c e n s i e s Handleiding architectuurarchieven. Inventarisatie The Future Digital Heritage Space; An Expedition Report Core Technologies for the Cultural and Scientific Heritage Sector literatuur 34 literatuur Een man van eer. Bloemlezing uit Jancko Douwama's geschriften 35 Veerle de Houwer e.a. Centrum Vlaamse Architectuurarchieven, Antwerpen, 2004 ISBN 90-807787-96, 156 blz., 20,00 Het Centrum voor Vlaamse Architec tuurgeschiedenis doet een gouden greep met deze publicatie. Voor het eerst in het Nederlandse taalgebied wordt uitvoerig ingegaan op het bewaren, ordenen en beschrijven van architectuurarchieven. Ondanks het feit dat we in Nederland al langer enkele categoriale instellingen heb ben die dit soort archieven verzamelen, is zo'n handleiding er nooit van gekomen. Terwijl er, denk ik, zeker behoefte aan is. Architectuurarchieven vragen om een gerichte behandeling. In dit soort archie ven vragen de vele soorten afmetingen en diversiteit van de informatiedragers om uitgekiende oplossingen voor zowel de materiële verzorging, conservering en opslag, als voor het beschrijven van pro jectdossiers. Het voor archiefkringen bui tengewoon fraai vormgegeven boek (in architectuurkringen is men al geruime tijd bereid voor de kunstzinnige vormgeving van dit soort zaken wat extra geld uit te trekken) behandelt inderdaad het hele tra ject van de verwerving, het onderzoek naar de archiefvormer en de structuur van het archief, de ordening, het beschrijven en de selectie en opslag. Op beide laatste onderdelen wordt echter niet de nadruk gelegd. Het Centrum Vlaamse Architec tuurarchieven heeft nog twee vervolgpu- blicaties gepland over het bewaren en de beschikbaarstelling. De handleiding verstaat de kunst om in duidelijke taal te vertellen wat architec tuurarchieven zijn. Duidelijk, omdat alleen de hoofdzaken aan bod komen, dat wat elke geïnteresseerde in architectuurge schiedenis, zowel de professional als ama teur, in eerste aanleg erover moet weten. Duidelijke verwijzingen naar websites en literatuur geven alle informatie die nodig is om de theorie op hoofdlijnen te verdie pen of na te slaan. Soms is dat misschien wel een nadeel als er geen pc bij de hand is. Als je een model voor een schenkings overeenkomst wilt zoeken, word je verwe zen naar de website van het Nederlandse Nationaal Archief en dan kun je downlo aden en aanpassen. Bij inventarisatie wordt echter aan de hand van de bewer king van twee proefarchieven wel een model-archiefschema gegeven en de uit leg voor het beschrijven gaat gelukkig uit van de ISAD(G)-richtlijn, vergezeld van voorbeelden van de verschillende beschrijvingsni veaus uit de twee proefarchieven. Een pragmatische oplossing is de greep van termen die nodig zijn voor de beschrij ving van de stuk ken uit de projectdossiers uit de Art Architecture Thesaurus van de Amerikaanse Getty Foundation. Deze is naar aanleiding van het project in een samenwerking van de Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist tussen 1995 en 2002 (in een proef versie) vertaald. De handleiding lijkt me een goed voor beeld voor een aanpak van andersoortige categoriale archieven. Jammer alleen dat de verwijzingen naar instellingen, biblio theken, bibliografieën en websites vooral op het Vlaamse deel van het Nederlandse taalgebied gericht zijn. Met een kleine moeite en even wat informatie over de grens halen, had de gids meteen geschikt kunnen zijn voor het gehele Nederlandse taalgebied. Nu wordt er alleen op de laat ste redactionele bladzijde naar de contact adressen in Nederland verwezen. Roelof Braad DigiCULT Thematic Issue 7, 2004 Guntram Geser en John Pereira (eds.) ISBN 3-902448-04-0 DigiCULT Technology Watch Report 3, January 2003 Seamus Ross et.al. ISBN 92-894-5277-3 Beide rapporten zijn gratis beschikbaar via: www.digicult.info/. De laatste Thematic Issue uit de serie DigiCULT-rapporten die onlangs ver scheen, biedt de toekomstvisie op het digitaal erfgoed naar aanleiding van een forumdiscussie tussen experts uit heel Europa. Daarnaast heeft DigiCULT ook een derde Technology Watch Report (TWR3) gepubliceerd, waarin zes belang rijke technologische ontwikkelingen voor digitaal cultureel erfgoed worden uitgelegd en besproken. Het Europese DigiCULT project wordt met deze twee rapporten afgesloten. Het TWR3 is een echte aanrader voor die gene die daadwerkelijk met de technolo gie te maken heeft. In het rapport komen archievenblad april 2003 zes belangrijke technologieën aan de orde waarvan Open Source Software en Information Retrieval de twee belangrijkste zijn. Met beide technologieën heeft een archiefdienst snel te maken. In het rap port wordt helder en beknopt uitgelegd wat de technologie behelst, wat de voor- en nadelen zijn, wat de relatie is met cul tureel erfgoed en worden enkele voor beelden gegeven. Het andere hier besproken DigiCULT-rap- port is nummer zeven in een reeks. Eerder verscheen bijvoorbeeld een rapport over het Semantic Webde nieuwe technologie waarmee bijvoorbeeld metadata via inter net kunnen worden gepubliceerd. Elk rap port in deze reeks is gebaseerd op discus sies tussen experts uit heel Europa. Ook worden praktische voorbeeldprojecten aangehaald. Het laatste deel richt zich op de toekomstige ontwikkelingen. Tientallen deskundigen hebben in een digitaal forum gediscussieerd over de ontwikkelingen die men in de toekomst verwacht. