archiefsystemen Wanneer ruimte schaars is! I I De onweerstaanbare drang van J. Aleida Nijland I VROUWEN in /rei ea/ K A R D E X Met in een bijrol S. Muller Fzn Paraplu overeenkomst Calamiteitenservice, zorg en beheer Nu ook geconditioneerde opslag voor archieven en museumobjecten in onze beveiligde archiefbunker Een beredderingsabonnement op DocumentenWacht voor slechts 28,75 per jaar gedekt bij een calamiteit: stf.rken p Engelanderholt 3, 7361 CZ Beekbergen T. 055-5423147 F. 055-5430614 E. info@sterken.nl Meer informatie op: www.documentenwacht.nl www.sterken.nl www.isotron.com /isotron J A member of the KARDEX group KARDEX Systemen B.V. I Postbus 250 I 3440 AG Woerden Telefoon: 0348 494 040 I Fax: 0348 494 060 E-mail: info@kardex.nl I Internet: www.kardex.nl vrouwen en archieven In de zomer van 1898 vond in Den Haag de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid plaats. Een evenement dat ruim 90.000 bezoekers trok. De inhuldiging van koningin Wilhelmina vormde de aanleiding voor deze volledig door vrouwen georganiseerde manifesta tie. De vrouwenbeweging verwachtte veel van een vrouw op de troon. Als een vrouw geschikt werd geacht het hoogste ambt te vervullen, waarom zou ze dan niet geschikt zijn als burgeres? In het kader van de tentoonstelling von den vele congressen en debatten plaats. Op een debatavond over 'de vrouw en de studie' komt een jonge doctor met een persoonlijk getuigenis: "Welnu, ik heb mijn leven aan de studie, aan de weten schap gewijd, omdat ik moet, omdat in mij werkt een onstuimig willen weten en begrijpen, een onweerstaanbare drang, dien ik volgen moet, en daarom ga ik dien weg, al is hij steil en moeilijk." Het zijn de woorden van J. Aleida Nijland (1870-1950), die in 1896 te Leiden cum laude promoveerde, als eerste vrouwelij ke doctor in de Nederlandse Letteren. De weg was voor gestudeerde vrouwen 'steil en moeilijk', want zij werden nog alge meen als 'een monstruositeit' be schouwd. Zij zouden al hun vrouwelijk heid verliezen. Dat Aleida Nijland zou meewerken aan de tentoonstelling lag in de lijn der verwachting. De laatste stel ling bij haar proefschrift luidde niet voor niets: "Het is billijk, dat der vrouw elke werkkring geopend worde, voor welke zij geschikt blijkt te zijn." In februari 1898 kijkt Nijland in het museum te Utrecht of zij geschikte stuk ken kan vinden voor de Historische Afdeling van de tentoonstelling. Zij dient vervolgens bij de gemeentearchivaris S. Muller Fzn een schriftelijk verzoek in om een aantal voorwerpen in bruikleen te krijgen. Uit deze brief van 1 maart blijkt dat ze nog ambitieuzer plannen heeft: voor mij is dat enkele samen stellen der H. Afd. geen hoofdzaak: ik wil voortgaan met het nu eenmaal ontwor pen plan en voor mijzelve verzamelen en aantekenen, wat ik kan, om na verloop van jaren tot een uitvoerige studie te komen van de Nederl. Vrouw (Godsd. Huiselijk en Maatsch. Leven). Reeds wilde ik dan ook dezen zomer behalve het tentoonge stelde, wat nu op het oogenblik hoofddoel moet zijn, maar voor mij het toch eigenlijk niet is, - reeds ontwerpen een soort van breeden Catalogus, waarin ik mijn plan neerleg. Mag ik dat even in 't kort ontvouwen?"1 Volgt een uitgebreide opzet. De voor de archiefwereld legendarische S. Muller Fzn antwoordt haar op 3 maart 1898 op bijna patroniserende toon met de woorden dat hij niet geporteerd is voor uitlening. "Ik voor mij vind het evenwel moeilijk, heden eene uitzonde ring te maken voor A., morgen voor B., en