U? onderwijs en onderzoek onderwijs en onderzoek Afstudeerprojecten Archivistiek 2005 Door Marieke de Haan* In 2005 zijn zeven archivarissen afgestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. Zes van hen behaalden het diploma Archivistiek B en het diploma Informatiedienstverlening en -management (IDM) en één behaalde het doc toraaldiploma Archiefwetenschap. Hieronder komen de afstudeerprojecten in het kort over het voetlicht. Bent u nieuwsgierig naar de opleiding tot archivaris? Bezoek dan een open dag of kijk op www.archiefschool.nl. De struikelblokken voor het archief bij herin deling van gemeenten Rian Beex (a.p.p.beex@dnb.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Herindelingen van gemeenten heb ben gevolgen voor het archiefbeheer. Wat dient te gebeuren met archieven na samenvoeging is geregeld in de Wet Algemene Regels Herindeling. In deze stu die wordt onderzocht wat in de werkelijk heid gebeurt met de archieven voor, tij dens en na een herindeling van gemeen ten. De probleemstelling is: 'Wat is gebeurd met archieven van heringedeelde gemeenten, in het bijzonder op het gebied van selectie en bewerking?' In dit verband is het relevant om na te gaan of er bij toe komstige herindelingen een rol is wegge legd voor de archiefinspecteur. De vraag is of er criteria zijn waardoor de overdracht van archieven in de toekomst beter kan verlopen. Een onderwerp dat van belang is voor archivarissen, omdat veel gemeenten met herindelingen te maken hebben (of krijgen). Om een vergelijking te kunnen maken zijn bij vier recentelijk heringedeel de gemeenten interviews gehouden met DIV-medewerkers. Daar is een aantal aspecten betreffende het archief geanaly seerd en geëvalueerd. De conclusie na deze analyse is dat herindelingen veel extra werk geven aan de archiefafdelingen, dat achterstanden door het personeel bijna niet meer ingehaald kunnen worden en dat voorafgaand aan de fusie de verhuizing goed geregeld dient te worden. Het afslui ten van het archief en selectie zijn een eer ste vereiste, en er dient een regeling voor digitaal archief te zijn. De studie sluit af met een aanbeveling aan de archiefinspec teur om een rol te gaan spelen bij herinde lingen. De archiefinspecteur kan in de toe komst veel betekenen voor het archief van gemeenten die heringedeeld worden. Hij of zij kan informeren, mogelijkheden schetsen, het op tijd regelen van selectie en goede ordening initiëren. De inspecteur kan adviseren en eisen opstellen voor het aannemen van externe archiefbewerkings- bureaus, hij kan contextbeschrijvingen veilig stellen voor de fusie en hij kan in tussentijdse evaluaties de gevolgen van de herindeling goed in kaart brengen. Competent het archief in: hoe een historicus competent archiefonderzoeker wordt Sofie Bustraan (sofiebustraan@hotmail.com) (HvA, IDM en Archivistiek B) De scriptie bevat het verslag van het onderzoek dat is uitgevoerd bij de universi taire geschiedenisopleidingen in Nederland. Hoe ontwikkelen studenten geschiedenis de competenties die zij nodig hebben om archiefonderzoek uit te voe ren? De studie is opgebouwd uit drie delen. Onderzocht is welke competenties historici nodig hebben om archiefonder zoek te kunnen verrichten. De curricula van de universitaire geschiedenisopleidin gen zijn onderzocht. Daarbij is geanaly seerd hoe kennis, vaardigheden en hou ding bij de student ontwikkeld worden. De studie brengt gedetailleerd in kaart welke onderzoeksvaardigheden worden ontwik keld en welke niet of minder. Juist aan de archiefspecifieke onderzoeksvaardigheden ontbreekt het in de opleidingen. De studie sluit af met een opzet voor een aanvullen de cursus voor aankomende historici. Met de cursus kunnen zij hun competenties ontwikkelen om archiefonderzoek te kun nen verrichten. In het bijzonder om bij een onderzoeksvraag de archiefinstelling met de juiste collecties te vinden. Daarna is in het archief de keuze van de juiste archieven van belang, om dan de voor de onderzoeksvraag relevante archiefstukken te selecteren. Meer mens(en) met educatie. Een onderzoek naar de rol van educatie in het vergroten van het publieksbereik bij erfgoedinstellingen Jolanda de Jong (j.j.deJong@hetnet.