jDeQaakji KVAN nieuws KVAN Nieuws Bureau KVAN Redactie Archievenblad 34 Over internet en openbaarheid Een van de positieve effecten van het gebruik van internet in het archiefwezen is dat het de drempels voor archiefonderzoek enorm verlaagt. Zonder specifieke kennis of aanvullen de cursussen kan haast iedereen gemakkelijk ontdekken welke schatten aan informatie er in de archieven voor hem of haar verborgen zijn. Vrijwel alle archiefdiensten streven er dan ook naar om hun nieuwe en bestaande toegangen ook via internet beschikbaar te stellen. De onderzoeker hoeft dan niet meer vele pagina's door te bladeren en te bedenken waar de ge zochte stukken te vinden zouden kunnen zijn nee, hij of zij typt een aantal termen in in een zoekprogramma en krijgt meestal een hele serie verwijzingen naar mogelijke bronnen. Maar er schuilt een addertje onder het gras. Namelijk dat het door internet ook gemakkelijker is ge worden om alle mogelijke persoonlijke informa tie te achterhalen. En dat staat weer haaks op de tendens om juist de persoonlijke levenssfeer beter te beschermen. Ter illustratie hiervan de volgende Zaak. Een stamboomonderzoeker vond door het intikken van een naam een verwijzing naar brieven van iemand van wie hij vermoedde dat het zijn overleden vader was. En hij stuurde dus een e- mail naar de betreffende archiefdienst met het verzoek of hij de brieven kon komen inzien. En daar begon het probleem. De informatie bleek zich namelijk te bevinden in een donkerbruin particulier oorlogsarchief. Nog vele jaren niet openbaar. Maar wel alvast goed ontsloten, tot op het niveau toe van lijsten van namen van brievenschrijvers (archivarissen moeten de voor bewaring geselecteerde archiefbescheiden zo spoedig als mogelijk is ordenen en beschrijven overeen komstig archivistische principes - beroepscode art. 2). De naam van de veronderstelde vader van de onderzoeker kwam voor op een van die lijsten. Een toevalstreffer. De archivaris worstel de vervolgens met de vraag hoe hij moest han delen. Hij had namelijk uit de manier waarop de e-mail was opgesteld de indruk gekregen dat de onderzoeker geen idee had in wat voor soort archief zijn mogelijke vader zou kunnen voor komen. Laat staan dat deze bekend was met het fenomeen niet-openbare archieven. Na enig onderzoek in het betreffende archief bleek dat de brieven verre van onschuldig waren. Moest hij de zoon, die, naar hij vermoedde, niets wist van een mogelijk oorlogsverleden van zijn vader, wel hiermee confronteren? Of zou hij het verzoek om inzage weigeren? Met een beroep op de akte van overdracht, die alleen ont heffing voor wetenschappelijk onderzoek mogelijk maakt. Geen sterke zaak. Wat is hier wijsheid? Vragen als deze doen zich in het Nationaal Archief met enige regelmaat voor. En daar han teert men een werkwijze die zowel aan de wet en regelgeving, als aan de onderzoeker recht doet. Het begint met een verzoek aan de onder zoeker om schriftelijk gegevens te overleggen waaruit kan worden opgemaakt of de gevonden informatie inderdaad over zijn vader gaat, plus een bewijs van overlijden van die vader. Als dat allemaal in orde is, wordt de onderzoeker uitge nodigd voor een gesprek. Daarin wordt toege licht in welk type bron de gegevens voorkomen en benadrukt dat de bron maar één aspect van een persoon belicht. Zodat duidelijk wordt dat iemand zowel een sympatieke vader kan zijn, als fout in de oorlog. De laatste stap is het laten ondertekenen van de bekende verklaring voor inzage van niet-openbare archieven. Waarna het stuk gewoon ter inzage wordt gegeven. Wat is de moraal van dit verhaal? Allereerst dat het niet handig is toegangen op niet-openbare archieven op internet te zetten. Vooral niet als daarin persoonsnamen voorkomen (archivarissen dienen er voor te zorgen dat vertrouwelijke gegevens over personen en instellingen worden beschermd zonder dat informatie wordt vernietigd - beroepsco de art. 7). Soms kan het zelfs beter zijn bepaalde toegangen pas ter inzage te geven na het laten ondertekenen van dezelfde verklaring die ook voor inzage van het archief zelf wordt gebruikt. De andere les is dat het de archivaris niet past om er vanuit te gaan dat hij wel weet wat goed is voor zijn onderzoekers. Dat is meer iets voor politici van de maakbare samenleving. De archi varis moet te allen tijde onpartijdig aan alle gebruikers diensten verlenen (beroepscode art. 6). Het ligt niet op zijn weg om informatie weg te houden, met als argument dat hij een onder zoeker tegen mogelijk leed als gevolg van inzage van archiefstukken zou moeten beschermen. Dat spoort niet met artikel 7 van de beroepsco de: de archivaris dient zowel de openbaarheid als de persoonlijke levenssfeer te respecteren en te handelen binnen de grenzen van de relevante wetgeving. Yvonne Bos-Rops KVAN nieuws Voor het voetlicht: Els van den Bent Stadsgeschiedschrijver van Rotterdam Els is geboren op 1 maart 1953 in Den Haag. Ze ging naar het gymnasi um in Deventer en studeerde geschie denis aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Na het behalen van haar bul werkte ze van 1978 tot 1980 als coördinator bij het landelijk secretariaat van Amnesty International. Het archiefvak leek haar als historicus echter interessanter. Dankzij een van haar leermeesters op de