ik adviseer dus uit beginsel tegen alle aanvragen, wanneer niet zéér speciale redenen van kunsthistorischen aard de tijdelijke verplaatsing noodig maken."2 Muller adviseert inderdaad aan B&W uit leen voor de tentoonstelling te weigeren en B&W handelen conform dit advies. Maar Nijland liet zich niet ontmoedigen; de Historische Afdeling van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid was groots opgezet volgens Nijland's plan, met vele bruiklenen van archieven, bibli otheken, musea en particulieren. De 'Jacobakannetjes' uit het museum in Utrecht konden gemist worden. Bij haar plannen voor een historische stu die over de Nederlandse vrouw wil Muller haar wel graag helpen. Hij geeft haar de volgende overpeinzing mee: "Is er wel enig voorwerp ons uit vroegere eeuwen overgebleven, dat men, als men ernstig wil, niet op de eene of andere wijze met de vrouw in verband kan brengen? Behooren onze "woning, huis raad, tuinen en lustho ven" niet even goed aan de vrouw als aan den man? Mag uit de rubriek "kleeding" zelfs de mannenkleeding weg gelaten worden, die toch zeker bijna geheel door vrouwen vervaardigd is?"3 Tot een geschiedwerk over de Neder landse vrouw is het niet gekomen, althans niet van haar hand. Misschien nam haar baan als lerares Nederlands haar te veel in beslag. Waarschijnlijker is dat de letterkunde haar meer trok. Ze publiceerde voor het middelbaar onder wijs een veel gebruikte driedelige bloem lezing Verzen. En ze bracht met diverse publicaties het Nederlandse publiek in kennis met Guido Gezelle en andere Vlaamse auteurs. Maar vooral Vondel was haar grote liefde. Zij was een van de oprichtsters van het Vondelgenootschap. Vlak na haar dood in 1950 verscheen haar biografie van hem. Zij had tot het eind die onweerstaanbare drang. 49 ARDEX 16 uren deskundige beredderingshulp, inpakmaterialen, 1 transport met eigen geklimatiseerde bus, 1 maand opslag in onze shockfreezer, schaderapport opmaken voor o.a. de verzekering DocumentenWacht is een service van Restauratie atelier Sterken BV en gericht op schadepreventie 1ATE1.IERw DocumentenWacht is de officiële partner van Isotron Nederland BV voor gammabestraling voor de gehele Culturele en Administratieve sector in de Benelux en Duitsland. Documenten acht Door Annemarie Kloosterman* Geheel door vrouwen georganiseerd S. Muller Fzn Annemarie Kloosterman is medewerkster archief en educatie bij het IIAV. Noten: J.A. Nijland aan S. Muller Fzn, 1 maart 1898. In: Het Utrechts Archief, archief van de gemeentelijke archief- en fotodienst, toe gangsnummer 811, inventarisnummer 36. 2. S. Muller Fzn aan J.A. Nijland, 3 maart 1898. In: IIAV, archief J. Aleida Nijland. 3. Idem. Jantje Steenhuis, Gemeentearchief Rotterdam De eerste archiefervaring: "We waren twee dejaars Geschiedenis en werden met een lijstje namen van Amsterdamse patriotten naar het Amsterdamse gemeentearchief gestuurd om hun sociaal-economische ach tergronden uit te zoeken. Op het archief kre gen we eerst een rondleiding van Dudok van Heel, die ons de befaamde charterkast uit de IJzeren Kapel liet zien en ons de eerste beginselen van het genealogisch onderzoek bijbracht. Al snel moch ten we zelf aan de slag, te beginnen met de Leidse blokjes. We verbaasden ons over het grote aantal kinde ren en huwelijken van onze voorouders. Aan het einde van de dag was ik verkocht. Het was me duidelijk: ik wilde het archief in, hoe dan ook." september 2006 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 24