Kamparchieven op internet Digitale archivering op Europees niveau www.architecturearchives.net nieuws uit het veld nieuws uit het veld I 11 Goed nieuws voor wie geïnteresseerd is in de archieven van de concentratiekam pen Amersfoort, Vught en Westerbork. Op de website kamparchieven.nl, die nog dit jaar gereed komt, kan gemakkelijk worden gevonden waar welke kamparchieven wor den bewaard en wat precies hun inhoud is. Kanrparchieven.nl is een initiatief van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocu mentatie (NIOD) in samenwerking met de afdeling Oorlogsnazorg van het Neder landse Rode Kruis. De Eenheid Oorlogs getroffenen en Herinnering WO 11 van het ministerie van VWS subsidieert het pro ject. Voor de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting van Nederland bestaat nog steeds een onverminderd grote belangstel ling, niet alleen van de zijde van onderzoe kers maar ook van de kant van het brede publiek. Die interesse geldt onder meer de Duitse gevangenenkampen in ons land, waarvan Amersfoort, Vught en Westerbork de belangrijkste waren. Omdat het archief materiaal uit en over deze kampen door verschillende instellingen wordt bewaard, was het lange tijd niet eenvoudig om aan de weet te komen bij welke instelling de archieven van en over de kampen te vin den zijn en om wat voor documenten het precies gaat. Veruit de meeste kamparchieven worden beheerd door de afdeling Oorlogsnazorg van het Nederlandse Rode Kruis en door het NIOD. Die tweedeling is voor een groot deel het onbedoelde gevolg geweest van een overheidsbesluit uit 1946, toen het Nederlandse Rode Kruis de opdracht kreeg als enige instantie de opsporing van vermisten uit de oorlog voort te zetten. Voordien hadden verschillende kleine en grote organisaties zich met dat opsporings werk bezig gehouden en dat deden ze met behulp van kaartsystemen e.d. uit de kampadministraties. Medewerkers van organisaties die zich niet met het over heidsbesluit konden verenigen, brachten hun materiaal naar het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (nu NIOD). Maar ook langs andere wegen kwam archiefma teriaal bij het RIOD terecht, bijvoorbeeld omdat gevangenen vlak voor hun vrijla ting belangrijke documenten onder hun hoede namen en ze na de bevrijding naar de toenmalige afdeling Concentratiekam pen en Gevangenissen brachten. Dankzij de goede samenwerking tussen het NIOD en het Rode Kruis heeft de opsplitsing van het archiefmateriaal gelukkig nooit grote problemen opgeleverd bij het verstrekken van inlichtingen aan uitkeringsinstanties en particulieren. Van het kastje naar de muur Ook andere instellingen beheren ma teriaal over de kampen. Nabestaanden en andere geïnteresseerden worden vaak van het kastje naar de muur gestuurd als zij op zoek gaan naar informatie. Aan die ondui delijke toestand komt door kamparchie ven.nl een eind, omdat daarop gemakke lijk kan worden gevonden bij welke instel ling archieven met materiaal over de drie kampen zijn ondergebracht en wat precies Kamp Westerbork in oorlogstijd. Foto: NIOD. de inhoud van de verschillende collecties is. Het archiefmateriaal loopt uiteen van kampadministraties, transportlijsten, ge- vangenenregisters en bouwtekeningen tot dagboeken en brieven. Aan de website wordt naast het Neder landse Rode Kruis meegewerkt door de Gemeentelijke Archiefdienst Amersfoort, de Gemeente Midden-Drenthe, het Natio naal Monument Kamp Amersfoort, het Nationaal Monument Kamp Vught en het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Het NIOD treedt op als projectleider. Het is duidelijk dat buiten deze eerste groep deel nemers ook andere instellingen relevante bestanden beheren. Het is daarom de bedoeling, dat het aantal participanten na de lancering van de eerste versie van de website wordt uitgebreid. Via de nieuwe website wordt voor het eerst informatie gegeven over de inhoud van kamparchieven die bij het Rode Kruis staan. Voorlopig is de mogelijkheid deze archieven te raadplegen echter nog zeer