de praktijk
De verdere ontwikkeling van de site
kost veel geld. DIVA, een van de initia
tiefnemers van De WoonOmgeving,
heeft de afgelopen periode hard gewerkt
om het geld voor de doorontwikkeling
van de site bij elkaar te krijgen. Het
ministerie van OCW heeft inmiddels
subsidie voor de periode 2005-2008 toe
gekend voor het verder ontwikkelen van
de website tot een daadwerkelijke digita
le infrastructuur voor de erfgoedsector.
Om dit mogelijk te maken is er een kwar
tiermaker aangesteld in de persoon van
Roelof Hol, oud-rijksarchivaris in Noord-
Holland.
In januari 2005 vond een bijeenkomst
van de deelnemers aan De Woon
Omgeving plaats. De uitkomsten daar
van vormden de rode draad voor de ont
wikkelingen van de afgelopen maanden.
Om het draagvlak in het Nederlands
archiefwezen voor de verdere ontwikke
ling van De WoonOmgeving vorm te
geven is mede op advies van het gebrui
kersoverleg (januari 2005) in maart een
beheergroep ingesteld. Hierin hebben
deskundigen zitting van de regionale his
torische centra Tresoar (Frank Bosmans),
Zeeuws Archief (Roelof Koops), RHC
Eindhoven (Virginie Mes), Fryske
Akademie (Sander Strating) en DIVA
(Frans Hoving). Namens De Woon
Omgeving zijn Roelof Hol (kwartierma
ker) en Leila Liberge (de nieuwe content
manager) vertegenwoordigd. De Konink
lijke Bibliotheek heeft op ad-hocbasis
deskundige inbreng toegezegd.
Belangrijkste taak van de beheergroep is
het formuleren van de toekomstige doel
stelling voor De WoonOmgeving in rela
tie tot de wensen van het Nederlands
archiefwezen en het Kadaster.
Een eerste wapenfeit van de beheer
groep is de aanstelling van een nieuwe
content manager, Leila Liberge. Zij is in
het verleden betrokken geweest bij het
ontwikkelen van postdoctorale leermo
dules voor internetonderwijs binnen de
Universiteit van Amsterdam. Daarnaast
heeft zij meegewerkt aan het ontsluiten
en digitaliseren van de bijzondere collec
ties van de Universiteitsbibliotheek
Amsterdam in het kader van het project
'Het geheugen van Nederland'. De com
binatie van internet en historie maakt
dat zij het interessant vond om voor De
WoonOmgeving te gaan werken. Zij ziet
het als een uitdaging om De Woon
Omgeving hét platform te maken waar
zowel de geïnteresseerde leek als de pro
fessional, op een toegankelijke manier
geografische historische informatie kan
vinden. In de praktijk vormt zij het aan
spreekpunt voor De WoonOmgeving, of
het nou gaat om vragen over de werking
van de site of vragen van een instelling
die geïnteresseerd is in het koppelen van
informatie aan www.dewoonomgeving.nl.
De beheergroep heeft zich gebogen
over de doorontwikkeling van De
WoonOmgeving. Vast is komen te staan
dat www.dewoonomgeving.nl een GIS-
site moet worden om de geografisch-his-
torische informatie die de site biedt mak
kelijk toegankelijk te maken. GIS staat
voor Geografisch Informatie Systeem.
Met een GIS-appiicatie is het mogelijk
geografische informatie, dus informatie
die gerelateerd kan worden aan een plek
op een landkaart, te koppelen aan deze
kaart. Dit kan gedaan worden met
behulp van bijvoorbeeld een x- en een y-
coördinaat of een postcode. Voor De
WoonOmgeving betekent dit dat de site
niet langer alleen plaatjes biedt van de
kadastrale kaart van 1832 met daarnaast
losstaande projecten waarbij lokale histo
rische data worden aangeboden. De web
site zal een geïntegreerd geheel worden,
waarbij historische data met één klik op
kaart toegankelijk worden. De kaart van
1832 vormt daarbij de toegang tot de
geografisch-historische data. Voor de
herkenbaarheid vormt de huidige kaart
van Nederland daarnaast een tweede toe
gang.
