NIEUWE LICHTING archiefopleiding Archief school archiefopleiding NEDERLANDS INSTITUUT VOOR ARCHIEFONDERWIJS EN -ONDERZOEK archivarissen Door Marieke de Haan* In 2004 zijn twaalf archivarissen afgestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. Negen zwaai den af met de diploma's Informatiedienst verlening en -management en Archivistiek B. Drie mensen sloten met succes de doctoraal opleiding Archiefwetenschap af, waarvan twee ook het diploma Archivistiek A behaal den. Hieronder komen de afstudeerprojecten in het kort over het voetlicht. Bent u benieuwd naar de opzet en inrichting van de opleiding, komt u dan naar het con gres 'Opleiding en beroep' dat de Archiefschool op 25 mei houdt. Meer infor matie vindt u op www.archiefschool.nl. Het waarborgen van de kwaliteit van het archief in een decentrale zorgorganisatie Rianne Feld (r.feld@wilgaerden.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Om de kwaliteit van het archief van Stichting Woonzorggroep Wilgaerden te waarborgen is een aantal producten ontwik keld, waaronder een archiefindeling, een handleiding, de beheersregels en een lijst met bewaartermijnen. Door het kwaliteitshuis (INK-model) toe te passen zijn de producten afgestemd op de organisatie. De organisatie structuur en -cultuur zijn onderzocht. Vervolgens is het begrip kwaliteit gedefi nieerd. Hierna is vastgesteld hoe het archief kan aansluiten bij de specifieke kenmerken van de organisatie en bij de wensen van de medewerkers. Door beheersregels op te stel len werd het archiefbeheer - voor papieren en digitale documenten - in de organisatie verbeterd. Het archiefbeheer) is in de werk processen opgenomen, waarbij de betrokken heid van de medewerkers van doorslagge vend belang is geweest. Op basis van dit onderzoek is een archiefhandreiking opge steld voor gedecentraliseerde zorginstellin gen. Audiovisuele, bibliothecaire en docu mentaire collecties in een Regionaal Historisch Centrum Frieke Hazendonk (frieke.hazendonk@tilburg.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Wat is de rol en de plaats van audiovisu ele, bibliothecaire en documentaire collecties in de bedrijfsvoering van een Regionaal Historisch Centrum? Regionaal Historische Centra hebben drie argumenten om de aandacht voor en investe ring in deze collecties te verantwoorden. De collecties of gedeelten daarvan kunnen in sommige gevallen als archivistisch bestem peld worden, waaruit de verplichting tot beheer, behoud en dienstverlening volgt. Vervolgens zijn collecties 'procesgebonden' voor wat betreft het werkproces dienstverle ning in een RHC. Zij zijn noodzakelijk voor het kunnen realiseren van de missie en het uitvoeren van een deel van de taken. Ten derde zijn collecties even belangrijk als archieven met betrekking tot een bredere cul turele taak van een RHC, namelijk het stimu leren van lokale historie. Het tweede deel van de scriptie bestaat uit de resultaten van een vergelijkend onderzoek bij de Regionale Historische Centra Tilburg en Bergen op Zoom. De verwachtingen, eisen en mogelijkheden rondom audiovisuele, biblio thecaire en documentaire collecties in de beide instellingen zijn in kaart gebracht en met elkaar vergeleken. Aan die verwachtin gen en eisen kan niet altijd voldaan worden, wordt duidelijk uit dit onderzoek. (Op de scriptie rust een embargo tot en met 31 december 2005.) Op naar meer gebruik van archiefcollec ties: een onderzoek naar meer en een breder publiek dat gebruik maakt van de archiefcollecties bij Cultuur Onder Dak Apeldoorn Douwe Huisman (d.huisman7@chello.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Cultuur Onder Dak Apeldoorn (CODA) is in maart 2004 geopend. Het is een fusie van drie instellingen, te weten de Bibliotheek Apeldoorn, het Apeldoorns Museum en het Gemeentearchief Apeldoorn. CODA wil bevorderen dat een zo breed mogelijk publiek participeert in cultuur. Het wil de gebruikers de gelegenheid geven zich te oriënteren op culturele, wetenschappelijke en maatschap pelijke ontwikkelingen, al dan niet in hun historische context. In opdracht van CODA is onderzocht op welke wijze een breder en groter publiek geïn teresseerd kan worden de (archiefcollecties te gebruiken, die door de instelling beheerd worden. Onderzocht zijn de (potentiële) gebruikers groepen van de archiefcollecties, de wijze waarop deze groepen benaderd kunnen wor den en welke service de instelling kan aanbie den. Ook de mogelijke barrières die zich kun nen voordoen in de dienstverlening van het archief en oplossingen zijn behandeld. Ten slotte volgen de aanbevelingen om het gebruik van de archiefcollecties te vergroten. Archiefinstellingen moeten keuzen maken. Willen zij de toegangen op internet plaatsen? Of willen zij ook de mogelijkheid bieden om archiefstukken via de website te raadplegen? Digitale beschikbaarstelling zal het gebruik zeker kunnen stimuleren. Het toegangenapparaat onder de loep. Een onderzoek naar de kwaliteit en ge bruikersvriendelijkheid van toegangen Gert Koese (g.koese@filteniet.