Zeventig jaar IIAV
Vrouwenarchieven in internationaal
perspectief
HAT
VROUWEN
rn
/tel eer/
vrouwen en archieven
In 1929 overleed Aletta Jacobs, be
roemd voorvechtster van het feminisme
in Nederland. Zij liet haar papieren na
aan geestverwante Rosa Manus (1881-
1943?). Rosa Manus raakte in 1908 -
tijdens het derde
congres van de
Wereldbond
voor Vrouwen
kiesrecht in Am
sterdam - in de
ban van de strijd
voor het vrou
wenkiesrecht. Zij
bleef de rest van
haar leven actief
in de internatio
nale vrouwen- en
vredesbeweging,
onder meer als
vice-presidente
van de Wereldbond voor Vrouwen
kiesrecht en Gelijk Staatsburgerschap
(zoals de Wereldbond voor Vrouwen
kiesrecht vanaf 1926 heette), met als
gevolg dat ze zelf ook een groot en
belangrijk archief vormde. Op 20 mei
1930 schreef Rosa Manus aan haar
Amerikaanse vriendin Clara Hyde: "Dr.
Jacobs' books have come to me now, and
I am organising a real feministic library
which I hope, will prove useful to the
feminists."1
Was de erfenis van Jacobs voor Rosa
Manus de directe aanleiding om een
vrouwenarchief op te richten, het idee
van een vrouwenbibliotheek en -archief
paste in een langere traditie. Sinds het
einde van de negentiende eeuw waren er
al plannen en ideeën voor wat we nu
'vrouwenbibliotheken' zouden noemen.
Kranten, tijdschriften, brochures en boe
ken waren een cruciaal onderdeel van de
vrouwenbeweging. Verschillende vrou
wenorganisaties hadden een eigen
bibliotheek of documentatiecentrum en
er waren 'damesleesmuseums' in Den
Haag en Amsterdam.
Johanna Naber (1859-1941) was de
tweede oprichtster van het Internatio
naal Archief voor de Vrouwenbeweging.
Voor haar was
de oprichting
van het IAV de
vervulling van
een oude wens.
Naber, actief in
onder meer de
Nationale en
Internationale Vrouwenraad, was de his
torica van de vrouwenbeweging in
Nederland. Zij publiceerde artikelen en
boeken over feministische pioniers en
hoogtepunten uit de geschiedenis van de
vrouwenbeweging, zoals de Nationale
Tentoonstelling van Vrouwenarbeid
1898. Als geen ander wist ze hoe belang
rijk het was om de documenten en
archieven van vrouwen en vrouwenorga
nisaties te bewaren.
De derde persoon die de IAV-oprich-
tingsakte ondertekende was Willemijn
Posthumus-van der Goot (1897-1989), de
eerste gepromo-
veerde econo
me in Neder
land. Posthu
mus-van der
Goot was in het
begin van de jaren dertig een van de wei
nige jonge leden van de toonaangevende
Vereniging voor Vrouwenbelangen en
Gelijk Staatsburgerschap (VVGS). In de
jaren twintig en dertig werd betaalde
vrouwenarbeid door de Nederlandse
overheid bedreigd. Op een studieconfe
rentie van de VVGS in 1934 over vrou
wenarbeid realiseerden de jongere aan
wezigen, onder wie Willemijn Posthu
mus-van der Goot, zich hoe belangrijk
het was om de idealen waar de oudere
feministen voor gestreden hadden,
levend te houden. Ze maakten plannen
voor een eigen 'Jongeren Conferentie'.
Deze in januari 1935 in Bilthoven gehou
den conferentie werkte bezielend en er
werd een kern gevormd van een nieuwe
generatie feministes. Zij hadden behoefte
aan goed gedocumenteerde kennis van
het verleden. Deze behoefte aan weten
schappelijk inzicht in en kennis van de
vrouwenbeweging in de brede betekenis
van het woord was voor Willemijn
Posthumus-van der Goot het belangrijk
ste motief voor de oprichting van het
IAV.