Voor het omvormen van www.dewoon-
omgeving.nl tot een GIS-site is het een
voorwaarde dat de kaart van 1832 gevec-
toriseerd wordt. Dit houdt in dat de
minuutplans en verzamelplans waaruit
de kaart van 1832 is opgebouwd worden
omgezet tot een digitale vectorkaart.
Deze kaart is opgebouwd uit punten, lij
nen en vlakken. De informatie wordt per
soort opgeslagen in verschillende kaartla-
gen. Eén kaartlaag bevat bijvoorbeeld alle
rivieren, een volgende alle wegen, weer
een volgende de bebouwing, etc. Deze
kaartlagen kunnen uiteindelijk apart van
elkaar zichtbaar gemaakt worden. Het
vectoriseren van de kaart van 1832 is een
enorme klus. Voor een groot deel van
Nederland is deze klus inmiddels
geklaard. De Fryske Akademy heeft daar
bij binnen de pilot Friesland goede erva
ringen opgedaan met het uitbesteden
van een deel van het werk naar het bui
tenland. De resultaten daarvan kunt u
online bekijken (www.historischgisfrys-
lan.nl). Op andere plekken in Nederland
wordt door vrijwilligers nog hard
gewerkt aan het vectoriseren. DIVA en De
WoonOmgeving zullen de komende tijd
een actief stimulerende en faciliterende
rol vervullen op dit gebied. Als eerste
product daartoe is een handleiding vec
toriseren online geplaatst op de website
van DIVA (www.divakoepel.nl).
Zoals gezegd kan er regionale en
lokale historische informatie aan de kaart
van 1832 gekoppeld worden wanneer
deze gevectoriseerd is. Het soort informa
tie dat gekoppeld kan worden is zeer
gevarieerd. Voorbeelden hiervan zijn nu
al te zien op www.dewoonomgeving.nl.
Het gaat hierbij om RAF-foto's uit de
24
De WoonQmgeving.nl
Tweede Wereldoorlog of bijvoorbeeld een ecolo
gische reconstructie van het landschap in
Heino. Om de informatie te kunnen koppelen
moet deze aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Dit kan inhouden dat foto's moeten worden
opgeslagen in een bepaald bestandsformaat of
dat informatie moet worden opgenomen in een
database om deze te kunnen koppelen. Een
voorbeeld van informatie die zonder meer voor
koppeling in aanmerking komt en daarvoor in
een database moet worden opgenomen is de
informatie uit de kadastrale administratie die
hoort bij de kaart van 1832. Deze informatie is
opgeslagen in boeken met tabellen, de zoge
naamde Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels
(OAT's). Het gaat hierbij om informatie over wie
de eigenaar van een perceel was en hoeveel de
waarde van het perceel bedroeg. Op basis van
deze administratie werd er belasting geheven.
Om deze informatie met een klik op de kaart
zichtbaar te maken moet de informatie uit de
OAT's overgenomen worden in een digitale
database. Deze database OAT's kan dan gekop
peld worden aan de kaart. Dit proces wordt
'georefereren' genoemd. Om het proces van het
koppelen van historische informatie te verge
makkelijken wordt er op dit moment, naast de
handleiding vectoriseren, gewerkt aan handlei
dingen voor het koppelen van historische infor
matie. Prioriteit wordt daarbij gegeven aan de
handleiding georefereren en databases OAT's
maken omdat daar de meeste behoefte aan is.