beperkt: het archief is volop in bewerking en voor een groot deel privacygevoelig. Ook heeft de afdeling Oorlogsnazorg niet of nauwelijks accommodatie om bezoekers te ontvangen. Op de website zal worden vermeld welke, helaas beperkte, mogelijk heden er zijn om het Rode Kruis-materiaal in te zien. Kamparchieven.nl wordt gebouwd door De Ree Archiefsystemen. Op verschillende manieren kan in de toegangen worden gezocht: per kamp, per deelnemende instelling of op onderwerp in alle archie ven tegelijk. De toegangen worden in een historische context gepresenteerd. Niet alleen wordt de geschiedenis van de kam pen in het kort neergezet, er komen ook foto's, tekeningen en in de toekomst waar schijnlijk ook films die in de kampen zijn gemaakt. Er kan overigens alleen worden gezocht op de inhoudsbeschrijvingen van de verschil lende archieven en niet in de documenten zelf. Om die in te zien, zal de belangstel lende de gang naar de betreffende instel ling moeten blijven maken. Om privacyre- denen is het eveneens niet mogelijk om digitaal te zoeken naar gegevens over per sonen. De website geeft informatie over en verwij zingen naar de participerende instellingen. Het werken aan de website heeft de ban den tussen de participanten hechter gemaakt en is alleen daarom al de moeite waard. Heel bijzonder is het feit, dat de historisch ontstane verdeling van kampar chieven tussen het Nederlandse Rode Kruis en het NIOD digitaal ongedaan wordt gemaakt. Voorlopig kan op kamparchieven.nl alleen naar archieven worden gezocht met mate riaal over Amersfoort, Vught en Wester bork. Het ligt echter in de bedoeling op niet al te lange termijn ook de archieven over andere kampen en gevangenissen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in ons land bestonden op de website doorzoek baar te maken. Zo kan de website de komende jaren uitgroeien tot een verza melplaats van informatie over kampen tij dens de Tweede Wereldoorlog. Annemieke van Bockxmeer 10 archievenblad december 2005 Deelnemers aan het werk tijdens de workshop digitale archivering. De Archiefschool organiseerde op 14 en 15 november een workshop digitale archivering voor archivarissen van ministeries van Buitenlandse Zaken in de EU. Aan de workshop namen elf archiva rissen deel uit zeven verschillende Europese landen: Letland, Polen, Duits land, Oostenrijk, Nederland, Frankrijk en Griekenland. Ook de Europese Commissie was vertegenwoordigd. De workshop was georganiseerd op initiatief van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Het doel was de ontwikkeling van een trainingscursus die ter plaatse zo veel mogelijk door en voor eigen mensen gege ven zou kunnen worden - dus volgens het train-the-trainerconcept, gericht op een in-service inleer- en doorleerprogramma. Als model voor de cursus fungeerde de opzet van E-Term, een modulaire trai ningscursus die enkele jaren geleden door de Archiefschool samen met zes andere opleiders is ontwikkeld. In verschillende Europese landen beheren ministeries van Buitenlandse Zaken ook het statisch archief. Sommige archivaris sen zijn ook verantwoordelijk voor records management, anderen hebben alleen een toezichtfunctie of zelfs uitsluitend het beheer van historisch archief. Maar alle maal hebben ze te maken met de voort schrijdende digitalisering van de archief vorming. Daarin verschillen ze niet van Nederlandse archivarissen. Selectie van records management-applicaties, de implementatie van documentmanage mentsystemen, archivering van e-mail en langetermijnbewaring van digitale docu menten spelen vrijwel overal. Als workshopleiders hebben Thijs Laeven (Innogration) en ondergetekende gepro beerd om aan de hand van door de deelne mers aangedragen vragen, suggesties en casussen in twee dagen een opzet voor een praktijkgerichte cursus te maken. Dat is gelukt, al was de uitkomst enigszins anders. Door het groepsproces, de open opstelling van de deelnemers, maar ook de flexibiliteit van de E-Term-opzet, is er een gewijzigd concept