de ontwikkeling van eta tot zoekmachine Ontwikkeling van etalage tot zoekmachine de praktijk de praktijk Om het grote publiek te bereiken moeten archieven op een gemakkelijker manier kunnen worden geraadpleegd. Archiefsites zijn nu nog meestal etalages die uitnodigen tot een bezoek. Maar internet wordt steeds meer gezien als handige zoekmachine. Daarmee zijn de wensen en eisen veranderd en is de lat aanmerkelijk hoger komen te liggen. Om hieraan te voldoen zullen de sites van archieven moeten veranderen van etala ge voor een bezoek aan de studiezaal naar zoekmachine om bestanden zelf thuis te kunnen raadplegen.1 rond de acht. Waar bezoekers zich met name aan storen zijn de grote verschillen tussen archieven onderling. Meer unifor miteit in onder andere openingstijden en tarieven wordt door bezoekers wenselijk geacht. In 2000 besloten de tien archieven die samen het handvest dienstverlening ont wikkelden, gezamenlijk bezoekersonder- zoek te doen. Het onderzoek beperkte zich niet tot de dienstverlening op loca tie; voor de eerste keer werd ook de dienstverlening op afstand onderzocht. Terwijl de dienstverlening op locatie rond de acht scoorde, zat de dienstverle ning op afstand daar duidelijk onder. Bij het Gemeentearchief Rotterdam (GAR) scoorde de waardering voor 'informatie op de website' en 'gemak om relevante informatie te vinden' niet meer dan een 6.5. Nadat het GAR de website had aan gepast steeg de waardering in 2001 naar 7.2. Het tijdschrift Informatie Professional (IP) heeft vanaf het jaar 2000 onder andere de sites van archieven en biblio- Niet alleen archieven maar ook biblio theken kampen met deze problematiek. De digitale bibliotheekontwikkeling vindt plaats door de lokale- en landelijke ontwikkelingen samen te vlechten tot een gezamenlijk actieprogramma. In 1990 ging RC. Berkenvelder, de gemeentearchivaris van Zwolle, als eerste van start met het houden van bezoekers enquêtes. De dienstverlening werd door bezoekers met gemiddeld een acht hoog gewaardeerd. In de jaren daarna volgden steeds meer archieven het voorbeeld van Berkenvelder en steeds lag de waardering voor de dienstverlening in de studiezaal theken getest. In 2000 bleek uit een test dat bij openbare bibliotheken de diversi teit van websites groot is. De sites van kleine bibliotheken zijn vaak niet veel meer dan een digitale folder. Grote bibli otheken hebben veel uitgebreidere sites en ook een eigen virtuele identiteit. Door traditionele diensten te combineren met die van een virtuele bibliotheek zou de bibliotheek zowel fysiek als virtueel opti male service kunnen bieden. Uit de in 2003 gehouden IP-test van archiefsites komt naar voren dat er nog maar heel weinig archiefmateriaal on line raadpleegbaar is. Digitale schatka mers, virtuele rondleidingen en educatie ve gadgets zijn nog maar beperkt aanwe zig. De sites vertonen een onevenwichti ge verdeling in technische en inhoudelij ke kwaliteit. De sites van grotere archief instellingen zijn professioneler dan van kleinere. Het is voor de niet-professionele gebruikers moeilijk te achterhalen in welk archief hij/zij moet zijn. Kleine gemeentearchieven en streekarchieven zijn verborgen in gemeentelijke pagina's. Aanbevolen wordt om te komen tot een set van minimale kwaliteitseisen waar aan een archiefwebsite moet voldoen en standaardisatie van url's binnen de archiefsector. Als gevolg van het streven naar ver groting van het publieksbereik via inter net is de vragenlijst voor de kwaliteits monitor van DIVA in 2004 uitgebreid. Toegevoegd zijn vragen over de bereik baarheid van de internetsite, informatie over de instelling en de