audiovisueel
audiovisueel
Bert Haanstra kwam ter wereld in het
Overijsselse Holten op 31 mei 1916.
Enkele maanden later verhuisde het
gezin naar Goor. Hier werd vader
Haanstra hoofd van een lagere school.
De jonge Haanstra ging naar de mulo in
Goor en vervolgens, net als zijn broers,
naar de Rijkskweekschool voor Onder
wijzers te Hengelo. Hij verliet de kweek
school na twee jaar en ging in de leer bij
fotograaf J.G. Staal te
Hengelo. Het ging hem
hier allemaal te traag. In
1934 vertrok hij naar
Amsterdam, waar hij in de
loop van de volgende
jaren als fotograaf actief
was bij diverse persbu
reaus. Tijdens de oorlogs
jaren werkte hij als foto
graaf bij het Gemeentelijk
Energie Bedrijf en volgde
hij avondlessen aan de
Rijksacademie voor Beel
dende Kunsten. Via deze
weg hoopte Haanstra het
filmvak in te rollen. Sinds
zijn twaalfde jaar had dit
zijn grote belangstelling.
film 'Fanfare' (1958) voor een gigantisch
commercieel succes. Er volgden in de
twee decennnia daarna nog vele andere
filmsuccessen. In 1980 kreeg Haanstra,
tijdens het filmfestival in Cork, een hart
aanval. Hij was toen 64 jaar en ging het
rustiger aan doen. Tekenen werd zijn
tweede passie. Hij maakte portretten van
vrienden en bekenden, die werden
gebundeld in een boek. In 1983 ging hij
toch weer filmen. Een echte speelfilm
zou hij echter niet meer maken.
In 1996 verscheen een biografie over Bert
Haanstra van de hand van Jo Daems,
waaraan Haanstra zelf nog zijn volle
medewerking verleende. Haanstra ont
ving in Nederland voor zijn werk onder
andere de Zilveren Roos van de
Nederlandse Bioscoopbond, de oeuvre-
Kort na de oorlog
deed hij zijn eerste profes
sionele filmervaring op
met camerawerk voor
'Myrte en de demonen'
(1948) van regisseur Paul
Bruno Schreiber. Zijn eer
ste eigen, korte film maak
te hij in het jaar daarna:
'De Muiderkring herleeft'.
Zijn volgende film, 'Spiegel
van Holland' (1950), viel meteen in de
prijzen in Cannes. Haanstra's naam was
gevestigd. Internationale aandacht en
waardering kreeg hij vervolgens met een
aantal films die hij voor Shell vervaardig
de. In Nederland zorgde zijn eerste speel-
prijs van de Stichting Nederlands Fonds
voor de Film en het Gouden Kalf. Hij was
koninklijk onderscheiden als Officier in
de Orde van Oranje Nassau en drager van
het Verzetskruis. Bert Haanstra overleed
in oktober 1997 op 81-jarige leeftijd.
Haanstra werd, zoals gezegd,
beroemd met films als 'Fanfare' (1958),
'Glas' (1958), 'Alleman' (1963), 'De stem
van het water' (1966) en 'Bij de beesten
af' (1972). Hij gold als een van de belang
rijkste documentairefilmers van Neder
land. Zijn werk werd meerdere malen
bekroond, onder andere met een Oscar
en grote prijzen op de festivals van
Cannes en Berlijn. Het archief bevat een
schat aan informatie over Haanstra, die
vrijwel alle documenten over zijn veer
tigjarige filmcarrière heeft bewaard.
Naast meer dan honderd internationale
filmprijzen bevat het archief complete
scenario's, duizenden foto's en corres
pondentie met collega's, vrienden en
bekende Nederlanders, onder wie Simon
Carmiggelt en Anton Koolhaas.
Het belang van het archief voor het
onderzoek naar Haanstra's werk is groot,
omdat hiermee het ontstaan van zijn
films nauwkeurig kan worden gerecon
strueerd. Alle fasen van de productie -
van het eerste idee tot en met de verkoop
aan het buitenland - zijn systematisch
gedocumenteerd. Zo zal het archief ein
delijk helderheid verschaffen omtrent de
vraag waarom het de Brit Paul Rotha was
die in 1962 de verzetsfilm 'De overval'
regisseerde, en niet Haanstra, die de film
voorbereid had en in eerste instantie zelf
zou regisseren. Het archief bevat verder
duizenden foto's, waaronder een aan
zienlijk aantal door Haanstra zelf in de
jaren dertig en veertig van de vorige
eeuw gemaakt.
Het archief kwam het Filmmuseum
binnen in 53 verhuisdozen. In juni 2004
is een eerste inventarisatie gemaakt van
de inhoud. Het gehele archief bleek grof
weg te bestaan uit 74 archiefdozen, 76
mappen, zeven ordners en 44 losse stuk
ken. Daarnaast negen verhuisdozen met
foto's, zes met prijzen, vier met diverse
losse stukken en drie gevuld met boeken.