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Deze afstudeerscriptie bevat het verslag van een gebruikersonderzoek naar de kwali teit en de gebruikersvriendelijkheid van het toegangenapparaat bij vijf archiefdiensten in Zeeland. Het rapport bestaat uit drie deelonderzoeken. Het eerste deel beschrijft een onderzoek naar de toegangen waarmee de archieven bij archiefdiensten ontsloten zijn. Het tweede deel beschrijft een onderzoek naar de ver schillende gebruikertypologieën, waarbij ook aangegeven wordt welke typologie in dit onderzoek van belang is en waarom. Vervol gens zijn de begrippen wensen en behoeften, kwaliteit en gebruikersvriendelijkheid aan een nader onderzoek onderworpen, waarbij eveneens aan de orde komt hoe deze een plaats zouden krijgen in de gebruikersenquê te. Het derde deel betreft het resultaat van het daadwerkelijke gebruikersonderzoek. Aan de hand van een schriftelijke enquête is aan gebruikers gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit en de gebruikersvriendelijk heid van de verschillende toegangen. Op basis van een analyse van de resultaten zijn conclusies getrokken en enkele aanbeve lingen gedaan aan de archiefdiensten. Digitaal archiveren jacinta Kramer .Kramer@waterlandsarchief.nl) (UvA, Archiefwetenschap en Archivistiek A) Digitalisering vraagt een grondige her ziening van de archieffunctie bij gemeenten. De lijnen daarvan zijn vastgelegd in NEN-ISO 15489:1. Allereerst is de context van het archiveringssysteem bij gemeenten in kaart gebracht. Op basis van het informatie- en archiefbeleid moet het management de func tionele eisen formuleren waaraan het archi veringssysteem moet voldoen. Deze eisen moeten zijn gebaseerd op wet- en regelge ving, bestuurskundige inzichten, archivistiek, organisatiekunde, administratieve organisa tie, informatiekunde, best practice en stan daarden. Voor elk gemeentelijk werkproces zal onder zocht moeten worden welke documenten in een dossier zijn opgenomen, wanneer een dossier compleet is en welke kwaliteit docu menten en dossier moeten hebben. Het archiveringssysteem houdt ook rekening met de managers of politici die dossiers nodig hebben voor bewijsvoering en het afleggen van verantwoording (financieel, politiek of maatschappelijk). Een deel van de documen ten is op langere termijn nodig om als verant woording te dienen voor het nageslacht. De functies en de daarbij behorende bewaar termijnen stellen eisen aan de kwaliteit van documenten, waaronder betrouwbaarheid, nauwkeurigheid, authenticiteit en integriteit. Documenten moeten ook buiten de context van ontstaan begrepen worden. Dat stelt eisen aan begrijpelijkheid en aan de duur zaamheid van documenten. Aan de hand van de procesanalyses kunnen risicofactoren worden afgewogen en gemeen telijke eisen vastgesteld die specifiek gelden voor archivering. Sporen van bestuurswisselingen in de archieven van Elten en Selfkant Agnes Lewe (a.lewe@antenna.nl) (UvA, Archiefwetenschap en Archivistiek A) De Amter Elten en Selfkant kenden voor hun bezetting door Nederland een door alle Duitse lagere overheden toegepast archive ringssysteem, de Sachaktenregistratur. Door het ontbreken van archiefwetgeving was er geen bindende reglementering en toezicht op de archieven van lagere overheden. Onder steuning vanuit regionaal opererende archief adviesdiensten was wel aanwezig. De drostambtsarchieven, in 1955 officieel gelijkgesteld aan gemeentearchieven, vielen onder de Archiefwet van 1918 en onder toe zicht van de provinciale archiefinspectie. Dit heeft er niet toe geleid dat tijdens de drost ambtsperiode in Elten een aantal vergrijpen tegen het structuurbeginsel zijn gepleegd. Het zijn juist deze fouten die hebben geleid tot een tweetal Duitse