rC 0 L U M l\T thema Vervolg van pagina S3 jaar enkele privé-vertrekken in het gebouw, als ware zij een geleerde uit vroeger tijden toen de wetenschap nog vanuit het eigen huis bedreven werd. Hoe dan ook liepen in Baarn het per soonlijke en het openbare leven geheel door elkaar, en is het mede daaraan te danken dat het privé-archief van Wester zijn gewisseld. Daarvan is echter geen snipper bewaard gebleven (al moet ik bekennen nog nooit in Pretoria te hebben gezocht). Hoe dan ook, Westerdijk heeft ze niet voor het nageslacht nagelaten. Dat betekent echter niet dat ik uit het archief niet heel veel informatie heb kun nen halen over de persoon van schap' ook een kritische functie. Door de vorm van de parodie te hanteren lukte het Westerdijk en de haren niet alleen de mannelijke wetenschap te bespotten, maar in de praktijk ook de mannen aan het lachen te maken. Althans in Baarn werden mannen ontslagen van hun opdracht hun wetenschappelijke waar digheid en mannelijkheid te bewijzen en uit te dragen." (Bosch, 1994, 425) Mijn doctoraalscriptie over vrouwelijke artsen eindigde al met enkele coupletten uit de operette Mannen taboe, door T. New Nav (Johanna van Went) die in 1927 tijdens een feest ter gelegenheid van de benoeming van Cornelia de Lange tot hoogleraar in Amsterdam door de vrouwelijke artsen uit die stad, werd opgevoerd.1 De Vereniging van Vrouwe lijke Artsen in Nederland dankt er haar oprichting aan en ik karakteriseerde het als een geestige manier om mannen eens hun plaats te wijzen. Door de onderdom peling in de huiskamerkleinkunst in Westerdijks laboratorium ben ik nog scherper de historische waarde gaan zien van de sporen die vele vormen van gele genheidsamusement in de constructie van politieke en professionele identitei ten hebben gespeeld: de humoristische teksten op bekende melodieën, limericks, ABC's en andere 'ulevel-rijmen' hebben alle meer dan vluchtige amusements waarde. Het loont blijkbaar om serieus onderzoek te doen naar (werken en) fees ten. Of is Westerdijks geest vaardig over mij geworden? dijk niet werd opgeruimd. Overigens is het archief minder volledig waar het gaat om het echte persoonlijke materiaal: ook in dit archief ontbreken substantiële egodocumenten als systema tisch bijgehouden dagboeken of persoon lijke correspondenties met vrouwen en mannen die meer dan alleen collega's, dierbare vriendinnen en vrienden waren. Te denken valt hierbij aan iemand als Greet Mes, die na haar promotie in Baarn naar Zuid-Afrika vertrok, en met wie Westerdijk een bijzondere band moet hebben gehad. Zij werd hoogleraar aan de Universiteit van Pretoria in combinatie met een positie als directeur van een privé-laboratorium, vergelijkbaar dus met de manier waarop Westerdijk hoogleraar werd. Juist de afstand die hen scheidde, doet vermoeden dat er brieven moeten Westerdijk of de wijze waarop gender een rol speelde in haar leven als professionele wetenschapper en in het gezelschap van geleerde vrouwen om haar heen. Dat heb ik in mijn proefschrift Het geslacht van de wetenschap (1994) laten zien. Interessant genoeg heb ik daarbij kunnen putten uit die documenten die meestal als geestig maar onbruikbaar terzijde worden gelegd: de sinterklaasgedichten en huiskamer operettes, muzikale diapresentaties en feestnummers die alle 'tussen de schuif deuren' moeten worden geplaatst. Niet alleen werden de conventies in het toen malige vrouwenleven veelvuldig bespot, ook de wetenschap werd daarin steevast in zijn hemd gezet: "Op toneel en in de poppenkast speelde de te onderzoeken natuur, in de vorm van als tomaat of wortel verklede promoven di, op zijn minst een gelijkwaardige rol. Kennelijk waren de optredens van Tijl Uilenspiegel meer dan een leuke traditie, en had het 'uilenspiegelen der weten- column 1 1 1 Net voor de val en wederopstanding van het kabinet debatteerde de Tweede Kamer over kabinetsplannen voor twee prestigieuze instituten, het 'Centrum voor Geschiedenis en Democratie' en het 'Huis voor de Culturele Dialoog'. Voor dat laatste alleen al zou zo'n slordige acht miljoen euro beschikbaar komen, voor drie jaar. Gedachten over integratie in de Neder landse samenleving spelen in al die plan nen mee. De Kamer sputtert tegen; ziet liever een museum voor Nederlandse geschiedenis. Buitenlandse voorbeelden tonen namelijk aan dat het publiek warm loopt voor een nationaal historisch museum: Haus der Geschichte in Bonn (www.hdg.de), Smithsonian in Washing