bijtte Heerlense archiefdienst archieven en collecties management (onder andere brandschade, inktvraat, kopervraat, verzuring), mechanische schade (door gebruik en geweld), plaagschade (insecten en knaagdie ren) en vochtschade (bijvoorbeeld vervilting en schimmel). Elke schade- I 29 algemene series van reglementen, agen da's, notulen, correspondentie en jaarver slagen. Met de notulen van de GSL wordt zowel de kant van de werkgevers als die van de werknemers in de Zuid-Limburgse mijnbouw getoond. Archivaris worden is één. Maar daar naast ook nog actief het publiek inte resseren voor de historie van de stad en regio is twee. Bij de splitsing van de Gemeentelijke Oudheidkundige Dienst, waarin het gemeentearchief van Heerlen, de historisch/archeologische bibliotheek, het (Thermen)museum en stadsarcheo logie sinds 1924 verenigd waren, werden in 1981 twee diensten gevormd met één directeur. Ook de lokale historische ver enigingen hadden hun thuisbasis bij de archiefdienst. Jarenlang zijn de activitei ten van het archief onder de korenmaat gebleven, omdat de publieksactiviteiten vooral in handen werden gegeven van het Thermenmuseum. Historische ten toonstellingen over negentig jaar bios coop, over de architecten Klijnen en Stuyt, 'Limburg in stukken' en schoolprojecten werden door de pers vooral toegeschreven aan het museum.1 Alle reden dus om bij splitsing van de personele unie in de direc tiefunctie het archief meer in de publieke belangstelling te zetten. De uitkomst van een burgeronderzoek in 1991 bewees dat het stadsarchief wat public relations betreft een nieuwe impuls hard nodig had. Slechts een kwart van de Heerlenaren wist dat er een archiefdienst was! Een van de opdrachten voor de nieuwe archivaris was de vorming van een (Euregionaal) studiecentrum voor politici betrokken. Bij het startschot, maar college- en gemeenteraadsleden werden natuurlijk ook voor elke bijeenkomst opnieuw uitgenodigd. Vooral de slot manifestatie trok bij de bestuurders veel belangstelling. Bij de laatste wijkpresenta- tie kondigde wethouder Huub Savelsbergh de wedstrijd 'Wie is de (meest) echte Heerlenaar...' aan.2 Het werd namelijk betwijfeld of er met de explosieve groei van de stad gedurende de opkomst van de mijnbouwindustrie nog Heerlenaren met 100% 'Heerlens' bloed in de aderen zou den zijn, op de manier zoals edelen vroe ger met een kwartierstaat hun afkomst moesten bewijzen. Na het succes in de wijken werd alles nog eens uitgepakt in de overzichtstentoonstelling 'Heerlen Verleden Tijd' in eigen huis. Die werd op 8 december 1995 geopend met de overhan diging van een boek met gelijke titel aan burgemeester J.B.V.N. Pleumeekers. Hij zette toen meteen ook de echte Heerlenaar in het zonnetje, want wonder boven won der bleek die nog te bestaan. De eerste jaren werd met alle hens aan dek ingezet op het vergroten van de bekendheid van het stadsarchief. De naam kwam eindelijk op de gevel van de gezamenlijke huisvesting met het Thermenmuseum en - zo was bij de boedelscheiding tussen archiefdienst en Thermenmuseum bedongen - het stadsar chief zou eenmaal per jaar de ruimte krij gen om een tentoonstelling in te richten. Tegelijk met de actie 'Kijk 'ns in de wereld van toen...' is een nieuwe publieksfolder ontwikkeld, maar ook werd de nek uitge stoken om met Uitgeverij Waanders in zee te gaan voor de publiekshistorische uitga ve Ach lieve tijd, twintig eeuwen Mijnstreek (1993-1996). Het redactieteam slaagde erin het eerste exemplaar ervan aan te bie den aan de commissaris van de koningin in Limburg, 'onze gouverneur', mr. B.J.M. baron van Voorst tot Voorst. Dat gebeurde op 28 oktober 1993. Veel publiciteit trok de grote tentoon stelling 'Bezetting Bevolking Bevrijding' op het moment dat Heerlen in 1994 het gouden jubileum van de bevrijding vierde. Burgemeester en wethouders trokken mee in een historische stoet met legertrucks (GMC's) en Amerikaanse jeeps door de vel den om Heerlen om het tweede deel van architectuur en geschiedenis van de buurt met oude foto's, films en diapresentaties door de medewerkers van het archief trok per weekend gemiddeld zo'n 550 bezoe kers. Bij de presentaties zijn uiteraard ook de de tentoonstelling in kasteel Hoensbroek te bezichtigen. Het aantal Heerlenaren dat van het stads archief gebruik maakt, is door deze geslaag de publieksacties gestegen met 62%, ter wijl het totaal aantal bezoeken in drie jaar met 20% toenam.3 Maar na één jaar was er al een meetbaar succes. In het burger- onderzoek, dat eind 1993 werd gehouden, bleek inmiddels 64% van de Heerlenaren het stadsarchief te kennen en 90% van de bezoekers gaf aan tevreden te zijn over de dienstverlening.4 architectuur. In de opstart ervan wilde Heerlen laten zien dat ze hoogwaar dige architectuur in huis heeft door een studie te laten verrichten naar objecten in de stad voor de