ONDERBEZET OP DIV-GEBIED? RESTAURATIE ATELIER STERKEN BV Atelier voor restauratie en conservering van papier en perkament iDisfljConsult Documenten W acht Brieven Archieven Boeken Banden Kaarten Wandkaarten Prenten Grafiek Charters Zegels STERKEN ATELIER m Engelanderholt 3, 7361 CZ Beekbergen T. 055-5423147 F. 055-5430614 E.lnfo@sterken.nl Meer informatie op: www.sterken.nl isotron Het vervullen van (tijdelijke) vacatures op het gebied van DIV is een arbeidsintensieve en prijzige aangelegenheid. DisConsult neemt deze zorg van u over. Wij hebben ja renlange ervaring in het detacheren, werven en selecteren van gekwalificeerd en gemo tiveerd DIV-personeel. Detachering DisConsult heeft personeel in dienst - uitvoerend, staf en management - waarover u voor kortere of langere tijd kunt beschikken. Werving en selectie DisConsult beschikt over specialistische kennis voor werving en selectie en beschikt over een uitgebreid netwerk. Hierdoor kun nen wij snel en doeltreffend een kandidaat selecteren die past in het door u geschetste profiel. Meer weten? Als u meer wilt weten over onze diensten, belt u dan met DisConsult, telefoon 079 - 342 95 09. Wij kun nen u dan van alle informatie voorzien. DOCUMENT MANAGEMENT KENNIS MANAGEMENT i WORKFLOW MANAGEMENT DIOR-OPLEIDINGEN Cityhouse, Engelandlaan 174, 2711 DW Z0E1ERMEER, Telefoon 079 - 342 95 09, fax 079 - 342 59 46, www.discomulf.nl, e-mail: info@disconsult.nl Kerkelijke organisatie in het middeleeuwse bisdom Utrecht literatuur Kind van de toekomst. De wondere wereld van Otto van Eek (1780-1798) 41 tri H H Calamiteitenservice, zorg en beheëf DocumentenWacht is een service van restauratie atelier Sterken BV en gericht op schadepreventie. DocumentenWacht is de officiële dealer van Isotron Nederland BV voor de gehele Culturele en Administratieve sector in de Benelux en Duitsland. Jan Kuys Valkhof Pers, Nijmegen, 2004 ISBN 90-5625-170-8, 296 blz., 25,00 Dit boek beoogt de moderne opvolger te zijn van het bekende, uit 1951 daterende handboek van Nolet en Boeren, 'Kerkelijke instellingen in de middeleeuwen'. Een werk dat op zijn beurt teruggaat op een col legedictaat aan de vroegere Archiefschool in Den Haag. Ik moet zeggen dat het ook mij weer even terugbracht bij de tot stamp rijtjes voor het Archiefexamen verheven opsommingen uit de syllabi 'Geschiedenis van de kerkelijke instellingen', die in mijn studietijd inmiddels van de hand van Huib Leeuwenberg waren. Hoe dan ook, aan een dergelijk overzichtswerk bleef behoefte, getuige ook het feit dat relatief recent (1995) nog een fotografische herdruk van het verouderde werk van Nolet en Boeren verscheen. Het boek van Kuys gidst de lezer door de omvangrijke kerkelijke orga nisatie van het bisdom Utrecht vanaf de stichting in de vroege Middeleeuwen tot aan de invoering van de nieuwe bisdom men in Nederland vanaf 1559. Vertrek kend vanuit de parochie tot aan de pause lijke instellingen en rechten in het bisdom komen achtereenvolgens alle lagen van de kerkelijke organisatie aan de orde. Het negende en laatste hoofdstuk geeft een overzicht van de kloosterorden die in het bisdom voorkwamen. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van de belangrijkste recente literatuur en het boek als geheel met een zaakregister. De bijlagen bevatten overzichten van de Utrechtse bis schoppen (ca. 777-1559), de seculiere kapittels in het bisdom en de stadia in het kanonikaat bij het kapittel van Oud munster. Het boek is een naslagwerk met overzichtelijke, beknopte informatie en literatuur over een bepaald aspect van de middeleeuwse kerkelijke organisatie van het bisdom Utrecht. In vergelijking met het werk van Nolet en Boeren weidt Kuys weinig uit en behandelt hij, getrouw aan de titel, beknopt de historische ontwikke