e c e n s i e s
wé 1
I 1
literatuur
n
literatuur
jan van Riebeeck tussen wal
en schip. Een onderzoek naar
de beeldvorming over Jan van
Riebeeck in Nederland en
Zuid-Afrika omstreeks 1900,
1950 en 2000
MM^weri schip
31
Gerda Theuns-de Boer met bijdragen van
Saskia Asser en Steven Wachlin
Uitgeverij Aprilis, Zaltbommel, KILTV Press,
Leiden en Huis Marseille, Amsterdam, 2005
ISBN 90-5994-117-9, 295 blz., 29,00
Isidore van Kinsbergen was in
moderne termen een multitalent. Hij
tekende, schilderde, lithografeerde,
zong, was theatermaker, fotograaf en
amateur-archeoloog. De lijst is mogelijk
niet volledig. Vooral van zijn fotogra
fisch werk is veel bewaard gebleven.
Toch was hij de afgelopen honderd jaar
weinig bekend. Dat is deels toe te schrij
ven aan het feit, dat zijn werk zowel in
Nederland als in Indonesië bewaard
wordt. In Nederland waren eigenlijk
alleen de portfolio's Oudheden van Java
en Boro-Boedoer bekend. Veel van zijn
werk bevindt zich in antropologische
collecties, waar de fotografie als zodanig
lange tijd bijzaak was. Van Kinsbergen is
de enige Nederlandse fotograaf die zich
in de jaren 1850-1890 op internationaal
niveau kan meten met collega's die wij
nu tot de top van de negentiende-eeuw-
se fotografie rekenen. De afgelopen
jaren is een breed onderzoek gedaan
naar leven en werk van Van Kinsbergen.
Dat resulteerde in een symposium in
2004, een expositie in Huis Marseille te
Amsterdam en in dit boek.
Isidore Waeghemaker wordt op 3 sep
tember 1821 geboren in Brugge en is de
oudste zoon van Justina Adelaide
Waeghemaker. Wie zijn biologische
vader was, is onduidelijk. In 1826
trouwt zijn moeder met Isaac Simon
Kinsbergen. Isidore en zijn twee jongere
zusjes gaan sindsdien met de naam
(van) Kinsbergen door het leven. Op
twintigjarige leeftijd verhuist Van
Kinsbergen naar Gent. Hij noemt zich
daar 'graveur'. In Gent trouwt hij, krijgt
een zoon en volgt een zangopleiding
aan het Gents conservatorium. Van
1847-1851 woont hij vermoedelijk in
Parijs, waar hij teken- en schilderlessen
gevolgd zou hebben. Bewijzen hiervoor
zijn er echter niet. In 1851 vertrekt Van
Kinsbergen, zonder vrouw en kind, naar
Batavia waar hij op 26 augustus aan
komt. Hij begint te schilderen en decors
te maken voor het Théatre Francais de
Batavia. Zijn bijdragen aan het theater,
kennelijk niet alleen op decorgebied,
zijn zo succesvol dat Van Kinsbergen in
1854 naar Parijs mag gaan om een nieu
we theatergroep te formeren. Het Franse
theatergezelschap komt begin 1855 in
Batavia aan. Van Kinsbergen wordt,
samen met A. Potier, aangesteld als nieu
we directeur van het Théatre Francais.
Van 1858-1860 is hij zelfs enig directeur.
Aan het einde van het theaterseizoen
houdt het directeurschap van Van
Kinsbergen voorlopig op, maar niet zijn
liefde voor het theater. De rest van zijn
leven blijft hij op de een of andere wijze
bij het theater betrokken: als decorschil
der, als regisseur of als zanger. In 1875
mag hij zelfs voor de tweede keer in
Parijs een gezelschap samenstellen en
wordt hij wederom financieel en artis
tiek leider van een theatergroep. Als 84-
jarige regisseert hij nog een amateuruit
voering van een opera. Van Kinsbergen
overlijdt in 1905 in Batavia.