Het doel van de stichting IAV in
1935 luidde: 'Het bevorderen van de ken
nis en de wetenschappelijke studie der
vrouwenbeweging in de uitgebreidste
zin.'2 De oprichtsters wilden dat doel op
twee manieren bereiken. De eerste was
het opbouwen van een archief en biblio
theek om het erfgoed van vrouwen bij
een te brengen, te bewaren, uit te breiden
en te beheren. De tweede manier was het
stimuleren van wetenschappelijk onder
zoek en het publiceren van de resultaten
daarvan. Het verzamelen van de archie
ven en publicaties van bekende feminis
tes en vrouwenorganisaties, boeken, brie
ven, pamfletten, foto's, affiches en tijd
schriften kon beginnen. En de beginjaren
waren zeer voorspoedig; het materiaal
stroomde binnen en er vonden veel acti
viteiten plaats.
Ook de andere pijler van het IAV ontwik
kelde zich succesvol: in 1937 en 1938
werden IAV-Jaarboeken uitgebracht, die
er door hun degelijke opzet en respecta
bele omvang van getuigden, dat de vrou
wen ernst maakten met de wetenschap
pelijke studie van de vrouwenbeweging,
zowel nationaal als internationaal. Bij de
officiële opening van het IAV in 1936
verscheen de eerste brochure in de serie
'Kleine Werken', geschreven door histori
ca en bestuurslid Jane de Iongh. Haar
Documentatie van de geschiedenis der vrouw
en der vrouwenbeweging kan gezien wor
den als een handleiding voor het verza
mel- en onderzoeksbeleid van het nieu
we instituut.
De Tweede Wereldoorlog maakte een
abrupt einde aan de groei van het IAV. In
de zomer van 1940 sloten de Duitse
Bibliotheek, documentatiecentrum en
archief op het gebied van de
positie van vrouwen en vrouwenstudies
bezetters het instituut en brachten de
volledige inhoud naar Duitsland over. Na
de oorlog moest vrijwel van voren af aan
begonnen worden. Slechts een klein deel
van het geroofde materiaal kwam terug,
en de rest werd langzamerhand als voor
goed verloren beschouwd.
Het IAV begon in 1935 in twee
kamers van het Internationaal Instituut
voor Sociale Geschiedenis (IISG) aan de
Keizersgracht 264, de voormalige HBS
voor meisjes. Dit was niet louter toeval.
IAV-oprichtster Posthumus-van der Goot
was gehuwd met N.W. Posthumus, de
oprichter van het IISG (ook in 1935).
Tussen 1960 en 1969 was het IAV geves
tigd in schoolgebouwen in Amsterdam
Oost en West.
Van 1969 tot 1981 bevond het IAV zich
weer onder één dak met het IISG, nu op
Herengracht 262. Dit was de tijd van een
ongekende bloei. Het gedachtegoed van
de zogeheten tweede feministische golf
werd verwoord in tijdschriften, actiepro
gramma's, notulen van vergaderingen,
nota's, scripties, pamfletten, affiches en
boeken. Al dit materiaal werd door het
IAV verzameld. De behoefte aan informa
tie over de positie van vrouwen in heden
en verleden kwam tot uitdrukking in fors
stijgende bezoek(st)ersaantallen. Er kwam
meer geld beschikbaar in de vorm van
subsidies, waardoor meer boeken konden
worden gekocht en meer professionele
krachten konden worden aangesteld.
In 1981 verhuisde het IAV van de
Herengracht naar een grotere ruimte op
Keizersgracht 10, waar het in één pand
kwam met het tijdschrift LOVER, het
Informatie- en
Het IIAV in de voormalige Documentatie-
weging (IDC),
de Stichting
Vrouwen in de
Beeldende
Kunst (SVBK)
en de Van
Leeuwenbi
bliotheek.
Deze samen
woning leidde
uiteindelijk in
1988 tot een
fusie tussen het IAV, IDC en LOVER (en
vandaar ook de tweede I in de naam).
Eind 1993 verhuisde het IIAV naar de
prachtig gerestaureerde voormalige
Gerardus Majellakerk in Amsterdam-Oost.
De archiefafdeling van het IIAV heeft
twee taken. De eerste is het verzamelen
en beheren van archieven van de vrou
wenbeweging, een van de belangrijkste
maatschappelijke stromingen in de
negentiende en twintigste eeuw. De
andere missie is breder: zorgen dat ieder
een in archief-Nederland genoeg aan
dacht besteedt aan vrouwen, zowel qua
acquisitie als qua vindbaarheid. De
archiefafdeling van het IIAV verzamelt
natuurlijk niet alles over vrouwen. Wat
we wel doen is stimuleren en doorverwij
zen, zodat bijvoorbeeld het archief van
een lokale afdeling van een vrouwenor
ganisatie in het betreffende gemeentear
chief of een regionaal historisch centrum
terecht komt. We hebben hierover ook
afspraken met een aantal instellingen.