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen ver schillende horizons (tot uiterlijk 2015) en tussen verschillende thema's. De inleiding geeft de context aan waarin het rapport moet worden gelezen. Het rap port is niet bedoeld voor andere deskundi gen, maar om directies handvatten te geven om de juiste route uit te zetten naar een betere digitale toegankelijkheid van cultureel erfgoed. Het rapport sluit aan bij de visie van de Europese Unie van Ambient Intelligence, de visie dat we in de toekomst door apparaten worden omgeven waar mee we makkelijk kunnen communiceren en die ons ondersteunen bij allerlei taken. De Europese Unie stimuleert onderzoek op dit gebied in het subsidieprogramma 6th Framework en zal dat naar verwachting ook in het 7th Framework blijven doen. Voor cultureel erfgoed betekent dat dat de informatie over en de beleving van cultu reel erfgoed op elk moment op elke plaats mogelijk moet zijn. Daarbij kan bijvoor beeld gedacht worden aan het verstrekken van informatie via mobiele telefoons. Het rapport bespreekt verschillende technolo gische ontwikkelingen, variërend van het digitaal vastleggen van kennis over cultu reel erfgoed, het gebruiken van de context van de gebruiker (bijvoorbeeld waar hij zich bevindt), interactie met het cultureel erfgoed en virtual reality (hoe mooi zou het zijn als je de Nachtwacht eens - virtueel - kon voelen met je vingers?), tot digitale duurzaamheid. Na de bespreking van deze thema's komt de aap uit de mouw. Enkele experts benadrukken dat de ontwikkeling van deze mogelijkheden voor een belang rijk deel af zal hangen van de personele capaciteit en vaardigheden bij de individu ele erfgoedinstellingen en de samenwer king tussen erfgoedinstellingen. En van de beschikbaarheid van geld natuurlijk. Conclusies en aanbevelingen liggen voor de hand: creëer de gelegenheid voor dis cussie over en experimenten met nieuwe manieren om cultureel erfgoed digitaal onder de aandacht te brengen. Daarnaast worden erfgoedinstellingen opgeroepen er door samenwerkingsverbanden voor te zorgen dat ze de boot niet missen. Zowel de grote als de kleine erfgoedin stelling moet zélf kennis en vaardighe den in huis hebben over informatisering, al was het maar om leveranciers te kun nen beoordelen. Samenwerking en oplei ding spelen daarbij een belangrijke rol. De door DigiCULT gepubliceerde Technology Watch Reports zijn daarvoor een goed startpunt. Ivo Zandhuis Signalementen door Roelof Braad en Harry Strijkers. Uit het Nederduits vertaald, van een inleiding voorzien en geannoteerd door Martha Kist en Harmen Wind Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2003 ISBN 90-6550-769-8, 238 blz., 20,00 De Friese edelman Jancko Douwama (ca. 1482-1533) werd zonder proces in 1523 in het dwangslot Vilvoorde bij Brussel gevangengezet. Hij was volgens zijn tegen standers in de keizerlijke raad onbetrouw baar en had de keizer verraden. Tien jaar heeft hij ontberingen en martelingen door staan. In meerdere alleen nog in afschrift bewaard gebleven geschriften, de originelen waren via het secreet naar buiten gesmok keld en te dateren tot 1529, beschrijft hij de strijd voor het zelfbeschikkingsrecht van de Friezen en weerlegt hij de beschuldigingen van zijn tegenstanders. In de laatste epistels - vier jaar voor zijn dood - neemt hij afscheid van zijn vrouw en kinderen. Het lijvigste van de geschriften, het 'Boek der partijen', beslaat 438 gedrukte pagina's. In 1849 zijn alle teksten door het Fries Genootschap - enigszins samengevat - in druk uitgegeven (730 blz.). Omdat een hedendaagse Nederlandse vertaling zeker een duizend pagina's zou gaan beslaan en om de geschriften, die van enorm belang zijn voor de Friese geschiedenis, toeganke lijk te maken voor de moderne lezer, heb ben de auteurs - respectievelijk historicus en literator - besloten tot de uitgave van een in hedendaags Nederlands vertaalde bloemle- fmMAN.VVU4 zing uit de omvang rijke tekst. Deze is voorzien van een inleiding met een bio grafie van Jancko Douwama, een uit eenzetting van de betekenis van zijn werk voor de Friese historiografie en een verhandeling over de teksten zelf en de daarin gebezigde taal en stijl. De verhaallijn wordt in stand gehouden door middel van korte samenvattingen tussen de geciteerde, vertaal de tekstdelen, keurig verantwoord in de inlei ding. In voetnoten worden verhelderende toelichtingen en verwijzingen gegeven. De bloemlezing geeft in heldere bewoordingen de gepassioneerde bevindingen weer van de begin zestiende-eeuwse Jancko Douwama over de Friese identiteit en geschiedenis. (RB) april 2005 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 17