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) 'Welke rol kan educatie spelen in ver groting van het publieksbereik?' Dat is de vraag waar dit onderzoek een antwoord op geeft. Diverse aspecten van educatie zijn onderzocht: het begrip op zich, de beteke nis ervan voor vergroting van het publieksbereik en wat erfgoedinstellingen ermee zouden kunnen doen. Het onder zoek heeft in het bijzonder aandacht voor de praktijk in het Stadsarchief en de Athenaeumbibliotheek Deventer. Archief diensten hebben de taak hun collectie aan een breed publiek dienstbaar te maken. Educatie kan een waardevol middel zijn tot vergroting van het publieksbereik. Bijvoorbeeld door zich te richten op de groeiende groep van mensen die behoefte hebben aan historische informatie over de eigen woonomgeving. Deze mensen bevin den zich binnen en buiten de onderwijs sector. Via educatie kunnen indirect ook derden op de hoogte gebracht worden van de mogelijkheden van het archief. Educatie kan bestaan uit het aanbieden van onder steuning, bronnen, lesmateriaal en activi teiten. Om dat succesvol te laten zijn, dient aan een aantal voorwaarden te worden vol daan. Je moet rekening houden met barriè res die deelname aan educatie in de weg kunnen staan. Verder zijn aantrekkelijke, innovatieve kwaliteitsproducten en -dien sten waarin gemak en belevenissen een rol spelen nodig om te kunnen concurreren met de onderwijsprogramma's en moge lijkheden voor vrijetijdsbesteding van andere organisaties. Ook is het erg belang rijk aan te sluiten bij de behoeften van de diverse gebruikers. Daarbij is digitalisering vanuit de vraag een bijzonder aandachts punt. Het Stadsarchief en de Athenaeum bibliotheek kan voor het uitbouwen van educatie de volgende stappen zetten. Het archief maakt van educatie een kerntaak; ontwikkelt een visie op educatie; benoemt een vaste, deskundige educatief medewer ker; bouwt een educatief aanbod op. Herijking archiveringssysteem gemeente Lelystad Jaap Reedijk Qreedijk@xszjall.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Binnen de gemeente Lelystad worden de nodige problemen gesignaleerd op het gebied van informatievoorziening en archiefbeheer als onderdeel van de com plete informatievoorziening. Bij de D1V- afdeling vraagt men zich steeds meer af of het archiveringssysteem nog voldoende aansluit bij de wensen en behoeften van de gemeente Lelystad en of het systeem nog voldoet aan de huidige wettelijke eisen. De gemeente Lelystad wil graag komen tot een transparant archiverings systeem waarmee in de informatiebehoef te van de gemeente Lelystad voorzien kan worden. In het eerste hoofdstuk is onder zocht waar een goed archiveringssysteem aan moet voldoen. Daarbij is gekeken naar het waarom van het archiveren. Ook is er gekeken naar de rol van de documentaire informatieverzorger en de gebruiker van het archief. Omdat het bij archiveren om documenten gaat, is gekeken naar de eisen die aan documenten gesteld worden even als naar de regelgeving op dit gebied. Van belang bij een goed archiveringssysteem is natuurlijk ook de plaats van het archive- ringsproces ten opzichte van de primaire processen. Ook daar is naar gekeken in dit hoofdstuk. Tevens is in dit hoofdstuk aan gegeven wat de meerwaarde van de docu mentaire informatievoorziening voor de organisatie kan zijn. In het tweede hoofd stuk is er gekeken hoe het archiveringssys teem van de gemeente Lelystad functio neert. Daarbij is per taakveld gekeken naar de procedures, de mensen, de kennis, de gebruikte methoden en de beschikbare middelen. Tevens is er gekeken naar de regelgeving op het gebied van de docu mentaire informatievoorziening binnen de gemeentelijke organisatie. In het derde hoofdstuk is te lezen wat de uitkomsten zijn van een gebruikersonderzoek bij de gemeente Lelystad. In dit onderzoek is aan een aantal 'klanten' van de DIV gevraagd naar hun mening over diverse producten en over de naamsbekendheid van het team Ook is de mening gevraagd over een aantal mogelijke verbeteringen in de dienstverlening. De geënquêteerden zijn in dit onderzoek in de gelegenheid gesteld om zelf suggesties ter verbetering van pro ducten of van de dienstverlening aan te dragen. In het vierde en laatste hoofdstuk zijn ten slotte aanbevelingen gedaan om geconstateerde knelpunten op te lossen. NEN-ISO 15489-1 en 2. Een beschouwing over een aanvullend normenkader voor de centrale overheid en een aanvullend toetsingskader voor de Rijksarchiefinspectie Theo Vermeer (t.h.vermeer@wanadoo.