Op 19 oktober 2004 is een aanvang
gemaakt met de echte inventarisatie van
het archief en op vrijdag 15 april 2005 is
het laatste stuk verwerkt.
De inventaris is verdeeld in zes rubrie
ken. De eerste en belangrijkste rubriek is
Projecten. Als eerste omvat deze stukken
over de films die Haanstra zélf heeft
gemaakt als producent, regisseur en
cameraman. Het zijn de 31 producties
die doorgaans als de werken van
Haanstra worden gezien. Zijn totale oeu
vre dus. Daarna volgen de films waaraan
hij heeft meegewerkt, bijvoorbeeld als
cameraman, films en televisieprogram
ma's die hij geproduceerd heeft en door
anderen werden geregisseerd, verder de
televisieprogramma's waaraan hij
'slechts' zijn medewerking heeft verleend
en tot slot projecten die nooit zijn uitge
voerd, althans niet door Bert Haanstra.
Bij deze dossiers is grofweg de indeling
gehandhaafd zoals die werd aangetrof
fen. Zo is de correspondentie inzake een
bepaald project ook ondergebracht bij
dat project. Ook werden her en der in het
archief aangetroffen losse stukken toege
voegd.
In de rubriek Correspondentie is de alge
mene correspondentie ondergebracht die
niet specifiek over één project gaat. De
verdeling over de jaren is soms enigszins
vreemd, maar het is de neerslag van de in
het archief aangetroffen dozen en ord-
ners. In latere jaren is de ordening hel
derder en overzichtelijker geworden,
zoals blijkt uit de stukken. Deze twee
rubrieken vormen het belangrijkste deel
van het archief.
In de rubriek Publicaties zijn vooral de
gedrukte stukken opgenomen, zoals
krantenknipsels, artikelen uit tijdschrif
ten en boeken. Het betreft hierbij alleen
die stukken, die over meerdere films
gaan. Publicaties over één bepaalde film
zijn te vinden in het betreffende dossier.
De rubriek Privé is voor de beeldvorming
van de persoon Haanstra zeer belangrijk.
Tot slot volgen nog de rubrieken
Oorkondes en Foto's en Negatieven die
omwille van hun formaat of soort fysiek
achter in de lijst staan, maar die feitelijk
bij een bepaalde film of project horen.
Daarom is bij elke titel, waarbij dit van
toepassing is, een verwijzing gemaakt.
Ook voor de overzichtelijkheid zijn de
oorkondes bij elkaar geplaatst. Foto's en
negatieven zullen op termijn uit het
archief worden gehaald en overgedragen
aan de fotocollectie van het Film
museum. Met een aantal los aangetroffen
foto's is dat al gebeurd. Ook de in het
archief aangetroffen affiches zijn inmid
dels overgedragen aan de Affichecollectie
van het Filmmuseum.
Filmonderzoeker Hans Schoots is
inmiddels begonnen aan een (nieuwe)
biografie van Bert Haanstra. Hans
Schoots schreef eerder een biografie van
Joris Ivens, 'Gevaarlijk leven'. Voor
Schoots was de donatie van Haanstra's
archief aan het Filmmuseum van door
slaggevend belang. Zonder toegang tot
dit archief zou hij geen goede biografie
van Haanstra kunnen schrijven.
12
13
■ia&akMLiia
Archief Bert Haanstra nmr Filmmuseum Amsterdam
Door Harry Strijkers*
Eind vorig jaar schonk de familie Haanstra
het omvangrijke papieren archief van de
bekende Nederlandse filmmaker Bert
Haanstra (1916-1997) aan het Filmmuseum
te Amsterdam. Hiermee verwierf het
Filmmuseum een van de interessantste
papieren archieven op het gebied van de
Nederlandse cinema.
Filmsuccessen
FANFARE
m
Affiche voor Fanfare uit 1958. Ontwerp:Jan van Keulen.
Collectie Filmmuseum.
Oscar
Inventaris
Enkele dozen uit het Archief Bert Haanstra. Foto
Raimond Wouda, 2004. Collectie Filmmuseum.
-
cinema
Bert Haanstra en Nita Haanstra met de Oscar voor 'Glas'
uit 1958. Collectie Filmmuseum.
Biograaf
Raadpleging
Bezoekers die het Archief Bert Haanstra
willen raadplegen kunnen de inventaris
in het informatiecentrum van het
Filmmuseum opvragen. Het archief is
volledig openbaar. Op aanvraag kunnen
delen van het archief geraadpleegd
worden. Het bezoekadres is:
informatiecentrum, Vondelstraat 69-71,
Amsterdam. De openingstijden zijn:
maandag t/m vrijdag van 13.00-17.00
uur. Info: tel. (020) 589 14 35 (dinsdag
t/m donderdag 10.00-12.00 uur of
info@filmmuseum.nl.
Harry Strijkers is redacteur van het Archievenblad.
archievenblad
juni 2005
juni 2005
archievenblad