UITNODIGING LANDELIJKE CONTACTDAG DOCUMENT MANAGEMENT KIJK OP DE TOEKOMST, BLIK NAAR NE! VEREEDEN DisfjConsult Verslag van de Rijhsarchiefinspectie over liet toeiitlit in 100) DOCUMENT MANAGEMENT KENNIS MANAGEMENT WORKFLOW MANAGEMENT DIOR-OPLEIDINGEN Maandag 28 februari 2005, 09.00 - 18.00 UUR °££LNamÏ GRATIS! In de afgelopen 3 jaar, zijn reeds 1600 bezoekers u voor gegaan. De Landelijke Contactdag Document Management is een succes! Uit de groeiende opkomst van deelnemers tijdens de Landelijke Contactdag en de vele positieve reacties daar uit, blijkt dat wij tegemoetgekomen zijn aan de behoefte naar uitwisseling van kennis en ervaring op het vakgebied document management Daarom organiseert DisConsult - in samenwerking met vooraanstaande leveranciers - voor de vierde maal de gratis toegankelijke Landelijke Contactdag Document Management, en wel op maandag 28 februari 2005 in het bekende Stadstheater Zoetermeer. Net als in voorgaande jaren belooft het weer een spectaculaire dag te worden met tal van interessante sprekers, leuke workshops en het is uiteraard dé ontmoetings plaats voor specialisten op het gebied van document management uit het gehele land en uit alle geledingen van de maatschappij. De gehele dag vindt plaats in de gezellige en bijzondere theaterambiance en ademt een gemoedelijke sfeer. De toegang is gratis, hetgeen zeker bijdraagt aan een gegarandeerd hoge opkomst. Naast de sprekers en workshops bieden wij de bezoekers een doorsnede uit de markt van aanbieders van diensten en producten op het gebied van document management op de informatiemarkt. rr Ook dit jaar zal weer worden gepoogd het scanrecord te verbeteren. Het jaarlijks DisConsult scanrecord levert een boeiende, leerzame en spannende rode draad door de gehele dag. Surf voor het complete programma en het aanmeldingsformulier naar: www.lcdm.nl Cityhouse, Engelandlaan 174, 2711 DW Zoelermeer ielefoon (079) 3429509, fax (079) 342 59 46, www.disconsulf.nl, email: info® disconsulf.nl nieuws uit het veld Het verslag van de Rijksarchiefinspectie over het toezicht in 2003, dat openbaar is sinds 7 december 2004, is vergeleken met de eerdere jaarverslagen kritischer en negatiever van toon. De Rijksarchiefinspectie meldt in het begeleidende persbericht van 7 december 2004 dat 'het archiefbeheer bij vele organisa ties van de centrale overheid zeer veel te wen sen overlaat'. De regelgeving wordt 'onvol doende nageleefd en organisaties voldoen zelfs niet aan basale voorwaarden, zoals ken nis over de bestanden die zij in huis hebben'. Naast de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet der Koningin en de ministeries, wor den de zelfstandige bestuursorganen (ZBO's) en publiekrechtelijke bedrijfsorganen (PBO's) tot de centrale overheid gerekend. Het positieve geluid in dit rapport is de con statering dat rapportages en aanbevelingen naar aanleiding van een inspectie bijzonder serieus werden genomen en tot het aanzet ten van actie leidden. Daar bleef het echter veelal bij, want bij vervolginspecties en uit de door de organisaties ingevulde vragenlijs ten over 2003 bleek dat nauwelijks slagvaar dig actie werd ondernomen om daadwerkelijk een grondige verbetering van het archief beheer te realiseren. Daarom doet de Rijksarchiefinspectie een nadrukkelijk beroep op de zorgdragers van de overheidsorganen, de voor de archiefwet geving verantwoordelijke staatssecretaris voor Cultuur en Media en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die belast is met de coördinatie van de infor matievoorziening, om de kwaliteit van de informatievoorziening te verbeteren. Wat baart de inspectie zorgen en waar lig gen de knelpunten? Twee vragen stonden centraal: 1. Kan de overheid zich op basis van archie ven voldoende verantwoorden naar de politiek en de burger? 2. Hebben overheidsorganisaties in 2003 voldoende voorzieningen getroffen om de overheidsarchieven als toekomstig cultureel erfgoed veilig te stellen? Het antwoord op de eerste vraag is negatief. Het merendeel van de overheidsorganisaties kan slechts in geringe mate waarborgen dat de informatievoorziening naar de politiek en de burger goed functioneert. Met andere woorden, de zorg voor een goed beheersregi me van de documenthuishouding is onvol doende. Zo wordt het beheer van e-mails 'chaotisch' genoemd. Er worden nauwelijks e-mails bewaard, terwijl het gebruik hiervan de papieren correspondentie in grote mate reduceerde. Veel overheidsorganen werken met informatiesystemen zonder archive- ringsfunctie. Hierdoor worden historische gegevens overschreven door actuele gege vens en gaat cultureel erfgoed verloren. Een