internetsite als geheel. Volgens de performancetabel in het rap port van Evidens onderzoekdiensten val len deze scores in de categorie matig. De bereikbaarheid van de internetsite en de informatie over de instelling scoren rela tief goed. De waardering voor de inhou delijke informatie groeit, maar het blijft voor bezoekers onverminderd moeilijk om relevante informatie te vinden. Eind 2004 voerde de NGV op ver zoek van de sectie kwaliteitszorg van DIVA een websitetest uit. De bedoeling was om archiefinstellingen bij de bouw van websites door de grootste gebruikers groep op het goede spoor te laten zetten. Het door de NGV ingestelde panel testte een tiental archiefsites. De vraag was of een genealoog op één of meer websites gemakkelijk zijn weg kan vinden naar de informatie die hij zoekt. De testcriteria bestonden uit de stappen die een genealoog in het zoekproces doorloopt. Uit de test kwam naar voren dat de lees baarheid (contrast formaat letter) vaak beter kan. Het testpanel vond de ontwer pen niet erg professioneel. De routekaar ten op de sites waren soms niet leesbaar. Een actuele nieuwspagina (zonder oud nieuws) is bij veel sites een gemis. Het belangrijkste criterium voor een goede archiefsite is volgens het panel kunnen zoeken op naam en historie van plaats, gebied of regio. De mogelijkheid om kopieën te bestellen zit vaak verstopt in tarievenlijsten. Die lijsten zijn vaak hetzelfde en dat is op zich prima. Het testpanel beveelt aan om binnen Nederland te komen tot unifor me en marktconforme tarieven. De e-for- mulieren zien er wat het testpanel betreft meestal goed uit. Breed kunnen zoeken is een belangrijk criterium en daarbij moe ten vooral de links naar NGV-sites en die van historische, heemkundige en geschiedkundige verenigingen niet wor den vergeten. Het testpanel mist een eigen aparte en herkenbare site waarmee de informatie die een genealoog zoekt gemakkelijk gevonden kan worden. Bij het komen tot één gezamenlijke toegang moet de vraag van de doelgroep/bezoeker leidend zijn. Door het publiek zou gezocht moeten kunnen worden op wie, wat, waar, wan neer. Een aansprekende naam voor de integrale toegang zou archief.nl of archieven.google.nl kunnen zijn. De bibliotheken hebben de kritiek van IP ter harte genomen. Een concrete stap op het gebied van virtuele dienstver lening is de landelijke ontwikkeling van een sitegenerator, een flexibel hulpmiddel waarmee bibliotheken een professionele website kunnen inrichten. Omdat niet iedere bibliotheek alle kennis hiervoor in huis zal hebben, heeft ProBiblio Webdesk opgezet, waar men bij de inrichting en het onderhoud van een website een beroep op kan doen. De eerste site die in 2004 met sitegenerator werd gemaakt is die van de bibliotheek Capelle aan den IJssel (www.bibliotheek-capelle.nl). Door deze sitegenerator ontstaan voor bibliotheken schaalvoordelen en voor bezoekers meer uniformiteit en daarmee transparantie in de digitale dienstverle ning. Een tweede stap om op brancheniveau een impuls gegeven aan de digitale bibli otheekontwikkeling was de ontwikkeling van bibliotheek.nl. Het is een gezamen lijke bibliotheeksite die toegang biedt tot het netwerk van digitale bibliotheken. Binnen het netwerk kunnen producten en diensten gezamenlijk worden ontwik keld, uitgevoerd en geëxploiteerd. De opgave die bibliotheken zich gesteld heb ben is om de lokale ontwikkelingen en de landelijke ontwikkeling van biblio theek.nl samen te vlechten tot een geza menlijk 'actieprogramma digitale biblio theek', waardoor de integrale bibliotheek een basisplaats zal kunnen bekleden in de kennissamenleving van morgen. Mooi