archiefelementen bin nen het archiveringssysteem van het drost ambt Elten. Ten eerste het in stand houden van de toegepaste ordening van documenten binnen de Duitse dossiers, terwijl de dossiers zelf herordend zijn volgens een ander, Nederlands registratuurstelsel. Ten tweede het gebruik van de typische Duitse dossier mappen voor dossiers uit dat archiefsysteem. Nadat Elten en Selfkant weer onder Duits bestuur waren gekomen, keerde men onmid dellijk terug naar het voor 1949 gehanteerde stelsel. Nederlandse elementen binnen het Duitse archiveringssysteem zijn: de tabbla den tussen de dossiers van de drostambtsar chieven en de op Nederlandse wijze geor dende archiefbestanden. Zij worden fysiek strikt gescheiden van de overige archiefsyste men. De drostambtsarchieven werden in 1963 niet in hun geheel aan de Duitse rechtsopvolger overgedragen maar slechts gedeeltelijk. Het andere deel werd (na bewerking) gedepo neerd in het archief van het Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken. Uit dit onderzoek blijkt dat dit in strijd is met het bestemmingsbeginsel en het verdient dan ook aanbeveling de originelen of kopieën hiervan terug te geven aan de betreffende Duitse archiefbewaarplaatsen. Het implementeren van selectielijsten bij openbare en bijzondere universiteiten Hannie Ploegmakers (sabitO05@planet.nl) (HvA, IDM en Archivistiek B) Vanaf 1991 is de methode institutioneel onderzoek ontwikkeld binnen PIVOT. Do cumenten worden gewaardeerd op basis van de handelingen van de overheid. Het doel van selectie is om een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen mogelijk te maken. Over elk beleidsterrein van de overheid is een Rapport Institutioneel Onder zoek uitgebracht, dat weer het uitgangspunt is voor het Basisselectiedocument. Het BSD bestaat uit een of meer selectielijsten, waarin elke handeling wordt gewaardeerd met een B (bewaren) of V (vernietigen op termijn). Sinds 1999 wordt het BSD van de openbare en bijzondere universiteiten gebruikt. In deze scriptie is onderzocht wat de ervaringen zijn met de implementatie van de selectielijst. Daarvoor zijn archiefmedewerkers van ver schillende universiteiten geïnterviewd en geënquêteerd. Uit het onderzoek bleek dat beheersregels een bijdrage kunnen leveren de selectie van archiefdocumenten in de dyna mische fase. Dit komt het archiefbeheer van de universiteiten ten goede. De papierwinkel van de rechterlijke organisatie: archieven bij de rechtbank en het parket Groningen onder de maat, is dat rechtvaardig? Chantal van Rheenen (chantalvanrheenen@hotinail.com) (HvA, IDM en Archivistiek B) Met behulp van de kwaliteitseisen voor informatie- en archiefmanagement is onder zoek verricht naar de kwaliteit van de huidige archiefvorming en het archiefbeheer bij de rechtbank en het parket Groningen. Deze eisen zijn gebaseerd op de functionele eisen van de kwaliteitsnorm NEN-ISO 15489:1 voor informatie- en archiefmanagement. Daarnaast is getoetst op de kaders van het archiefrecht, de juridische wetgeving, de archivistische denk- en werkwijzen, en orga nisatiekunde. Verbetering van de kwaliteit van de archief vorming en het -beheer bleek lastig uit te voe ren vanwege het ontbreken van een archief beleid (zowel lokaal als landelijk). Vooralsnog ontbreekt hiervoor draagvlak bij bestuur en medewerkers. De archiefruimten zijn (over)vol, omdat veel archieven niet bewerkt zijn, waardering en selectie niet (tijdig) heeft plaatsgevonden en omdat archieven nog niet zijn overgedragen naar de archiefbewaarplaats. Hierdoor is voor recent gevormde archiefbescheiden geen plaats. Deze situatie is lastig te verbeteren, omdat de rechtbank en het parket de archief dienst niet beschouwen als onderdeel van het primaire werkproces. Een duidelijke archive- ringsstrategie voor digitale documenten ont breekt, terwijl die wel noodzakelijk is voor een verantwoord archiefbeleid en om aan de Archiefwet 1995 te voldoen. Om de archiefvorming en het -beheer te ver beteren, is een doelgericht en strategisch archiefbeleid een stap in de goede richting voor de rechtbank en het parket. Zeker als archiefmedewerkers hierbij betrokken wor den. De Archiefwet 1995 en de NEN-ISO 15489:1 (functionele eisen) bieden voldoen de kaders om archivering te verbeteren. 20 archievenblad maart 2005 maart 2005 archievenblad 21

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 10