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Het onderwerp van deze scriptie is: 'NEN-ISO 15489 als normenkader voor de centrale overheid en als toetsingskader voor de Rijksarchiefinspectie (RAI)'. De probleemstelling is: 'In welke mate is het mogelijk de ISO 15489-1 en 2 te gebruiken als aanvullend normenkader voor het archiefbeheer bij de centrale overheid en als toetsingskader voor de RAI?' De scriptie bestaat uit twee delen, een deel normenka der en een deel toetsingskader. Het deel normenkader gaat over het gebruik van ISO 15489 als aanvullend normenkader voor de centrale overheid. Voor het deel normenkader zijn een bureauonderzoek en een veldonderzoek verricht. Het bureauonderzoek bestaat uit literatuuron derzoek en het vergelijken van normenka ders en het veldonderzoek bestaat uit het afnemen van interviews bij de centrale overheid. Op basis van het bureauonder zoek en het veldonderzoek blijkt dat ministeries (kerndepartement) ISO 15489 kunnen gebruiken als aanvullend normen kader. Alle archiefnormen (Archiefwet en Archiefbesluit 1995, ministeriële regelin gen en ReMANO 2004) worden neergelegd in het Handboek DIV en ISO 15489 moet aangeschaft worden. Als aanvullend nor menkader voor Hoge Colleges van Staat, de zbo's en pbo's zijn de Functionele Eisen geschikt. Het deel toetsingskader gaat over het gebruik van de ISO-norm aanvullend toetsingskader voor de RAI. De aanname is dat ISO 15489 gebruikt kan worden als toetsingskader als de centrale overheid het als normenkader gebruikt. Uit het onder zoek is gebleken, dat eisen uit ISO 15489, in vraagvorm omgedraaid, gebruikt kun nen worden in het instrument 'doorlichting' van de RAI als verfij ning van de vra- Archief school gen, die geba seerd zijn op de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995 en de drie ministeriële regelingen. Projectgebonden informatie. Een basisingre diënt voor synergievoordeel Jochem Visser (visserjj@gmail.com) (HvA, IDM en Archivistiek B) De scriptie geeft het onderzoek weer naar het archiveringssysteem en archiefbe heer bij de Stichting ICTU, dat is opge bouwd uit verschillende projectorganisa ties. De ICTU functioneert als zij een goede informatievoorziening heeft waar kennis deling optimaal benut wordt. Conclusie van het onderzoek is dat uniform archief beheer onvoldoende is om het projectpro cesmodel toe te passen. De scriptie beschrijft de randvoorwaarden waaraan goed archiefbeheer moet voldoen. De archiefbescheiden en de inrichting van het archiveringsysteem moeten aan kwaliteits eisen voldoen. De eisen hebben betrekking op toegankelijkheid, beschikbaarheid, begrijpelijkheid, authenticiteit, betrouw baarheid en volledigheid. De scriptie bear gumenteert de vele voordelen die een goed archiveringsysteem de organisatie ople vert: een hoogwaardig organisatiegeheu gen, efficiëntiewinst en het voldoen aan wettelijke verplichtingen (van Archiefwet en Wet Openbaarheid van Bestuur). De vergelijking van de cultuur van twee katho lieke categoriale archiefdiensten in Nederland en België John van Wieringen (jvwie@wanadoo.nl) (UvA, Archiefwetenschap en Archivistiek A) De scriptie is een vergelijkend onder zoek naar de cultuur bij twee katholieke categoriale archiefinstellingen aan de hand van de culturele waarden en dimen sies van Geert Hofstede. In de scripties worden het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) in Nijmegen en het KADOC in Leuven met elkaar vergeleken. Het KADOC is uitgegroeid tot een grote archiefinstelling, maar het is in de opzet en de opbouw van de collectie een kopie van het Nijmeegse KDC. Het KADOC en KDC lijken ook qua cultuur veel meer op elkaar, dan het KADOC en het Nationaal Archief in Brussel. Hetzelfde geldt voor het KDC en het Nationaal Archief in Den Haag. Men zou tot op zekere hoogte zelfs kunnen zeggen, dat de twee nationale archieven méér op elkaar lijken dan op de beide categoriale archieven in het eigen land. Maar de verschillen zijn onderling groter, dan tussen KDC en KADOC. In de studie is tevens onderzocht hoe bruikbaar de waarden en dimensies van Hofstede zijn om de nationale verschillen aan te tonen bij de benadering van de archieven in Nederland en België. De cultuur in Belgische en Nederlandse archieven is vol strekt pluriform. De onderzoekscriteria van Hofstede zijn niet toe te passen. Het vergelijkend onderzoek tussen het KDC en het KADOC toont aan dat aan. De studie beveelt aan duidelijke wetenschappelijk criteria te ontwikkelen, waarmee de cul tuurverschillen in archieven goed kunnen worden onderzocht. Marieke de Haan is coördinator cursussen en mede werker communicatie bij de Archiefechool. 12 archievenblad mei 2006 mei 2006 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 6