Het handvest en de code: TWEE DIMENSIES VAN KWALITEIT Impressies u van de Landelijke Archieven dag En dan zijn er nog veel soorten archiefdiensten, groot en klein. In een groep van tien archiefdiensten is een eer ste versie van het handvest ontwikkeld. Vervolgens is dit eerste ontwerp aan het veld voorgelegd. Opvallend was wel dat er heel snel een groot draagvlak aanwezig bleek te zijn. En dat in een werkveld waar het maken van gezamenlijke afspraken meestal niet zo eenvoudig is. Maar het handvest werd ingevoerd bij veel dien sten en in het gebruik verder getoetst. Momenteel wordt het handvest onder houden door de sectie kwaliteitszorg van DIVA en jaarlijks bijgewerkt aan de hand van de nieuwste ontwikkelingen en inzichten. Een andere ontwikkeling speelde al wat langer, de vaststelling van een be roepscode voor archivarissen. Op inter nationaal niveau werd, na ruim zeven jaar overleg, in september 1996 de inter nationale beroepscode voor archivarissen vastgesteld. Deze beroepscode heeft als doel gedragsregels vast te stellen voor archivarissen bij de dagelijkse uitvoering van hun taak. De code is daarna in het Nederlands vertaald en via onze vakbla den is in Nederland en België bekend heid gegeven aan het bestaan ervan. Dit heeft jammer genoeg niet direct geleid tot een brede verspreiding van de code onder archivarissen. In vakkringen, op studiedagen en symposia werd er aan vankelijk weinig aandacht aan besteed. Sinds kort is er echter een kentering waarneembaar. De code kreeg een plaats in de programma's van de afgelopen twee edities van de studiedagen van de KVAN, het Archievenblad biedt ruimte voor 'De Zaak', een maandelijkse column over praktijksituaties en de KVAN heeft sinds april 2005 een aparte commissie beroeps code. In het bestuur van de sectie kwali teitszorg is dit jaar nagedacht over de relatie tussen het handvest dienstverle ning en de beroepscode. Bij goede bestu dering van beide documenten blijkt er zoveel gemeenschappelijks te zijn, dat het eigenlijk verwonderlijk is dat deze relatie niet eerder werd gelegd. In de sec tie kwaliteitszorg werd afgesproken om Yvonne Bos-Rops en Peter van Beek te vragen om dit onderwerp uit te diepen. Het hier geplaatste artikel is daar een gevolg van. Ook tijdens de studiedag van DIVA op 8 december 2005 in Rotterdam is in een lezing van Rolt Hage hier aan dacht aan besteed. Daarnaast zal een korte tekst over de beroepscode aan het handvest dienstverlening worden toege voegd om de onlosmakelijke verbonden heid tussen beide documenten duidelijk te maken. Deze tekst luidt als volgt: Het handelen van de archivaris als vertegen woordiger van de archiefinstelling en de archiefbranche wordt, naast de specifieke instellingskenmerken, in belangrijke mate bepaald door de uitgangspunten van de Code of Ethics (beroepscode voor archivarissen) zoals deze door de ICA in september 1996 is vastgesteld. De vraag is natuuurlijk wat dit in de praktijk inhoudt. Het handvest is een uiterst praktische tekst, met mininum- normen over concrete zaken - tot op detailniveau. Het geeft aan de buitenwe reld duidelijkheid over de zaken die men van archiefinstellingen mag verwachten. Het bindt in zekere mate de instellingen en hun medewerkers om waar te maken wat ze beloven. De beroepscode voor archivarissen daarentegen is bij uitstek niet gericht op de details van de uitvoe ring. De code is bedoeld om archivarissen een kader te bieden voor hun handelen. Het is in wezen het stuk dat onder, of zo men wil achter het kwaliteitshandvest ligt. Want ook de code gaat over kwaliteit - de kwaliteit van het archiefmateriaal, de kwaliteit van het beheer, de kwaliteit van de omgang met archiefgebruikers en de kwaliteit van de archivaris zelf. Om dit te verduidelijken volstaat een korte analyse van de tekst van de code. De code bestaat uit tien grondbeginselen, die elk worden gevolgd door een com mentaar. De eerste vijf grondbeginselen gaan in op het archiefmateriaal. Het is de taak van de archivaris om te waken over de integriteit, de context en de authenti citeit van de documenten. Hij dient ervoor te zorgen dat het materiaal toe gankelijk en begrijpelijk blijft. En hij moet zich hiervoor kunnen verantwoor den. Hier gaat het in wezen om de kwali teit van het aanbod aan de archiefgebrui kers. Die moeten erop kunnen vertrou wen dat de archivaris, bijvoorbeeld bij acquisitie, selectie en conserveren, objec tief, onpartijdig en deskundig te werk is gegaan. Dat hij rekening houdt met onderzoeksbehoeften. Dat hij het meldt als niet alle materiaal in een dossier beschikbaar wordt gesteld. Dat hij geen documenten van dubieuze herkomst in zijn collectie heeft. De drie daaropvolgende grondbeginselen gaan direct over dienstverlening. Over de houding van de archivaris tegenover de gebruiker: hoffelijk, bereidwillig, deskun dig, integer, objectief en onpartijdig. Gericht op een zo breed mogelijk gebruik van de archieven, maar met aandacht voor de openbaarheidsregels en respect voor de privacy van degenen die in de stukken worden genoemd. Iemand die zijn eigen (onderzoeks)belangen niet laat voorgaan, die bijvoorbeeld zelf geen archiefstukken verzamelt en die ook op andere punten geen misbruik maakt van zijn positie. De laatste twee beginselen gaan over de archivaris zelf: hij moet zijn deskundig heid op peil houden, anderen zo nodig begeleiden