universiteit, prof. Cees Dekker, kreeg ze de kans bij hem stage te lopen, toen ze zich wilde aanmelden voor de studie Archivistiek-A aan de Archiefschool. Ze verwachtte toen haar tweede kind en mocht haar stage in deeltijd doen. Dat was een revolutio naire daad van Dekker, die als geen ander vrouwen de kans op een loop baan in de archiefwereld gaf. Dat was destijds nog een mannenbolwerk dat eigenlijk geen heil zag in het opleiden van vrouwen die vervolgens toch weer achter het aanrecht belandden! Els bewees het tegendeel. Haar tweede kind werd tijdens haar stageperiode bij het Rijksarchief in Utrecht geboren, waarvoor ze zes weken 'vakantie' opnam. Het feit dat de vader van haar kinderen toen ook parttime werkte, maakte dat goed te doen. In 1983 rond de ze haar stage met goed gevolg af en behaalde haar archiefdiploma. Van 1983 tot 1984 schreef ze met Ineke van den Broek, met wie ze samen aan het Rijksarchief in Utrecht stage had gelopen, een gedenkboek over 900 jaar Mijdrecht met als titel 'Mijdrecht, meer dan veen alleen'. Het jaar daarop zette Els het regis ter voor bedrijfsar chieven (BARN) op bij het Nederlands Economisch Historisch Archief. In 1985 werd zij benoemd tot hoofd van de afde ling Archieven bij het Haags Gemeentearchief. Vijf jaar lang vervulde zij deze functie. In 1990 werd ze benoemd tot directeur van dit Haags Gemeentearchief en zes jaar later tot directeur van het Gemeentearchief Rotterdam. Haar loopbaan was in een stroomversnelling geraakt. Archieven in een stad waarvan het hart is weggerukt, hebben altijd een extra dimensie, zeker wanneer zij - in tegenstelling tot bijvoor beeld in Middelburg - grotendeels buiten de vuurzee zijn gebleven. Dat gaf Els een extra verantwoordelijkheidsgevoel. In 1998 verhuisde onder haar lei ding het gemeentearchief met zestien strekkende kilometer archief en docu mentaire collecties van de Mathenes- serlaan naar de tot archiëf verbouwde parkeergarage van de voormalige Rijksautomobielgarage aan de Hofdijk. Daar ontwikkelde het gemeentearchief zich ook tot een regionaal historisch centrum. Het bood al onderdak aan de archieven van Capelle aan den IJssel en Albrandswaard, de 3-B-gemeenten en Ridderkerk kwamen daar nog bij. Onder haar leiding kreeg het Gemeentearchief Rotterdam niet alleen in de stad, maar ook landelijk en internationaal bekend heid door de voortvarende aanpak op het gebied van de nieuwe media. Voorbeelden daarvan zijn de website met onder andere 'Mijn Historisch Rotterdam' en de Digitale Stamboom. Het E-depot om ook de digitale archie ven en verzamelingen voor nu en later verantwoord te kunnen bewaren was als het ware haar 'kindje', maar zij sloot ook de indrukwekkende collectie audiovisu eel materiaal van RTV Rijnmond, dat zijn archief aan de Hofdijk onderbracht, in haar hart. Onder het motto 'van pak- Lees verder op pagina 37 35 Bureau Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland. Voor informatie over de KVAN, bestelling van publicaties, aanmelding voor activiteiten en wijzigingen in de ledenadministratie kunt u contact opnemen met het bureau. Kopij voor het Archievenblad, berichten voor deze rubriek en mutaties in de Almanak van het Nederlands Archiefwezen kunt aan het bureau van de KVAN doorgeven. Cruquiusweg 31 1019 AT Amsterdam Tel. (020) 462 77 27 Fax: (020) 462 77 28 E-mail: bureau@ kvan.nl Internet: www, kvann I Postbank Bureaurekening: 84767 De KVAN is een beroepsvereniging, die alle mensen verenigt die werk zaam zijn in het archiefveld. Het is geen vereiste dat leden het diploma archivistiek bezitten. Het archiefveld is zo divers, dat mensen met zeer ver schillende achtergrond/opleiding daarin werkzaam zijn. Allen zijn wel kom als lid van de KVAN! De Koninklijke Vereniging van Archi varissen in Nederland stelt zich ten doel de belangen van het Nederlands archiefwezen te behartigen en de deskundigheid van archivarissen te bevorderen. De vereniging organi seert onder meer studiedagen, inter nationale uitwisselingen en buiten landse oriëntatiereizen. Leden van de KVAN ontvangen kosteloos het Archievenblad en de Almanak van het Nederlands Archiefwezen. Student leden en beginnende beroeps beoefenaars kunnen tevens lid wor den van de Sectie Nieuwe en Aankomend Archivarissen en Infor matiespecialisten (SNAAI). De contri butie voor het lidmaatschap van de KVAN bedraagt 61,- per jaar (een hogere bijdrage is welkom). De ontributie voor een student-lid bedraagt 18,- per jaar. archievenblad april 2006 archivarissen Historica en archivaris drs. Els van den Bent heeft het roer van haar (beroeps)leven stevig in handen en heeft dat een drastische draai gegeven. Als directeur van het Gemeentearchief Rotterdam heeft ze in de afgelopen tien jaar 'alles' meegemaakt, een fascinerende tijd, maar toch. Het was tijd voor een 'tapetenwechsel'. Het kriebelde weer bij haar. De vakvrouw begon het te winnen van de manager. De komende vier jaar gaat ze terug naar haar oude liefde: het historisch onderzoek. In opdracht van het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam gaat ze onderzoek doen naar de geschiedenis van Rotterdam in de twintigste eeuw, met als werktitel 'Allemaal mensenwerk'. Een megaklus. Loopbaan Parkeergarage april 2006 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2006 | | pagina 17