Van Kinsbergen duikt voor het eerst op
als fotograaf in een advertentie in de
Javasche Courant van 30 mei 1855, waar
in de Franse fotograaf Antoine Francois
Lecouteux melding maakt van zijn asso
ciatie met Van Kinsbergen. De samen
werking duurt niet langer dan een paar
maanden en
houdt even
plotseling
weer op als hij
begonnen is.
Pas in 1860,
na de sluiting
van het
Théatre
Francais, richt
Van
Kinsbergen zich weer serieus op de foto
grafie. Zijn bekendheid is dan al zo
groot, dat adverteren niet nodig is.
Dankzij zijn grote netwerk krijgt hij in
1862 zijn eerste grote opdracht. Hij
wordt toegevoegd aan het Nederlandse
gezantschap onder leiding van gouver
nementscommissaris Alexis Loudon dat
in Siam een traktaat van 'vriendschap,
koophandel en zeevaart' gaat onderteke
nen. 'In het belang der wetenschap' wor
den de hortulanus van de plantentuin in
Buitenzorg en Van Kinsbergen aan het
gezelschap toegevoegd. Van Kinsbergen
krijgt de opdracht alles te fotograferen
dat 'merkwaardig' was. Enkele maanden
later mocht hij de fotografie verzorgen
bij de gouvernementsreis van gouver
neur-generaal Sloet van Beele. De reis
was bedoeld om kennis te maken met de
Indische buitengewesten, maar kreeg
door Van Beele's belangstelling voor
kunst en archeologie ook een oudheid
kundig tintje. Van Kinsbergen maakte
onder andere foto's van verschillende
tempels. Eind december 1862 tekent
Van Kinsbergen een overeenkomst met
het Bataviaasch Genootschap voor
Kunsten en Wetenschappen voor het
fotograferen van Javaanse oudheden op
basis van een lijst Oudheden van Java die
ds. J.F.G. Brumond had samengesteld. In
de jaren daarna reist Van Kinsbergen
rond om deze oudheden vast te leggen.
Hij ontpopt zich hierbij ook als archeo
loog. Sommige tempels zijn zo overwoe
kerd, dat hij ze eerst door koelies laat
uitgraven voordat hij ze kan fotografe
ren. Zijn werk valt in goede aarde bij het
Bataviaasch Genootschap. Hij wordt
•tv ti»»
dan ook betrokken bij het opstellen van
een onderhoudsplan voor de oudheden
op het Diengplateau. In 1865 krijgt Van
Kinsbergen de titel 'Photograaf des
Genootschaps'.
Maar Van Kinsbergen fotografeert meer
dan alleen oudheden. Hij wordt vaker
meegevraagd op gouvernementsreizen,
bijvoorbeeld naar Bali, dat hij voor het
eerst fotografisch vastlegt. Hij fotogra
feert daar wel enkele oudheden, maar het
reizen met een fotografische uitrusting is
erg lastig op Bali met zijn bergachtige ter
rein. Hij maakt er veel portretten, niet
alleen van hooggeplaatsten, maar ook
van andere mensen, variërend van pries
ters tot slavinnen. In Batavia had Van
Kinsbergen een eigen studio, waar hij
foto's maakte en ze ook afdrukte. Tot
voor kort was niet bekend wat voor foto's
daar gemaakt werden, behalve door hem
gesigneerde carte de visite- en kabinet
portretten. Of de fotostudio commercieel
een groot succes is geweest, is de vraag.
Het op tijd leveren van de foto's was niet
bepaald zijn sterke punt. Zijn belangstel
ling lag meer aan de creatieve kant van
het fotograferen, het maken van foto's.
Het afdrukken vindt hij minder interes
sant. Van Kinsbergen adverteert niet
veel. De weinige advertenties die van
hem bekend zijn, zijn doorgaans van
later datum. Hij adverteert dan met
'landschappen, oudheden en types van
Java'. In zijn studio maakt hij ook veel
groepsportretten, waarbij zijn theaterer
varing goed van pas kwam. Zijn foto's
zijn levendiger dan die van zijn tijdge
noten.