goede documenthuishouding waar borgt het afleggen van verantwoording. De basis voor de regulering van deze huishou ding vormt het documentair structuurplan. Hiermee worden de toegankelijkheid en het beheer van digitale en papieren bestanden inzichtelijk gemaakt. Veel organisaties beschikken echter nog niet over een com plete papieren en digitale bestandenregistra tie. Beheersregels en voldoende deskundige personele capaciteit garanderen de kwaliteit van de informatievoorziening. Voor het antwoord op de tweede vraag is gekeken naar het aantal vastgestelde selec tielijsten, de tijdige selectie en toegankelijk heid van bestanden, alsmede de planmatige bewerking en overbrenging van digitale en papieren bescheiden. Bijna zeventig procent van alle zorgdragers kan de archieven niet bewerken omdat zij niet beschikken over een goedgekeurde selec tie- of vemietigingslijst. Zij initieerden nau welijks actie om een dergelijke lijst op te stel len. Hierdoor is de toegankelijkheid en over brenging van de blijvend te bewaren beschei den niet mogelijk. Door het gebrek aan vige rende selectiecriteria vindt geen tijdige en zorgvuldige selectie plaats. Dit impliceert dat naderhand, met behulp van extra personele inzet en de daaraan verbonden kosten, actie wordt ondernomen om achterstanden in de selectie, bewerking en de overbrenging van bescheiden in te halen. Het doorlooptraject voor het vaststellen van selectielijsten is vol gens de Rijksarchiefinspectie te lang. Het Nationaal Archief overlegt momenteel met de Raad voor Cultuur over de vraag of de vaststelling versneld kan worden. Slechts tien procent van alle zorgdragers beschikt over een planning voor de over brenging van de bescheiden, waardoor de achterstand in de overbrengingstermijn gevaar loopt. Tot eind 2005 hebben zorgdra gers de tijd om de archieven (in goede, geor dende en toegankelijke staat) van voor 1970 over te brengen. De Rijksarchiefinspectie conludeert dat er een aantal oorzaken is voor de bestaande situatie: - Op politiek en bestuurlijk niveau en door het verantwoordelijke management is er te weinig sturing ten aanzien van het archief beheer. Al jaren achtereen staat het infor matiebeheer niet op de prioriteitenlijst. Dit omdat het belang van de bedrijfsvoe ring voorrang heeft boven die van het cul tureel erfgoed. Procedures voor de vaststel ling en wijziging van selectielijsten worden als zeer omslachtig ervaren. - De professionaliteit op het gebied van het archiefbeheer is niet altijd voldoende. Veel kleine organisaties en private ZBO's weten niet aan welke eisen van de Archiefwet ze moeten voldoen. Dit heeft onder meer gevolgen voor de materiële staat en toe gankelijkheid van bescheiden. - Er zijn beredeneerbare twijfels over het handhaven en de uitvoerbaarheid van de huidige regelgeving. Dit zou vooral komen doordat de drie regelingen op basis van het Archiefbesluit niet voldoen aan de criteria van de huidige door het kabinet geformu leerde regelgeving, namelijk regelgeving op hoofdlijnen. Organisaties moeten die regel geving zelf verder invullen. Kijken we naar artikel 12 van het Archiefbesluit waarin eisen worden gesteld aan de digitale archi vering, dan blijkt in de praktijk dat organi saties het lastig vinden om deze eisen te interpreteren. Deze regelgeving draagt daar om 'meer een wens- dan realiteitsgehalte'. Als eerstverantwoordelijke voor de naleving van de Archiefwet wordt de staatssecretaris van Cultuur en Media aangeraden om een aantal stappen te ondernemen: 1. Spreek uw collega-bewindslieden aan op hun verantwoordelijkheid voor de kwali teit van het archiefbeheer. Dit geldt mede voor het archiefbeheer van de ZBO's en PBO's die onder een betreffend ministerie vallen. 2. Bevorder dat er goede handreikingen beschikbaar zijn voor met name digitale archivering waar ook de ZBO- en PBO- organen bij gebaat zijn. 3. Digitale archivering vraagt om een impuls van de wetgever. 4. Er moet serieuze aandacht worden geschonken aan de achterstanden in de overbrenging van alle zorgdragers. 5. De huidige regelgeving van het archiefbe heer moet grondig geanalyseerd worden. 6. Verbeteringen in het archiefbeheer die nen aan te sluiten op de bestaande pro cessen bij organisaties van de centrale overheid. Hierbij dienen de opzet van de digitale archivering en de huidige en toe komstige informatievoorziening aan de recht- en bewijszoekende burger niet te worden vergeten. Het verslag is te bestellen via info@rijksar- chiefinspectie.nl of te downloaden via www.rijksarchiefinspectie.nl. Patricia Böschen februari 2005 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2005 | | pagina 7