uitgekomen. Het pro duct is nu niet zozeer een cursus die min of meer lineair gevolgd moet worden, maar een leeromgeving waarin deelnemers ('stu denten') antwoorden op beroepsproble men kunnen vinden door middel van een casusgestuurd (en dus probleemgestuurd) leerproces. De casus krijgt hierin een nog veel groter gewicht dan al in E-Term het geval was. In feite zijn de casussen steeds de motor van het leerproces. De deelnemers en opdrachtgever waren enthousiast over de workshop. Het is nu aan de Archiefschool om de bevindingen uit te werken in een aangekleed ontwerp van een elektronische leeromgeving. De deelnemers gaan casussen aanleveren om de site inhoud te geven en zo de leeromge ving mede in te richten, daarbij op afstand begeleid door de workshopleiders. Aan de hand van de casussen ontwerpen we opdrachten, zoeken kennisbronnen en implementeren die in de elektronische leeromgeving. De gebruikte bronnen wor den voor leren-op-afstand geschikt gemaakt door ze een 'didactische inbed ding' te geven. We hebben het gevoel dat de gevonden benadering (de leeromgeving) ook voor GAUDI (Governance, Architecture, Urbanism, Democracy, Interaction) is een door de Europese Unie gesponsord onder- zoeks- en activiteitenprogramma waar het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd. Een van de thema's is gewijd aan architec tuur- en architectenarchieven (zie ook www.gaudi-programme.net). Sinds enige tijd is een website beschikbaar, www.archi- tecturearchives.net, die in dit kader ont wikkeld is. De website heeft twee doelen: het vinden van interessante architectuur collecties en het geven van informatie over het bewaren van architectuurmateriaal. Het eerste doel is vooral gericht op de onderzoeker, zoals de architectuurhistori cus, het tweede doel is vooral gericht op architecten en architectenbureaus. De website verwijst naar vele belangrijke architectuurcollecties en verzamelingen in archieven en musea in negen Europese landen. Van iedere instelling wordt een korte beschrijving gegeven alsmede een link naar de instelling. Het betreft openba re collecties en het materiaal behoort tot het cultureel erfgoed van het desbetreffen de land. De archieven komen van indivi duele architecten en van architectenbu reaus, maar ook van beroepsorganisaties of december 2005 andere situaties waarin beroepsbeoefena ren met problemen zitten, zeer geschikt is - wellicht beter dan de traditionele cursus en workshop. De Archiefschool ziet hierin duidelijk een mogelijkheid om continuous education, of life-long learning op een flexi bele, op de individuele situatie gerichte wijze vorm te geven. Daarmee gaan we dan ook zeker in 2006 aan de slag bij een aantal cursussen en workshops. Peter Horsman opleidingen. Deze 'portal' zal worden uit gebreid en aangevuld met onder meer gegevens uit de andere Europese landen. Daarnaast is op de website documentatie voor architecten en architectenbureaus te vinden. Deze bestaat uit drie onderdelen: richtlijnen met praktische aanwijzingen voor het bewaren van het materiaal dat geproduceerd wordt, juridische verplich tingen ten aanzien van het bewaren van materiaal en een verslag van een onder zoek gehouden onder 140 Europese archi tecten over het gebruik en bewaren van digitaal materiaal. De richtlijnen zijn gemaakt door archivarissen die werken met architectuurcollecties. In die richtlij nen is informatie van de architecten zelf verwerkt. Alle soorten materialen worden besproken: tekeningen, foto's, film, maquettes en digitaal materiaal. Het onderdeel over de juridische verplichtin gen voor het bewaren van materiaal is nog 'under construction'. Het onderzoek onder de Europese architecten is uitgevoerd om inzicht te krijgen hoe architecten omgaan met digitaal materiaal. In de tweede fase van het GAUDI-programma (2006-2008) zal dieper worden ingegaan op de digitale duurzaamheid van architectenarchieven. Sanja Lap en Mariet Willinge archievenblad I

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 5