Van Kinsbergens fotografisch werk is
een bijzondere combinatie van kunst,
fotografie en wetenschap.Van
Kinsbergen maakte diverse 'prachtal-
bums' en de samenstellers van dit boek
hebben getracht hetzelfde te doen. Dat
is goed gelukt. Het geheel ademt een
grote mate van zorgvuldigheid - het
onderzoek, de tekst, de verwijzingen
niet alleen naar de bronnen, maar ook
naar de foto's die in het boek afgedrukt
zijn, de vormgeving. Dat Van
Kinsbergen een groot fotograaf was,
wordt in dit boek wel duidelijk. Het
boek bestaat uit een drietal hoofdstuk
ken over het leven van Isidore van
Kinsbergen, zijn plaats in de artistieke
traditie van zijn tijd en een hoofdstuk
over de verspreiding van zijn werk.
Verder is een ruime selectie van Van
Kinsbergens foto's te zien. De catalogi
van Oudheden van Java en Boro-Boedoer
zijn integraal, zij het op klein formaat,
opgenomen. Deze gaan vergezeld van
een kaart waarop de plaatsen waar Van
Kinsbergen de oudheden fotografeerde,
staan aangegeven. Verder is er een lijst
van theaterstukken waaraan Van
Kinsbergen op de een of andere wijze
zijn medewerking heeft verleend. Het
geheel wordt gecompleteerd met een
bibliografie, verklarende woordenlijsten
en een overzicht van collecties waarin
werk van Van Kinsbergen te vinden is.
Indonesische collecties ontbreken hier
echter. Het boek is tweetalig
(Nederlands/Engels) zodat ook buiten
Nederland een breed publiek kennis kan
nemen van deze bijzondere figuur.
Mirjam E. de Jonge
Conservator afd. Nieuwe Media, Beeld en Geluid RHC
Groninger Archieven
Signalementen door Peter Sijnke en Ivo Zandhuis.
de beeldvorming van deze belangrijke
Willem-Pieter van Ledden
Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2005
ISBN 90-6550-857-0, 156 blz., 15,00
Jan van Riebeeck (1619-1677) kwam
uit Culemborg en was aanvankelijk als
onderchirurgijn in dienst van de Kamer
Delft van de VOC. Hij is vooral bekend
geworden door zijn verblijf tussen 1652
en 1662 aan de Kaap, waar hij in
opdracht van de VOC een verversings
station bouwde. Van Ledden gaat na hoe
dienaar van de VOC, over wie in 1912
werd geschreven 'Zuid-Afrika is niet
groot geworden door Jan van Riebeeck,
maar hij werd groot door Zuid-Afrika,
zijn stichting' (blz. 27), veranderde. Hij
gebruikt hiervoor de jaren 1900, 1950
en 2000 als ijkpunten en benutte bron
nen als kranten, schoolboeken en
wetenschappelijke publicaties. In 1899
werd een standbeeld van Van Riebeeck
in Kaapstad onthuld. Zijn beeltenis zou
in de twintigste eeuw nog heel wat
publicaties, postzegels, bankbiljetten en
ansichten sieren. In de representaties
van Jan van Riebeeck in Nederland en
Zuid-Afrika zijn grote tegenstellingen te
zien. Dit betreft dan met name zijn
beeldvorming in Zuid-Afrika, waar hij
op allerlei manieren gebruikt, om niet te
zeggen misbruikt is. Hij is zowel afge-
Jrni van
Riebeeck
tussen wal
iuajv.il
schilderd als
de vader van
de apartheid
als de stichter
van Hollands
Zuid-Afrika.
De auteur
besluit zijn
boek met de
constatering:
'Deze bonte
verzameling
aan tijdgebon
den voorstellingen laat geen andere con
clusie toe dan dat de persoon Jan van
Riebeeck tussen wal en schip is gevallen.'
(blz. 140). (PS)
Etnondmofk nu^rbffldi-oiniiiifloiTf'
Jan can Riflwck inlirdr^niid rn Zuid-Afrika
nmvlr.Yks'Snoo, iQ^rn zqoo 5 f. C
mei 2006
archievenblad