ling, inhoudelijke kenmerken en termino logie van de diverse onderdelen. In het manco van het ontbre ken van een kaart bij No let en Boeren is in het werk van Kuys voorzien. Anderzijds is het jammer dat het boek beperkt is tot het geografi sche kader van het Utrechtse bisdom, waardoor geen recht gedaan wordt aan het gehele gebied van het huidige Nederland. Inderdaad: dat is een ander, en ingewikkeld, verhaal en daar hadden we dan ook weer lang op moeten wachten. Voor degene die zich daar aan waagt, ligt er in ieder geval een nuttig voorbeeld. (JB) jan Kuys KERKELIJKE m hei middeleeuwse bisdom Utrecht Arianne Baggerman en Rudolf Dekker Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2005 ISBN 90-284-2083-5, 624 blz., 27,50 Iedereen die zich wel eens met familie archieven heeft beziggehouden weet dat die archieven alleraardigste en verrassende stukken kunnen bevatten. Archivalia die een inkijkje geven in het leven van onze voorouders. Je komt zo echt 'in gesprek met de vorigen' (om Menno ter Braak te citeren). Egodocumenten (brieven, dagboeken, memoires) vormen fascinerende lectuur. Arianne Baggerman en Rudolf Dekker, bei den verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, hebben hun sporen verdiend op het terrein van onderzoek naar historische egodocumenten. In 1998 publiceerden zij het dagboek dat Otto van Eek van 1791 tot 1797 bijhield. Dit dagboek, eigenlijk een verzameling schriftjes, berust in het familie archief Van Eek in het Gelders Archief. Nu hadden Baggerman en Dekker de goede gedachte dat dagboek als uitgangspunt te nemen voor een brede beschrijving van de dagboekanier, zijn tijd en zijn omgeving. We kijken in deze publicatie als het ware door de ogen van Otto van Eek naar diens tijd. Wie was de auteur? Otto van Eek was de jonggestorven zoon van de regent Lambert van Eek en diens vrouw Charlotte Amélie Vockestaert. Zij woonden op hun buiten De Ruit aan de Vliet, tussen Delft en Den Haag. Vader Van Eek was een gematigd patriot en goed bevriend met zijn zwager Pieter Paulus, de uit Zeeland afkomstige Patriotse voorman. Paulus was de lievelingsoom van de kleine Otto. Dagboekhouden deed Otto niet uit zichzelf, maar op instigatie van zijn ouders. Zij lazen de aantekeningen van hun zoon en beschouwden die als een soort pedagogisch hulpmiddel. Otto had niet altijd zin in schrijven en onttrok zich regel matig aan zijn taak. Maar met wat hij geschreven heeft kun je bij nauwkeurige lezing de context reconstrueren. Daarom gaat het omvangrijke boek van Baggerman en Dekker over heel veel: over Patriotten en pedagogie, over lezen en tuinieren, over de maakbaarheid van mens en samenleving (in dit PvdA-ideaal geloofden ook Lambert van Eek en zijn geestverwanten), over tijdsbe wustzijn en fysico-theologie. Met Otto liep het zoals we zagen slecht af: hij stierf op zeventienjarige leeftijd aan de tbc. En ook zijn vader was weinig gelukkig: in 1798 korte tijd gevangen gezet door radicale Patriotten overleed hij in 1803, eveneens aan tbc. Oom Pieter Paulus was al in 1796 op 43-jarige leeftijd overleden. Baggerman en Dekker hebben met Kind van de toekomst een interessant en important boek geschreven dat ons inzicht verschaft in leven en denken in de tijd van de Nederlandse Verlichting, een tijdperk dat voor de vorming van het moderne Nederland van groot belang is geweest. Ik heb slechts één klein kritiekpunt. De gebruikte literatuur en bronnen zitten in dit boek verstopt in het notenapparaat. Je ziet dat tegenwoordig steeds meer, maar ik vind dat erg onhandig als je - snel - bronnen en literatuur wil nazien. Dus a.u.b. voortaan weer gewoon lijsten van geraadpleegde bronnen en literatuur achterin het boek. (PS) september 2005 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 20