat was elders wel anders. Dat lever de in Overijssel echter wel een vaste prijs- indexering op, terwijl wij maar telkens af moeten wachten wat het rijk gaat doen." Lees verder op pagina 19 17 n'.titf nvTv RHC's in Nederland: het Zeeuws Archief Door Peter Sijnke Bezoeker raadpleegt de bibliotheek in de modern vormgege ven studiezaal van het Zeeuws Archief (foto Zeeuws Archief). Roelof Koops, directeur van het Zeeuws Archief, toont de minister van Buitenlandse Zaken van Suriname, M.S. Hassankham.de oudste stukken over de Zeeuwse bemoeienis met Suriname als gevolg van de verovering in 1667 door de Zeeuwse commandeur Abraham Crijnssen (foto Zeeuws Archief). archievenblad juli 2007 Regionale Historische Centra zijn de afgelo pen decennia als paddestoelen uit de grond geschoten. Oude wijn in nieuwe zakken of zijn het echt andere instellingen? Wat is het uitgangspunt van de RHC's en hoe suc cesvol zijn ze? Deel 2 van de serie 'RHC's in Nederland' voert ons naar Zeeland. In gesprek met Roelof Koops (geb. 1947), direc teur van het Zeeuws Archief sedert 2000. Bezoeker aan het werk in de studiezaal (foto Zeeuws Archief). Facade van het monumentale Van der Perrehuis, waarin de kan toren van de medewerkers van het RHC gevestigd zijn (foto Rijksgebouwendienst). juli 2007 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2007 | | pagina 8