De website biedt straks gebruikers en aan
bieders van geografische historische informatie
een landelijke infrastructuur. Dit houdt in dat
gebruikers, zowel professionals als liefhebbers,
via een centrale site toegang hebben tot allerlei
historische informatie over praktisch alle plek
ken in Nederland. Voor instellingen die regiona
le en lokale historisch-geografische informatie
aan willen bieden vormt de site een landelijke
toegang tot die informatie. De WoonOmgeving
zal zorg dragen voor het onderhoud en de conti
nuïteit van de centrale infrastructuur. Deze
bestaat uit de kadastrale kaart van 1832, de daar
bij behorende kadastrale administratie en de
huidige kaart van Nederland. Daarnaast worden
technische handleidingen en andere instructie
ve producten ontwikkeld en aangeboden.
Aanbieders van aanvullende lokale historische
data blijven 'eigenaar' van hun informatie en
dragen daar ook zorg voor. Mocht er op dit vlak
bij aanbieders van regionale en lokale histori
sche informatie behoefte zijn aan extra onder
steuning, dan kunnen zij deze bij De
WoonOmgeving betrekken in de vorm van extra
diensten.
Zover is het echter nog niet. Om door te
kunnen ontwikkelen moet de basis goed zijn.
Daarom wordt nu een tweesporentraject
gevolgd waarbij enerzijds de huidige site vervol
maakt wordt en anderzijds de eerste stappen
worden gezet naar de toekomst. In praktijk bete
kent dit dat er hard wordt gewerkt aan het
online brengen van de laatste ontbrekende
scans van minuutplans en OAT's en aan de cor
rectie van fouten. Ook de laatste projecten waar
bij lokale historische informatie is gekoppeld
aan de kaart van 1832 worden afgerond. Deze
zomer moet dit gedeelte afgerond zijn.
Daarnaast wordt er gewerkt aan een ontwerp
van de nieuwe site. Een functioneel model zal
worden opgesteld. Om structureel draagvlak
binnen het Nederlands archiefwezen te realise
ren zal dit model in de loop van 2005 aan
betrokken instellingen en deskundigen binnen
de groep van de zogenaamde 25+-instellingen
worden voorgelegd. Ook wordt er natuurlijk
gewerkt aan handleidingen en richtlijnen om
handvatten te bieden bij het online brengen van
lokale geografisch-historische informatie in de
toekomst.
De DIVERSA (het magazine van DIVA) van juni
is geheel gewijd aan De WoonOmgeving.
Hierin is onder andere een artikel over de bui
tenlandse ervaringen van de Fryske Akademy
te vinden en een interview met Roelof Hol en
Leila Liberge. De DIVERSA is gratis aan te vra
gen via DIVA, diva@divakoepel.nl.
Wie niet kan wachten, kan vragen voorleggen
aan Leila Liberge (lliberge@divakoepel.nl) of
Roelof Hol (roelof.hol@nationaalarchief.nl).
Uw bijdrage aan de verdere ontwikkeling
wordt op prijs gesteld!
?=£s=55
lilii" Tl
De WoonOmgeving vooruit!
Door Roelof Hol en Leila Liberge*
In september 2003 is De WoonOmgeving
met veel publiciteit gepresenteerd. Op
www.dewoonomgeving.nl is de eerste gede
tailleerde kaart van Nederland in digitale
vorm te vinden. Het gaat hier om de kada
strale kaart van 1832, met de daarbij beho
rende kadastrale administratie. Daarnaast
zijn er de resultaten te zien van een aantal
projecten waarbij lokale historische informa
tie is gekoppeld aan de kaart van 1832. De
laatste tijd is het wat stiller geweest rond
De WoonOmgeving. Een goede reden om
eens te kijken hoe het ervoor staat.
C&'j
Veere
Landelijke beheergroep ingesteld
Een nieuwe content manager
Hoe gaat De WoonOmgeving eruitzien?
Voorwaarden voor een GIS-site
Het koppelen van regionale en lokale histori
sche informatie
archievenblad
juni 2005
Nederland zoals het was
Wat biedt www.dewoonomgeving.nl straks?
Wat gaan we nu eerst doen?
Meer weten?
Roelof Hol is kwartiermaker voor een digitale infrastructuur
voor de erfgoedsector, Leila Liberge is content manager van
De WoonOmgeving.
juni 2005
archievenblad