Een negentiende-eeuwse familiegeschie denis over het Engels-Nederlands-joodse bankiersgeslacht Raphael de praktijk de praktijk RUISENDE ROKKEN, HEIMELIJKE AFSPRAKEN, DONKERE STEGEN EN FRAAIE GRACHTENPANDEN Beelden van het geheime leven van deze bankier trekken aan mij voorbij: Nathaniël in zijn rijtuig op weg naar de beurs op de Dam, naar zijn kantoor aan de Herengracht 497 (thans het Katten- kabinet), naar concerten in het Paleis voor Volksvlijt of naar Het Park in de Plantage, naar de Hoogduitsche Schouw burg, de Fransche Comedie of de Groote Club in de Paleisstraat maar ook naar zijn vriendin Willemina Charlotta Jonas, die met hun twee buitenechtelijke dochters aan de overkant van de Amstel aan de Prinsengracht woonde. Nathaniël en Willemina leerden elkaar kennen toen hij 29 jaar was en gehuwd en zij zestien en ongehuwd. Hij kwam uit een welgesteld zakengeslacht en zij, een volksmeisje, uit een arm onge letterd zeemansmilieu. Hij sprak zijn talen en was bereisd. Zij sprak slechts plat Amsterdams en was waarschijnlijk nog nooit buiten haar geboortestad geweest. Hij was joods, zij hervormd. Kortom een wereld van verschil. In deze twee werel den heb ik me vierenhalf jaar verdiept. Op verzoek van een nazaat van Willemina Charlotta Jonas heb ik onder zoek verricht naar vooral Nathaniël. Binnen de familie Jonas ging namelijk het verhaal dat de vader van Willemina's dochters een Engels-joodse bankier zou zijn geweest met de naam Raphael, wiens vrouw wegens krankzinnigheid in een Engelse psychiatrische inrichting ver bleef. Het doel van het onderzoek was dan ook om de identiteit van deze bankier vast te stellen en bewijzen te vinden voor het vaderschap van Willemina's dochters - hij heeft hen namelijk nooit wettelijk erkend. Het resultaat was boven ver wachting. Aan zijn vaderschap kan nau welijks nog worden getwijfeld. Nathaniël werd geboren in Amsterdam in 1817. Hij was het oudste kind van een Engels-joodse bankier uit Londen en een Nederlands-joodse moe der uit Amsterdam. Zijn vader vestigde zich in 1814 in Amsterdam en richtte daar de firma S. Raphael Co op. Nathaniël trouwde in 1844 met Victorine Goldschmidt, een dochter van een bekende Frankfurtse bankier. Hierdoor raakte de familie Raphael verwant aan enkele belangrijke Europese bankiersfa milies uit de negentiende eeuw. Kort na het huwelijk bleek Victorine geestelijk niet in orde te zijn. Volgens de haar behandelende geneesheer in Utrecht toonde zij onder meer tekenen van 'nymphomanie'. Ze werd een jaar lang zonder succes behan deld in het Gesticht voor Krankzinnigen in Utrecht. Kort daar na besloot de familie haar terug te sturen naar Duitsland waar ze de rest van haar leven in de beroemde psychiatrische inrichting Ulenau bij ,r',\n^.. Vv/ Baden zou verblijven. Nathaniël bleef als onbestorven weduwnaar achter. Een echtscheiding heeft nooit plaatsgevon den. Hij zocht zijn heil in een buitenech telijke relatie met Willemina. Of ze ook werkelijk van elkaar hebben gehouden blijft verborgen. Hun levenslange relatie doet dat wel vermoeden. Zakelijk ging het Nathaniël voor de wind. Hij en zijn broer John waren de enige vennoten van de firma S. Raphael Co. Toen Nathaniël in 1882 stierf, werd het vermogen van de firma gewaardeerd op ruim 2,5 miljoen gulden (vergelijk baar met circa 25 miljoen euro nu). Voor Willemina was de verhouding met Nathaniël een geschenk uit de hemel. Dankzij hem heeft zij zich kun nen ontworstelen aan haar wat bedenke lijke milieu. De grote armoede die zij in haar jeugd had gekend, maakte plaats voor welstand. Zij bewoonde met haar dochters een fraai grachtenpand aan de Prinsengracht. Zij had dienstpersoneel. Haar kinderen gingen niet naar school, maar ontvingen thuis privé-onderwijs. Ze leer den Frans, speelden piano en orgel, lazen tijd schriften en boeken, handwerkten en aquarel leerden. Kortom, ze kregen een opvoeding die bij de jonge dames van stand uit die tijd paste. Willemina vormde met haar kinderen een gelo vig gezin. Toen zich in 1886 de scheuring in de Nederlands-hervormde kerk voordeed, ging het gezin over naar de gereformeerde kerk. Willemina doneerde jaarlijks geld aan de kerk en aan vele liefdadigheidsinstellingen. Haar jongste dochter correspondeerde in die tijd met een huisvriend, dominee Pieter van Son, medestan der van Abraham Kuyper en een vooraanstaande figuur in het onderwijs. Toen Willemina in 1894 overleed, getuigden enkele condoleancebrieven die haar dochters ontvingen van veel respect en grote waardering voor haar. Zij werd daarin een hoog geachte en voortreffelijke vrouw genoemd, wier dood voor de armen een groot verlies bete kende en die door hen altijd in dankbaarheid zou worden herinnerd. Over de mesalliance tussen Nathaniël en Wille mina werd binnen de familie Jonas en nazaten slechts in bedekte termen gesproken. Haar kin deren schaamden zich voor hun buitenechtelij ke