ton (americanhistory.si.edu). U herinnert zich vast nog levendig dat een dergelijk museum weinig kans maak te onder het vorige kabinet. Want een museum, dat is een synoniem voor tradi tioneel, stoffig, onaantrekkelijk, kortom niet dynamisch. Deze foute uitleg kan, vermoed ik, alleen ontspruiten in het hoofd van iemand die, pakweg, de laatste twintig jaar niet aan museumbezoek is toegekomen. De beleidstoverformule 'voor een breed publiek toegankelijk maken' heeft mogelijk het geestesoog van de betreffende bewindspersoon ver troebeld? Zo'n ouderwetse instelling (laat ik hier voor het gemak eventjes de 'nieuwe' zienswijze volgen) is in drie landen in Europa in de maak voor eveneens presti gieuze ondernemingen: een supranatio naal historisch museum. Gedachten over éénwording van Europa spelen in al die plannen mee. In Brussel moet in 2007 - vijftig jaar Verdrag van Rome - een Europamuseum de deuren openen. Te realiseren met wat geld van Europa en met toezeggingen uit het bedrijfsleven (oplopend tot bijna vier miljoen euro). Voorwerpen noch verzameling zijn voor handen. De vraag is dus wat dat gaat worden. Aken pakt het groter aan: dertig miljoen euro staat aan het begin van een historisch museum over Europa. Door de eeuwen heen heeft Aken een vooraan staande plaats ingenomen in de Europese geschiedenis en dat willen ze daar weten ook. In 2008 is het zover. En Marseille smijt er maar liefst 131 miljoen euro tegenaan om in een voormalig fort aan de haven een Europamuseum in te rich ten. Verzameling, onderzoekinstelling, laboratorium - een broedplaats voor soci aal-culturele beleving is in de maak. De agenda van het testteam van het Historisch Nieuwsblad kan zich de komen de jaren richten op het buitenland. enig hersenwerk niet schuwt. 'Hands on' moest voor musea nog worden uitgevon den toen archieven al lang wisten hoe ze hun bezoekers aan het werk konden zet ten. Wij archivarissen weten immers niet beter. Wie een archief binnen wil, betaalt géén toegang, maar moet zich wel identi ficeren. De koffie is er goedkoop en de medewerker onderbetaald of vrijwilliger. Vijf jaar lang kwam het Historisch Nieuwsblad jaarlijks met een Grote Museumtest, waarin binnen- en buiten landse historische musea aan een kwali teitstest werden onderworpen; dit jaar zijn voor de variatie Nederlandse archie ven aan de beurt. Tien grotere instellin gen zijn onderzocht. "Net als bij musea willen we weten of de archieven hun best voor u doen. Bent u er als klant koning? Wordt uw nieuwsgierigheid geprikkeld? Kunt u snel de informatie vinden die u zoekt?" In het zomernummer doet het testteam verslag. Lees het zelf en oordeel. (O ja, HUA heeft géén plastic stoeltjes op de studiezaal). Musea en archieven zijn er voor ieder een. Archieven zijn echter geen musea (natuurlijk al helemaal niet nu die stoffig en ouderwets blijken te zijn). Archieven zijn werkplaatsen. Aantrekkelijk voor wie de handen uit de mouwen wil steken en Verwarrend, die kantelende visies? Wel nee. Knuffel het publiek en houd goed de snelle opeenvolging in trends in de gaten: geschiedenis doen herleven, is achterhaald; geschiedenis zélf beleven, dat schijnt de nieuwste trend te zijn. "Living History" is uit, "Community Projects" helemaal in. Allemaal meedoen mensen! Heerenveen kreeg er onlangs het Abe Lendstrastadion geheel mee gevuld en in de virtuele wereld dartelen familiezieke genealogen innig in het rond. Een nieuwe vorm van saamhorig heid is geboren. Nu Europa nog. sodevolder@wxs.nl 55 De waarde van 'feest'-documenten Mineke Bosch is als universitair hoofddocent ver bonden aan het Centrum voor Gender en Diversiteit, Universiteit Maastricht. Zij doet onderzoek naar vrou wen, gender en wetenschap en de vrouwenkiesrecht beweging en schreef diverse biografische artikelen over Johanna Westerdijk. Onlangs publiceerde zij de biografie Een onwrikbaar geloof in rechtvaardigheid: Aletta Jacobs, 1854-1929. Amsterdam: Balans, 2005. Noot: 1. Ik vond die toen bij een nicht van Cornelia de Lange, mevrouw C.J. Reeser-de Lange. Inmiddels is dit document opgenomen in het familiearchief De Lange, inv. nr. 656, het Regionaal Archief Alkmaar. 25-Jarig jubileum van Johanna Westerdijk als directrice van het phytopathologisch laboratorium WCS. Studenten voeren een revue op. archievenblad september 2006 Knuffelen en doordraven Door Sophie Devolder Tekening: Peter Vlot september 2006 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 27