Lof der MBN'er:
het belang van Minder Bekende Nalatenschappen
mm Mil
VROUWEN i/n eafc
f
Ëi
thema
Trouw-columnist professor J.A.A. van
Doorn lijkt voor die laatste mogelijkheid
weinig te voelen. Onlangs (27 juli jongst
leden) stelde hij dat het onderzoek van
historica Dorothee Sturkenboom naar
zulke typische MBN'ers als de leden van
een achttiende- en negentiende-eeuws
natuurkundig genootschap van vrouwen
te Middelburg geen boek van 336 bladzij
den waard is (De elektrieke kus, Amster
dam 2004). Geschiedenis hoort volgens
Van Doorn te gaan over "wat beslissende
invloed op het geschiedverloop uitoefen
de, wat hoogtepunten, breuklijnen en
crisissymptomen waren, wat ons onder
scheidde van andere landen en bescha
vingen, wat uniek-Nederlands is en wat
tot mondiale ontwikkelingen behoort."
En in zo'n geschiedenis zou hij voor de
Middelburgse MBN'ers hoogstens 'een
geriefelijke plaats in de marge' willen
reserveren. Maar op de suggestie dat de
nalatenschappen van relatief onbekende
vrouwen per definitie eigenlijk geen licht
kunnen werpen op de 'hoogtepunten'
van 'het uniek-Nederlandse' valt heel
wat af te dingen. Immers, zelfs als eigen
lijk alle vrouwen bij mannen vergeleken
Minder Bekende en Minder Belangrijke
Nederlanders zouden zijn, dan nog valt
het historisch belang van personen niet
zomaar samen met het belang van hun
archieven. Het Internationaal Informa
tiecentrum en Archief voor de Vrouwen
beweging (IIAV) herbergt een groot aan
tal vrouwenarchieven dat de complexi
teit van dit punt illustreert.
Daar is om te beginnen het persoons
archief van Aletta Jacobs (1854-1929),
Nederlands eerste vrouwelijke huisarts en
beroemdste kiesrechtfeministe, in 2004
door de lezeressen van Opzij gekozen tot
grootste Nederlandse vrouw aller tijden en
ook verder een typische BN'er. Het karak
ter van het archief is daarmee redelijk in
overeenstemming. Voornamelijk via brie
ven biedt het een mooi inkijkje in Jacobs'
leven als activiste. Maar, zo constateerde
historica Mineke Bosch ter inleiding op
haar grote Jacobs-biografie uit 2005, het
vertoont juist als persoonsarchief ook
teleurstellende lacunes. Sommige feminis
tes met wie Jacobs intensief heeft gecorres
pondeerd, zijn door haar na een ruzie met
terugwerkende kracht uit de brievenverza
meling verwijderd. Helaas is al evenmin
correspondentie bewaard van Jacobs'
levensgezel, de politicus Carel Gerritsen
en sowieso ontbreken Jacobs' eigen brie
ven. Voor een goed beeld van Aletta
Jacobs als persoon is het dan ook noodza
kelijk bijvoorbeeld de persoonsarchieven
te raadplegen van de twee gezusters
Frederika Wilhelmina en Emilia Broese
van Groenou, in de wandeling naar hun
respectievelijke echtgenoten Mien Palthe
(1875-1960) en Miel Coops (1876-1966)
genaamd. Historica Inge de Wilde heeft
verschillende publicaties gewijd aan de
Haagse familie Broese in het algemeen en
hun vriendschap met Jacobs in het bijzon
der, maar toch lijdt het geen twijfel dat de
Broeses tot de - 'geriefelijk gesitueerde' -
Minder Bekende Nederlanders behoor
den. Aan het belang van hun archief, voor
een klein deel ook aanwezig op het IIAV,
doet dat echter niets af. We zouden anders
bijvoorbeeld niet geweten hebben hoe
teleurgesteld Aletta Jacobs reageerde op de
resultaten van de eerste Kamerverkie
zingen, waarin zij zich kandidaat kon stel
len (in 1918), zonder dat ze gekozen werd.
Of van haar angst voor de communist
Wijnkoop 'als spreekbuis voor het canail
le'. En we zouden anders niet uit de eerste
hand hebben vernomen dat zelfs Jacobs
niet kon voorzien dat het volledige vrou
wenkiesrecht daarna zo snel zou worden
ingevoerd (1919), nota bene door wat zij
een paar jaar later tegenover Miel Coops
betitelde als 'een dictatoriaat, niet van een
Mussolini, maar erger, van een R. Kath.
kliek' (het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck).
Nu is het op zichzelf niet verwonder
lijk dat de archieven van MBN'ers hun
belang deels ontlenen aan het zicht dat
zij bieden op de BN'ers in hun netwerk.