Daarnaast werken we aan de vindbaar
heid van informatie over vrouwen. Eén
van de problemen is dat vrouwen vaak
nauwelijks te achterhalen zijn in inven
tarissen van familiearchieven. Om de
vindbaarheid van archieven en archief
stukken van en over vrouwen te vergro
ten beheert het IIAV sinds 1993 de data
base DAVA (DAtabank VrouwenArchie-
ven). Hierin vind je met één druk op de
knop bijvoorbeeld alle afdelingsarchie
ven van de Nederlandse Bond van
Plattelandsvrouwen.
De vrouwenbeweging was sterk in
ternationaal georiënteerd en er vond veel
overleg en uitwisseling plaats. Het is
daarom geen toeval dat in andere landen
eveneens vrouwenbibliotheken en -ar
chieven ontstonden. In de Verenigde
Staten speelden twee vrouwen daarin een
grote rol: Róza Schwimmer en Mary
Ritter Beard. Róza Schwimmer (1877-
1948) had onder meer een belangrijk
aandeel in het Internationaal Congres
van Vrouwen (Den Haag 1915). In 1921
arriveerde zij in de Verenigde Staten,
gevlucht voor de repressie van het
extreem-rechtse Horthy-regime in Hon
garije. Met de hulp van haar zuster
Franciska lukte het Schwimmer haar
omvangrijke verzameling brieven, boe
ken en ander materiaal uit Hongarije
naar de Verenigde Staten te verschepen.
Hiertoe behoorde bijvoorbeeld corres
pondentie met Aletta Jacobs en met
Carrie Chapman Catt, oud-presidente
van de Wereldbond voor Vrouwenkies
recht (1904-1923). Schwimmer wilde
deze verzameling op één plek bewaren,
samen met ander materiaal over de strijd
van vrouwen voor gelijke sociale, politie
ke en economische rechten.
Om dit plan uit te voeren benaderde
Róza Schwimmer de feministe en voor
aanstaande historica Mary Ritter Beard
(1876-1958). Mary Beard was een van de
eersten die cursussen 'vrouwenstudies'
ontwikkelden in een vorm die vergelijk
baar is met wat we tegenwoordig ken-
Lees verder op pagina 43
40
41
Door Francisca de Haan en Annette Mevis*
Wat bewoog drie vrouwen ertoe om in 1935
een internationaal archief voor de vrouwen
beweging op te richten? Wat heeft dit insti
tuut in haar ruim zeventigjarig bestaan
gedaan? Het IIAV is niet het enige
'vrouwenarchief' in de wereld. Hoe zit het
met de zusterinstellingen elders?
Een organisatrice van wereldformaat
Rosa Manus (1881-1943?),
jaren '30.
Foto: Beeldarchief IIAV.
JST
Historica van de vrouwenbeweging
Johanna Naber
(1859-1941), jaren '20.
Foto: Beeldarchief IIAV.
Een jonge feministe
Willemijn Posthumus-
van der Goot (1897-
1989), jaren '30. Foto:
Beeldarchief IIAV.
De ontwikkeling en groei: de eerste periode
Huisvesting in scholen en een kerk
Gerardus Majellakerk te Amster- Centrum VOOT
dam. Foto: Eikiejordans. de vrouwenbe
Fransien Smeets, Gemeentearchief Weert
Werken voor het archief: Fransien Smeets
(1961) is een van de vijf medewerkers van
het Gemeentearchief Weert. Ze woont ook in
Weert. Fransien is belast met het beheer van
de collecties en archiefbibliotheek. Dat laat
ste is niet verwonderlijk, want zij is afgestu
deerd aan de Bibliotheekacademie. Haar eer
ste baantje, enkele uren per week, was aan
het Romboutscollege in Brunssum. Later
beheerde ze de mediatheek van het Dag- en
Avondcollege in Sittard. Via een uitzendbu-
De dubbele taak van een 'vrouwenarchief'
reau kwam ze in 1996 bij het gemeente
archief Weert. Dat resulteerde later tot een
aanstelling als
parttime mede
werker.
Vanaf 1 sep
tember 2005
werkt ze fullti
me en met veel
plezier.
Foto:
Wil Schlenger.
Vrouwenarchieven in andere landen
archievenblad
?=8sass5?=
september 2006
september 2006
archievenblad