wereldranglijst van de D0C0M0M0 (Documentation of the Modern Movement). Niet onbelangrijk, want het Glaspaleis in Heerlen heeft er zijn hoge notering op die lijst en de restauratie en omvorming tot cultuurpaleis aan te dan ken. Om voldoende subsidie te verwerven werd een cluster van architectuurprojecten op touw gezet om daarmee een financiële bijdrage uit het Stimuleringsfonds voor de Architectuur te kunnen verwerven. Een van de ideeën om de architectuur onder de aandacht van het publiek te brengen was de actie 'Met architectuur de wijk in'. Omdat het de architectuur van de buurten moest belichten aan de hand van foto's en archiefstukken van de archiefdienst, werd het project al gauw omgedoopt tot 'Met het archief de wijk in'. Tien weeken den in evenzoveel buurthuizen gaven we Heerlenaren onder het motto 'Kijk 'ns in de wereld van toen...' gelegenheid kennis te maken met de geschiedenis van hun buurt. Een korte tentoonstelling over de Belangrijker was ook de bekendheid voor het stadsarchief richting politiek. Het archief stond op het netvlies van de bestuurders en blijkbaar ook wat de wette lijke taken betreft. Bij telkens opvolgende bezuinigingsrondes in die jaren bleef het stadsarchief vrijwel buiten schot en kon den zelfs extra kredieten verkregen wor den, onder meer om op 14 oktober 1994 met een grote conferentie de oprichting van het Euregionale Studiecentrum voor de architectuur, het Vitruvianum, in te luiden.5 Eerlijkheidshalve moet ik hierbij wel ver melden dat de intensieve publiciteitsactie in de eerste drie jaren veel heeft gevraagd van de medewerkers. We moesten het met de bestaande bezetting doen, hadden geen extra ondersteuning voor onze public relati ons en moesten daar onze eigen weg in vin den. De normale werkzaamheden hebben daar meetbaar hinder van ondervonden. Na de eerste intensieve jaren, waarbij ondertussen ook nog meermalen gereor- Lees verder op pagina 31 Dit jaar bestaat Metamorfoze tien jaar. Op 20 maart is met een symposium stilgestaan bij het ontstaan van het pro gramma dat zich aanvankelijk alleen op bibliotheken richtte. Maar er werd ook vooruit geblikt op de komende jaren waarin archieven een belangrijk onder deel vormen en waarin digitalisering een steeds grotere rol zal spelen. Er wordt uitgegaan van zeven miljoen images per jaar. De richtlijnen preservation imaging zijn in concept gereed en in 2008 zal digi talisering als massaconserveringsmethode worden gehanteerd. Op de lustrumbijeenkomst werd behalve het nieuwe Handboek Metamorfoze, speci aal aangepast voor het archieventraject, ook de Schadeatlas archieven uitgereikt. Niets is immers zo divers als archiefmate riaal. In de atlas zijn 22 soorten schade in vijf categorieën onderverdeeld: band- en boekblokschade (zoals versleten naaiwerk en rugbeschadiging), chemische schade soort is geïllustreerd met een of meer foto's. Bij elke afbeelding is aangege ven of, gelet op de raadpleegbaarheid, de schade licht, matig of ernstig is. De atlas helpt schadesoorten te onderken nen, de oorzaken ervan te benoemen en kan tegelijk de aanzet vormen voor het opstellen van een conserverings plan. De atlas is gratis te bestellen bij Bureau Metamorfoze. Behalve archieven wordt ook nog de conservering van boeken, kranten, tijdschriften, literaire en cultuurhis torische collecties door Metamorfoze gesubsidieerd. Dit jaar is het Bureau Metamorfoze uitgebreid met onder meer een nieuwe kwaliteitsmanager en een tweede coördinator Archieven (Alexandra Daniëls). De volgende ronde voor projectaanvragen is eind 2007. Congrescentrum Rolduc 22 2^ Keikrode septtmbe- Door Roelof Braad juli 2007 archievenblad I Al je speren zetten op het bekend worden als archief en schatkamer van de geschiedenis was vijftien jaar geleden geen gewone zaak in de archiefwereld. Het archief in Heerlen deed dat. Wat levert het op en wat is de impact voor de archiefdienst? Wat moet je zoal ondernemen om in de belangstelling te komen? En kan ervoor de nabije toekomst iets uit worden geleerd? Gezellige drukte bij een van de presentaties 'Kijk 'ns in de wereld van toen' (foto's Rijckheyt, Heerlen). Nieuwe kansen Andere publieksactiviteiten Opening van de Heemkundemarkt 2005 door gedepu teerde van cultuur Odile Wolfs en burgemeester Antoine Gresel van Heerlen met muzikale ondersteuning van Jack Vinders. archievenblad juli 2007 Overdracht van het archief Peutz door Jan Peutz aan wet houder Zuidgeest. Blijvende aandacht Wachten op de kooi. De reddingsbrigade van een van de Oranje Nassaumijnen in de jaren '30 van de twintigste eeuw. (coll. Sociaal Historisch Centrum voor Limburg). Metamorfoze groeit Erik van der Doe is coördinator Archieven Metamorfoze. Voor meer informatie zie de website www.metamorfoze.nl Affiche van de Heemkundemarkt 2001

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2007 | | pagina 14