Maar er is ook iets meer aan de hand.
Iemand als Aletta Jacobs was zich, net als
veel andere BN'ers, al bij leven erg
bewust van haar historisch belang. Haar
archief draagt dan ook de sporen van
selectie en zelfcensuur om de beeldvor
ming over 'Aletta Jacobs' in de door haar
zelf gewenste richting te beïnvloeden.
BN'ers hebben op dit soort manipulaties
natuurlijk niet het monopolie, maar ze
zijn er wel meer toe geneigd dan archief-
laters die zichzelf bij voorbaat als relatief
marginaal beschouwen en daarom min
der inzitten over hun archief. Vaak leidt
dat tot persoonsarchieven van BN'ers die
vooral werkarchieven zijn, vol nota's,
verzamelde documentatie, conceptver
sies van stukken, en correspondentie met
een semi-openbaar en soms zelfs plicht
matig karakter. Het IIAV heeft in dat
genre bijvoorbeeld het persoonsarchief
van BN'er Anna de Waal (1906-1981), de
allereerste Nederlandse vrouw die een
regeringsfunctie bekleedde (voor de KVP
staatssecretaris van Onderwijs tussen
1953 en 1957). Zij was daarnaast een
gezichtsbepalend bestuurslid van allerlei
vrouwenorganisaties in de jaren '50 en
'60 van de twintigste eeuw, waaronder
het Katholiek Vrouwendispuut en Vrou-
wenbelangen. Haar persoonsarchief
voegt echter nauwelijks iets toe aan wat
uit openbare gedrukte stukken kan wor
den opgemaakt. Dan is het bijna een ver
ademing om naar snippers informatie
over De Waal op zoek te gaan in het per
soonsarchief van een MBN'er als Jeantine
(in het dagelijks leven Tineke) Hefting
(1921-2002), dat nog niet zo lang gele
den aan het IIAV is overgedragen. De
juriste en diplomate Hefting was net als
38J
vrouwen en archieven
p
XL;' 'jÊmkjfc Ink
De Waal actief in allerlei vrouwenorganisa
ties en ook in Verenigde Natie-kringen en
de Utrechtse gemeentepolitiek, maar dan
voor de WD. Net als De Waal stond zij in
contact met ongeveer iedereen die op de
voorgrond trad in de vrouwenorganisaties
van die tijd, maar anders dan De Waal
heeft zij ook de meest informele kattebelle
tjes bewaard. In haar brievenarchief kun
nen zo bijvoorbeeld inderdaad Anna de
Waal maar ook Hilda Verwey-Jonker heel
even uit de plooi worden betrapt. Een
andere aardige bron vormen de aanteken
schriften waarin Hefting zonder enige
terughouding heeft bijgehouden van wie
zij welke adviezen kreeg om zich in de
dagelijkse politiek aangepast te gedragen.
Dat varieert van 'als voorzitter van een
stembureau toestaan dat blinden en hulp
behoevenden worden bijgestaan; maar
geen pater die voor vrouwen stemt!' tot
'motie nooit direct indienen; eerst vragen
stellen' en 'bij de begroting nooit uitleg
vragen van afzonderlijke posten'. Voor het
onderzoek naar politieke cultuur dat wij
politiek-historici tegenwoordig graag
doen, zijn dit soort ogenschijnlijk banale
maar levendige aantekeningen interessan
ter dan alle beleidsstukken die in de archie
ven van Anna de Waal kunnen worden
aangetroffen. Ironisch genoeg draagt zo
ongetwijfeld het type archief dat De Waal
heeft nagelaten ertoe bij dat haar toch al
bescheiden reputatie als BN'er door histo
rici niet snel zal worden opgevijzeld, ter
wijl een MBN'er als Hefting misschien
omwille van haar interessante nalaten
schap ooit nog eens tot BN'er promoveert.
Nog pregnanter doet zich dit soort
spanning tussen archief en historische
persoon voor bij een ander type archie
ven, waarvan het IIAV er veel heeft en
waarvan het persoonsarchief van
Elisabeth Carolina van Dorp misschien
wel het mooiste voorbeeld is [zie
http://www.iiav.nl/nl/databases/schat-
ten/index.html]. Historici van de vrou
wenbeweging kennen de juriste en eco
nome Lizzy van Dorp (1872-1945) vooral
als een van de tegenstrevers van Aletta
Jacobs. Een enkele economisch-histori-
cus weet haar verder nog in één adem
met Joseph Schumpeter te typeren als
een buitenbeentje onder de monetaire
theoretici van het interbellum, als een
bevlogen bestrijder van Keynes namelijk,
en een fanatiek aanhangster van vrijhan-
1
del. Maar behalve voor zulke specialisten
is Van Dorp gewoon een MBN'er, waar
schijnlijk zelfs, net als Hefting, een Totale
Onbekende. Uit haar zeer omvangrijke
persoonsarchief blijkt echter al snel dat
zij dat voor tijdgenoten allerminst was.