afkomst, met het gevolg dat kleinkinderen en andere nazaten zich een negatief beeld over 'de bankier Raphael' vormden. Deze houding was niet helemaal terecht, want dankzij Willemina's liaison met Nathaniël hebben zij een comforta bel leven kunnen leiden. Nathaniël heeft zijn buitenechtelijk gezin financieel royaal gesteund. Na zijn dood in 1882 ontving Willemina uit zijn nalatenschap een vast jaarinkomen van maar liefst 10.000 gulden! Het jaarloon van een kantoorbediende lag toen tertijd tussen de 400 en 600 gulden. Haar twee dochters erfden samen van hun vader het enor me bedrag van ruim 207.000 gulden (thans circa twee miljoen euro)! Het hebben en het onderhouden van een bui tenechtelijk gezin was bij aanzienlijke families niet ongewoon. De negentiende-eeuwse monde linge moraal die binnen die kringen heerste, accepteerde dat soort buitenechtelijke relaties. Onderdrukking van de mannelijke seksualiteit werd namelijk ongezond geacht. 'Hoerenbezoek, voorechtelijk verkeer en buitenechtelijk spel in saaie huwelijken werden niet veroordeeld', schrijft Marita Mathijsen.1 Om schandalen te voorkomen, moesten heren zich wel aan de regels van de mondelinge moraal houden. Werden deze geschonden dan liepen zij het risi co om uit de bovenlaag van de maatschappij gestoten te worden. Vrijages werden dan ook alleen geduld wanneer die met een meisje of vrouw uit de volksklasse plaatsvonden. Over buitenechtelijke kinderen bij een meisje uit de lagere klasse werd niet moeilijk gedaan. 'Wanneer wat geld op tafel kwam en niet open lijk over het bastaardkroost gepraat werd, kon zelfs een politicus zich dat veroorloven', aldus Mathijsen. Het onderzoek heeft zich niet beperkt tot Nathaniël en Willemina. Elke vondst riep nieu we vragen op en leidde tot verder onderzoek. Het is een sociaal-economisch familieverhaal geworden dat uitvoerig het sociale en zakelijke leven van meerdere generaties Raphael en Jonas beschrijft. De geraadpleegde bronnen bevatten een schat aan informatie. Slechts een fractie daarvan is in dit artikel gebruikt. 23 Bagawga Door Monique Peters* Het is bijna vijf uur wanneer ik het Amsterdamse gemeentearchief verlaat na een dag van onderzoek. Buiten is het kil, donker en regenachtig. Over de Amstel hangt een dikke nevel. De straatlantaarns zijn al aan. Het natte asfalt glimt. Terwijl ik de rivier volg richting het Weesperplein dwalen mijn gedachten af naar 1875, het jaar waarin de Nederlands-joodse bankier Nathaniël Samuel Raphael in deze buurt aan de Sarphatistraat een herenhuis kocht. Het stond vlakbij het pas gebouwde Amstelhotel en het Paleis voor Volksvlijt. Twee werelden De Beurs van Zocher, ook wel de 'Kolommenbeurs' genoemd, omstreeks 1845. De beurs is hier nog onover dekt. In 1848 heeft de beurs een glazen dak gekregen. Vervaardiger: Frans Buffa Zonen. Collectie tekeningen en prenten. Gemeentearchief Amsterdam. Nathaniël Samuel Raphael KRANKZI.N1N1GEJVHUIS te UTRECHT. Nnaro, en ouderdom Dclrekklng cn woonplaats Ziek geworden sedert ^-<6- Onder behandeling gekomen den f X/' n Krankzinnigheid - rgfr, ■7V V /A». Z. CJL- ■;-u er,sy As, -Zsstt-. De medische dagrapporten van Victorine Goldschmidt, 1844.ArchiefWillem Arntsz Stichting, Het Utrechts Archief. Welstand Brief van Nathaniël Samuel Raphael aan Koning Willem III met het verzoek om een Portugese ridderorde te mogen dragen, 5 decem ber 1868. Archief Kabinet des Konings, Nationaal Archief. syfj ss rs it is y -'UzT* C- Geld op tafel Tot slot Monique Peters is freelance onderzoeker, medewerker van het Gemeentearchief Amsterdam en studeert cultuurwetenschappen. Noten M. Mathijsen: De gemaskerde eeuw. Amsterdam, Bronnen Gemeentearchief Amsterdam: Algemeen Handelsblad; Amsterdamsche Courant; Amsterdamsch Effectenblad; Weekblad voor Israëlieten; Adresboeken; Heerenboekjes; Kiezerslijsten; Kadaster; Algemene Zaken; Publieke Werken; Wijkboeken inkwar tiering militairen 1814-1841; Archief Bewaarscholen; Archief van de Hoogduits- joodse gemeente en de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge; Archief Huiszittenhuizen; Kwijtscheldingen (transport- registers); Notarieel Archief; Archieven Genootschap het Leesmuseum, Sociëteit de Groote Club, Natura Artis Magistra; Persverzameling Hartkamp; Beeldbank. Gemeentearchief Rotterdam: Archief R. Mees Zoonen; Notarieel Archief. Centraal Bureau voor Genealogie: Familieadvertenties. Nationaal Archief: Grootboeken der Nationale Schuld; Archief Kabinet des Konings; Nederlandse Staatscourant; Familiearchief Asser. Rijksarchief Noord-Holland: Rechterlijke Archieven; Memories van Successie. Het Utrechts Archief: Archief Willem Arntsz Stichting. Frankfurt en Londen: Notariële Archieven. Lissabon: akten afkomstig van het Servigo de Arquivo Histórico-Diplomatico. Oostende: Burgerlijke Stand. 22 archievenblad december 2005 december 2005 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 11