en zich collegiaal opstellen. De bepalingen van de beroepscode kunnen archivarissen in de dagelijkse praktijk een houvast bieden. Of hen inspireren tot een denkrichting bij die veelvoorkomende twijfelgevallen. Steeds meer van die praktische situaties worden overigens in de loop van de tijd ver woord en becommentarieerd, bijvoor beeld tijdens sessies van studiedagen en in 'De Zaak'. Op die manier komt de geest van de code steeds dichter bij de tekst van het kwaliteitshandvest. Maar het zul len altijd twee afzonderlijke teksten zijn en blijven, beide gericht op kwaliteit en beide gericht op een goede omgang met de gebruikers van de archieven. Vervolg van pagina 17 ven. Binnen een uur werd het publiek de fijne kneepjes van deze streektalen bijge bracht. In de bioscoopzaal werden de top- films uit de Groningse, Drentse, Friese en Ost-Friese archieven druk bezocht. Ook de Ost-Friese folkband Laway en de mode show van achttiende- en negentiende- eeuwse Groningse, Friese en Drentse kle derdracht konden rekenen op een groot publiek. Onderwijl werden de bezoekers vermaakt door bekende noordelijke histo rische figuren als Jan de Roos, Opoe Tjadens, Berend Botje, Claus Störtebecker en Feiko Clock. De dag werd traditiege trouw afgesloten met de Groninger Geschiedenisquiz. (Margriet Dijk) Het waren vooral bezoekers uit de regio, die de Landelijke Archievendag in het Gemeentearchief Schouwen-Duive land in Zierikzee bezochten. Bekenden en vooral onbekenden lieten zich deze dag voorlichten over het vele dat er te vinden is. In de twee studiezalen waren exposities ingericht over de bewoningsgeschiedenis van Schouwen-Duiveland en over vluchte lingen die hun heil op Schouwen- Duiveland kwamen zoeken. In de archief bewaarplaats waren de topstukken te bezichtigen, zoals het oudste poortersboek van Nederland uit het stadsarchief van Zierikzee, dat in 1302 begint. Voorts was er ook ruime aandacht voor Jacob Cats, gebo ren in Brouwershaven, die inspiratie bood voor een roman van Marjan Berk. In een stand van de regionale historische vereni ging, Stad en Lande van Schouwen- Duiveland, werden onder meer publicaties te koop aangeboden. In de koffiehoek was een film over Kerkwerve, een van de Schouwse dorpen, te zien. Ook nu weer waren de bezoekers geïnteres seerd en kwamen er allerlei vragen los. De antwoorden gaven aanleiding tot de aan kondiging om binnenkort langs te komen of brachten contacten tot stand, die zeker nuttig zullen blijken te zijn voor komende schenkingen, inbewaargevingen of aan winsten. Het totaal aantal bezoekers was 75, iets meer dan vorig jaar. Ook dat stimu leert, want hoe zeer ook ingebed in de samenleving, ook op zo'n dag wordt opnieuw ervaren dat er nog altijd 'drem pels' liggen. Een Landelijke Archievendag kan dan ook dienen om de bezoekers te laten zien dat de laatste drempel (letterlijk) is wegge haald en dat iedereen van harte welkom is met zijn of haar vraag. (Huib Uil) Het aantal bezoekers van de open dag van het Streekarchivariaat Noordoost Friesland in Dokkum was kleiner dan vorig jaar. Enerzijds was het mooie weer daar moge lijk debet aan, anderzijds het feit dat het persbericht niet in de huis-aan-huiseditie van de lokale krant, maar in de abonnee editie was geplaatst. Desondanks was er toch sprake van een succesvolle dag. Het bleek dat het merendeel van de bezoekers nog nooit in een archief geweest was. Een bijkomend voordeel van de lagere opkomst was dat de medewerkers meer aandacht konden schenken aan de bezoe kers. Daarbij bleek dat er toch wel vragen leefden op historisch of genealogisch ter rein. Zo werden er veel vragen gesteld over het doen van onderzoek naar de historie van woonhuizen. Maar ook andere zaken kwamen aan het licht. Zo bleek dat in het gezin van de overgrootvader van een van de bezoekers de zevende zoon de voorna men Hendrik Wladimir Albrecht Ernst had gekregen. Deze combinatie van in de fami lie onbekende voornamen bevat de voor namen van prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. Zo stuitte deze bezoeker op een bijna vergeten gewoonte om de zevende zoon te noemen naar de koning of in dit geval de prins-gemaal. Deze bezoeker ging zeer tevreden naar huis. (Tjeerd Jongsma) 19 Door Peter van Beek en Yvonne Bos-Rops* Toen een aantal jaren geleden voor het eerst gesproken werd over een handvest dienstverlening, waren er verschillende aan leidingen om hier aandacht aan te beste den. Door veranderingen in de omgeving van de archivaris werd er meer nagedacht over de wensen van de bezoeker. Had de bezoeker rechten en had de archivaris plichten? En hoe zat het dan andersom? En dan het moeilijkste: hoe maken we dat met elkaar 'smart' (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden)? De beroepscode Relatie tussen handvest en code Praktisch? De studiezaal is de plek waar dienstverlening en de beroepscode elkaar het meest duidelijk raken. Fotocollectie Gemeentearchief Ede, Cord Otting Concretisering van de code Houvast in de dagelijkse praktijk Peter van Beek is gemeentearchivaris van Ede en Scherpenzeel, Yvonne Bos-Rops is verbonden aan de leerstoelgroep Archief- en Informatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland: drempels weg Streekarchivariaat Noordoost Friesland: de zevende zoon archievenblad december 2005 december 2005 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 9