Ze viel inderdaad op als feministe,
behoorde tot de eerste vrouwelijke advo
caten, was de eerste vrouwelijke procu
reur bij de Hoge Raad, werd als een van
de eerste vrouwen lid van de Tweede
Kamer onder de vleugels van de vooraan
staande oud-liberaal Samuel van Houten
en voerde als econome een meer of min
der intense briefwisseling, maar altijd op
voet van gelijkheid, met ongeveer alle
binnen- en buitenlandse grootheden op
dat terrein, naast Schumpeter onder
andere Von Mises, Keynes, Hayek,
Ricardo, Verrijn Stuart, Fisher en
Tinbergen, terwijl ze ook minister-presi
dent Colijn van gevraagd en ongevraagd
advies diende. Van Dorps archief is ech
ter niet alleen het werkarchief dat over
dat soort zaken informatie verschaft,
maar bevat ook zeer persoonlijke corres
pondentie en dagboeken, onder andere
betreffende haar ongelukkige liefde voor
een getrouwde man die later een hoge
positie zou bekleden in het bankwezen.
Wat je noemt een ideaal persoonsarchief
dus, met stof genoeg voor een biografie
van minstens 336 bladzijden. In dit geval
zou zelfs een Van Doorn daar geen
bezwaar tegen kunnen hebben. Dat
iemand als Lizzy van Dorp als MBN'er
geldt kan namelijk moeiteloos in ver
band worden gebracht met wat dan mis
schien niet zozeer een 'hoogtepunt' als
wel een 'crisis-symptoom' moet worden
genoemd van 'wat uniek-Nederlands is'
aan onze geschiedenis. Zoals het net ver
schenen EU-rapport She figures laat zien,
is het immers ook nog anno 2006 ner
gens in Europa zo moeilijk voor vrouwen
om tot het gezelschap van Belangrijke
Nederlanders in de Wetenschap door te
dringen als juist in Nederland. Zolang
dat nog duurt is de loftrompet steken
over de Minder Bekende Nederlander wel
het minste wat we kunnen doen - én het
verzamelen van Minder Bekende
Nalatenschappen natuurlijk
39
Door Mieke Aerts*
Verkiezingen van de Grootste Nederlander
van de Week (of Aller Tijden) worden stee
vast gekritiseerd, omdat er te weinig oog is
voor de historische prestaties van vrouwen.
Meestal is die kritiek terecht en daarom kan
wat extra aandacht voor de archieven van
vrouwen geen kwaad. Maar om welke
archieven zou het dan moeten gaan? Om
die van koningin Wilhelmina, Marga Klompé
en Aletta Jacobs - met af en toe een uit
stapje naar Annie M.G. Schmidt? Of mis
schien ook om die van Minder Bekende
Nederlanders (MBN'ers)?
Stukken uit het archief van E.C. van Dorp.
Aletta Jacobs
Tineke Hefting
archievenblad
september 2006
V'
-
Jeantine Hefting, waarschijnlijk New York, 1952. Foto uit
haar archief.
Lizzy van Dorp
Nolda Romer-Kenepa, Nationale Archivaris
van de Nederlandse Antillen (vanaf 1990)
Deskundigheidsbevordering in het
Caribische gebied: "Mijn belangstelling om
vaderlandse historicus te worden bracht mij
na mijn studie aan de Vrije Universiteit van
Amsterdam naar het archief in de functie van
wetenschappelijk medewerkster. Ik consta
teerde diverse gebreken, onderbrak mijn car
rière om de archiefopleiding te volgen met
het doel mij in te zetten om het archiefwezen
van de Nederlandse Antillen op professionele
wijze te organiseren. Wat mij aanspreekt in
dit vak is de diversificatie en de uitdaging
van de toepassing van moderne technologie.
Aantrekkelijk vind ik het kunnen ontplooien
van eigen initiatieven en de mogelijkheid om
creatief te werken. Minder aantrekkelijke
kanten zijn de onbe
kendheid van het
vak bij velen en iso
latie van vakgeno
ten. De internationa
le contacten zijn
daarom belangrijk
voor het netwerken.
Mijn missie is bereikt
wanneer het
Nationaal Archief een modern informatiecen
trum is geworden en de mogelijkheid aanwe
zig is om lokaal of in de Caribische regio de
deskundigheid op archiefgebied blijvend te
kunnen verzorgen."
Mieke Aerts is als onderzoeker geaffilieerd aan het
Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de
Vrouwenbeweging in Amsterdam.
september 2006
archievenblad