gezegd, maar daarmee is de discus sie binnen de bibliotheekwereld zeker niet verstomd. In het Bibliotheekblad stelt Luc Bauwens de vraag: 'Hebben de biblio theken zitten slapen?'2 Hij ziet dat biblio theek.nl voortdurend van aangezicht verandert. Soms doet het hem denken aan een drenkeling die hulpeloos pro beert boven te komen in de digitale zee. Collega's hebben tegen hem gezegd: 'Bibliotheek.nl, prachtig hoor, maar wij hadden Google moeten maken.' Zeker, maar bij Google zit men ook niet De eerste indruk die bezoekers van een archiefsite krijgen wordt steeds meer imagobepalend. stil. De boodschap dat er meer doelgroep en themagericht moet kunnen worden gezocht is helder doorgekomen. In 2004 is de internetzoekmachine http://scho- lar.google.com op de markt gebracht. Daarmee kunnen snel en gemakkelijk wetenschappelijke publicaties gevonden worden (inclusief citaties, proefschriften, boeken, preprints, abstracts en techni sche rapporten). De bibliotheken van Harvard, de Universiteit van Michigan, Stanford en de New York Public Library en Oxford University spreekt deze benadering aan. Zij hebben besloten om met Google in zee te gaan. Collecties worden door Google gedigitaliseerd waarna ze via internet doorzoekbaar worden. Op basis van het onderzoek binnen de sector en ervaringen van bibliotheken kan op korte termijn zowel individueel als gezamenlijk actie worden onderno men. Gezamenlijk aanboren van nieuwe doelgroepen, ontwikkelen van nieuwe producten/diensten betekent inslaan van 14 februari 2005 februari 2005 15 Door Fred Schot* Uit de afgelopen jaren gehouden onderzoe ken naar de kwaliteit van websites blijkt dat het voor bezoekers onverminderd moei lijk is om op archiefsites relevante informa tie te vinden. Er is weliswaar lokaal voort gang geboekt bij de verbetering van websi tes, maar in zijn totaliteit onvoldoende om te kunnen voldoen aan de eisen van niet alleen nieuwe doelgroepen als 'snackers', maar ook van traditionele bezoekersgroepen als genealogen. Genealogen, die bekend staan als tevreden studiezaalbezoekers, blij ken dit als internetbezoeker een stuk min der te zijn. Websitetests Informatie Professional Marktsegment Voorbereiding bezoek 2.Bestelling producten 3-Hoe informatie 4.Direct informatie Vereisten (indicatief) Overzicht diensten Overzicht producten Overzicht kanalen Op onderwerp zoeken Type internetsite Etalage Winkel Wegwijzer Zoekmachine Waardering door bezoekers Kwaliteitsmonitor 2004 2002 2003 2004 ■I bereikbaarheid van de internetsite B informatie op de site over het archief als instelling CZZ1 inhoudelijke informatie op de site BI gemak om relevante informatie te vinden oordeel over de internetsite als geheel NGV-websitetest Stappen in het zoekproces kwaliteit homepage (indicator: ont werp/leesbaarheid) structuur en navigatiemogelijkheden (indicator: duidelijke rubrieken met thema's/balk blijft in zicht) toegankelijkheid bezoekersinformatie (adres, openingstijden, routekaart, leveringsvoorwaarden producten en diensten) (indicator: op homepage of max. 1 muisklik) actualiteit (indicator: datum laatste update niet ouder dan één maand) overzicht inhoud archieven (indicator: compleet overzicht met onderscheid digitaal/papier) zoekhandleiding (indicator: informatie zoeken op site of studiezaal) doorzoekbaarheid (indicator: in data base zoeken op naam, plaats, bestelmogelijkheid van kopieën (digi taal of print) van archiefstukken stellen van vragen via e-mail breed zoeken (indicator: doorlinken, in database andere instellingen) Bibliotheken Actie ondernemen archievenblad archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 8